Wetenschapper, pak je rol op social media

Conferenties bezoeken en netwerken met collega’s zat er afgelopen jaar niet in, en voorlopig blijft dat nog even zo. Gelukkig kan social media een stukje van dat gemis goedmaken, stelt Marcel Bogers. De TU/e-hoogleraar op het gebied van innovatie stelde vijf principes op voor wetenschappers met socialmedia-koudwatervrees. De website van het gerenommeerde tijdschrift Nature publiceerde het overzicht.

door
foto Robert Kneschke / Shutterstock

Het bestaan van social media was een van de redenen dat Marcel Bogers in 2009 ‘ja’ zei tegen een aanstelling aan een universiteit in een dunbevolkte streek van Denemarken. Zo kon hij “vanuit the middle of nowhere” toch een lijntje houden met zijn professionele en persoonlijke netwerk.

Later volgde een hoogleraarschap in Kopenhagen en sinds september is Bogers terug op zijn Eindhovense alma mater, als hoogleraar Open & Collaborative Innovation bij de faculteit IE&IS. “Mijn onderzoek past goed in de innovatieve Brainportregio en we wilden met ons jonge gezin graag terug naar Nederland.”

Lees verder onder de foto.

Ambassade

Tussen alle bedrijven door zocht Bogers steeds naar korte en soms langere momenten om te investeren in zijn accounts op Twitter, LinkedIn en Facebook. Hoe betaalt zich dat uit, behalve in gestaag groeiende aantallen volgers? “Dat is altijd lastig te zeggen, omdat je niet weet of je zonder social media ook met elkaar in contact was gekomen. Maar ik heb artikelen geschreven en projecten gedaan met onderzoekers die ik via social media heb leren kennen.”

“Ook deed ik er nuttige contacten op buiten de academische wereld: in het bedrijfsleven en de beleidssector, wat soms leidt tot toepassingen van je onderzoek in de praktijk. Leuk was dat ik, toen ik net in Kopenhagen woonde, via Twitter de Nederlandse ambassadeur in Denemarken leerde kennen. Dat resulteerde in het samen organiseren van lunchseminars op de ambassade.”

Met enige voorzichtigheid durft Bogers – die in 2019 en 2020 onderscheidingen kreeg als Highly Cited Researcher – ten slotte ook te stellen dat het feit dat hij geen onbekende is op Twitter, zijn citatiescore geen kwaad doet. “Deel je je onderzoek via social media, dan weten vakgenoten er eerder van dan wanneer zij er via het tijdschrift waarin je publiceert kennis van nemen.”

Duwtje

Bogers denkt dat collega’s die social media zonder meer links laten liggen, een kans missen. “Mij brengt het veel. Het faciliteert de communicatie met collega’s en deelname aan community’s en het vergroot je zichtbaarheid.” Dat geldt dubbel en dwars in deze tijd, waarin door de coronapandemie conferenties en andere bijeenkomsten bijna allemaal online plaatsvinden.

Bogers: “Hoewel bepaalde fundamentele aspecten van elkaar ontmoeten niet online na te bootsen zijn – denk aan de creativiteit en serendipiteit die kunnen ontstaan bij een koffieautomaat –, hebben we afgelopen jaar geleerd dat er online veel mogelijk is. Dat maakt dat er ook na de pandemie, mede uit duurzaamheidsoverwegingen, minder gereisd zal worden.”

Minder in real life ontmoetingen dus. Social media kan dan helpen toch met elkaar in contact te blijven en overal ter wereld nieuwe connecties te maken. Om andere wetenschappers een duwtje in de rug te geven, besloot Bogers zijn vijf principes voor social media op een rijtje te zetten en in te sturen naar de online rubriek Correspondence van Nature.

5 principes voor social media

door Marcel Bogers

1. See and be seen: zend niet alleen, maar luister ook naar anderen

2. Select and specialize: focus op wat bij je past

3. Serve: bedenk waar je waarde kunt toevoegen

4. Socialize: onderhoud ook je digitale relaties

5. Strategize: maak social media onderdeel van je communicatiestrategie

Toen Bogers begon met Twitter, besloot hij heel simpel de interessante artikelen, onderzoeken en praktijkvoorbeelden die hij las, te delen in zijn tweets. Een decennium later is zijn account uitgegroeid tot een ‘informatiehub’ over zijn onderzoeksonderwerp: open innovatie. “Dat is de waarde die ik toevoeg. En zo kan iedereen een rol kiezen, iets wat bij je past. Ben je een junioronderzoeker, denk dan niet dat je eerst alle antwoorden moet weten voor je een nuttige bijdrage kunt leveren; misschien is jouw rol juist om de vragen van jouw vakgebied te stellen.”

Baard

Wat zou Bogers collega’s uit de wetenschap adviseren die nu denken: misschien moet ik er ook aan geloven, die social media, maar waar begin ik? “De eerste stap is om je digital presence in kaart te brengen: hoe goed ben je vindbaar online? Wat vind je als je jezelf googelt? Heb je bijvoorbeeld een – actuele – website of een Google Scholar-profiel?”

Denk ook na, suggereert Bogers, over de balans tussen actief en passief (ofwel vindbaar) aanwezig zijn op de verschillende media. “Ben je niet actief op Twitter, maar heb je er wel een account, dan kan die ene onderzoeker van die conferentie je wel vinden en taggen in een interessante tweet.”

Nog zo’n balans is die tussen professioneel en persoonlijk: hoeveel laat je van jezelf zien? Voor Bogers lopen vooral op Facebook werk en privé – ofwel professor Bogers en Marcel – door elkaar. “Ik heb dat maar omarmd. Intussen bespreken een collega-professor uit Florida en mijn moeder op mijn pagina samen de lengte van mijn baard. Die is tijdens de lockdown een beetje uit de hand gelopen.”

Heb je een idee van de media waarop je actief wilt zijn, de rol die je wilt vervullen en de mate waarin je jezelf wilt laten zien, dan, besluit Bogers: “is het een kwestie van iets opzetten wat bij je past en vervolgens stap voor stap meerwaarde creëren en groeien.”

"Schrik niet van negatieve reacties"

Bel je met een vraag over social media naar het Communications Expertise Centre (CEC) van de TU/e, dan krijg je Pascal Appel aan de lijn. “Ik houd me bezig met de socialmedia-accounts van de TU/e zelf, maar we geven op verzoek ook trainingen, bijvoorbeeld als een onderzoeksgroep met LinkedIn aan de slag wil.”

Dat het initiatief om social media te gaan gebruiken vanuit de wetenschappers zelf komt, is voor Appel een voorwaarde voor succes. “Het zit een beetje in de Brabantse aard – die toch wel heerst op de TU/e – om daar terughoudend in te zijn, want: ‘het gaat niet om mij, maar om het onderzoek’.” De nieuwsgierigheid wordt vaak pas gewekt als blijkt dat een collega-wetenschapper iets bereikt via social media.

Tips

Een tip van Appel is daarom: ga niet op social media omdat iemand anders het zegt, maar omdat je zélf zichtbaarder wilt zijn. En schrik vervolgens niet van negatieve reacties op je berichten. “Die krijg je ongetwijfeld ook. Raak daar niet van in paniek, ga niet meteen accounts blokkeren, maar zie het als een kans om kennis te maken met andere zienswijzen.”

Net als Bogers wijst Appel erop dat het niet voor niets social media zijn en dat wederkerigheid key is: “Zend niet alleen, maar reageer ook op anderen. Feliciteer ze bijvoorbeeld bij successen.” Sociaal betekent overigens niet dat je privéleven met iedereen moet delen. “Sommige wetenschappers kiezen ervoor twee accounts te openen op hetzelfde medium: eentje voor zakelijke doeleinden en eentje voor persoonlijke contacten.”

Hete adem

Medewerkers hoeven overigens niet de hete adem van de universiteit in de nek te voelen. “We zitten niet de hele dag tweets te lezen, het webcareteam ziet alleen de berichten voorbij komen waarin de TU/e is getagd. Daarbij gaan we uit van het goede in de wetenschapper en stimuleert de TU/e juist een variatie aan meningen!

Vragen over social media? socialmedia@tue.nl

Deel dit artikel