Waarom sommige promovendi overwegen te stoppen

Wereldwijd overweegt ongeveer 60 procent van de promovendi om te stoppen met hun onderzoek. Aan de TU/e ligt dat percentage rond de 21 procent. Psychologe Andrea Kis onderzoekt in haar proefschrift welke factoren invloed hebben op de carrièrebeslissingen van promovendi aan de TU/e, om beter te begrijpen waarom jonge onderzoekers stoppen of blijven. Uit haar onderzoek blijkt dat slechte begeleiding en sociaal onveilige situaties een belangrijke rol spelen in de overwegingen.

door
foto Bart van Overbeeke

Wereldwijd overweegt ongeveer 60 procent van de promovendi om te stoppen met hun onderzoek. Aan de TU/e ligt dat percentage rond de 21 procent. Psychologe Andrea Kis onderzoekt in haar proefschrift welke factoren invloed hebben op de carrièrebeslissingen van promovendi aan de TU/e, om beter te begrijpen waarom jonge onderzoekers stoppen of blijven. Uit haar onderzoek blijkt dat slechte begeleiding en sociaal onveilige situaties een belangrijke rol spelen in de overwegingen.

Kis ondervroeg bijna 400 van de bijna 1600 promovendi aan de universiteit. De grote respons toont een enorme betrokkenheid ten aanzien van het onderwerp, zegt ze in een interview dat vandaag op de website van de TU/e verscheen. De meeste van de respondenten, ongeveer 90 procent, gaven aan zeer tevreden te zijn over hun werk en begeleiding, aldus Kis. “Slechts 21 procent van onze respondenten overwoog de academische wereld te verlaten, wat aanzienlijk minder is dan het wereldwijde aandeel van 60 procent. De groep die wel onregelmatigheden meldde, variërend van slecht of afwezig toezicht en een hoge werkdruk tot onethische onderzoekspraktijken, bleek echter ook een bovengemiddelde kans te hebben om de academische wereld te verlaten.”

Voor het eerste deel van haar onderzoek wilde Kis weten of de veiligheid van de werkomgeving een beslissende, significante factor is voor de beslissing van promovendi om de academische wereld te verlaten en dat blijkt zo te zijn. “Werken in een (sociaal) onveilige werkomgeving is erg impactvol, in veel opzichten. Het is verpletterend om te zien dat deze gedreven, getalenteerde mensen het promotieonderzoek dat ze wilden doen achterlaten vanwege slechte ervaringen op de werkplek”, aldus Kis.

Eenzaam

Promovendus zijn kan een eenzaam bestaan zijn, zegt de onderzoeker, vooral wanneer je je familie en vrienden achterlaat en naar een andere stad of een ander land verhuist om je droom te volgen. “Als je het gevoel hebt er alleen voor te staan, kan het veel moeilijker zijn om met een slechte sfeer in het team om te gaan of met een incident op de werkplek, of een supervisor die weinig tijd voor je heeft.”

Gevraagd naar de onderliggende oorzaken, verwijst Kis naar de cultuur van publish or perish in de wetenschap, die volgens haar veel problemen op de werkvloer in de academische wereld veroorzaakt. “Denk aan het normaliseren van overwerk. Het zet mensen onbewust aan tot een ongezonde balans tussen werk en privé, tot het bevoordelen van promovendi die meer publiceren, tot het aannemen van meer werk en meer studenten, en tot het zetten van je naam op zoveel mogelijk publicaties. Dit kan resulteren in een werkomgeving die niemand wil.”

Begeleider

Daar komt volgens de onderzoeker bij dat er nog geen verplichte training of cursus bestaat om promotoren op te leiden in hun nieuwe rol. Wat haar onderzoek kan doen, is de bewustwording van de onderliggende oorzaken en gevolgen vergroten, denkt Kis. “Op die manier kunnen we mensen helpen om beter te worden in hun rol als begeleider, in plaats van ze de schuld te geven van dingen die fout gaan en ze het zelf te laten uitzoeken. Het komt zelden voor dat mensen opzettelijk een slechte werkomgeving creëren. Volgens alle literatuur die ik over dit onderwerp heb gevonden, is het veel constructiever om toezichthouders op te leiden en te ondersteunen.’

Maatregelen

Er zijn op de universiteit al heel wat maatregelen genomen die ervoor moeten zorgen dat promovendi gedijen tijdens hun onderzoek, zegt Ineke van der Vegt, HR Beleidsadviseur. “De training PhD supervisor bestaat al jaren en is onlangs geactualiseerd. Deze training is gratis beschikbaar voor elke nieuwe promotor. Er is ook aandacht voor de ontwikkeling van gezonde leiderschapsvaardigheden voor alle onderzoekers op het niveau van universitair docent en hoger. Bovendien moet elke promovendus een tweede promotor (co-promotor) hebben, om de afhankelijkheid van de eerste promotor te beperken. En tot slot is er een PhD-counselor. Elke promovendus die behoefte heeft om zijn/haar situatie vertrouwelijk te bespreken met iemand die kan helpen en adviseren, kan daar terecht."

De HR-afdeling van de TU/e en de Graduate School zijn samen verantwoordelijk voor het onderwijs en de werkomgeving van de promovendi. Op dit moment wordt een position paper geschreven voor de tweede termijn van Paul Koenraad als decaan van de Graduate School. “De Ideeën van Kis voor het beleid zijn zorgvuldig overwogen door een commissie en hebben invloed gehad op de paper”, aldus Van der Vegt. “Hoewel de inhoud ervan nog niet definitief is, mag worden aangenomen dat er veel aandacht zal zijn voor sociale veiligheid.”

Lees het volledige interview op de website van de TU/e.

Deel dit artikel