“We willen Research Support gezichten geven”

Het is zonde wanneer wetenschappers hun kostbare tijd moeten steken in de randvoorwaarden die samenhangen met hun onderzoek. Het aanvragen van financiering, het opzetten van contracten met nieuwe collega’s, het voldoen aan wet- en regelgeving en dergelijke zijn vaak ‘moetjes’. Daarom heeft het College van Bestuur anderhalf jaar geleden het project Research Life Cycle Support in gang gezet. Dinsdagmiddag werden de voorlopige plannen gepresenteerd.

door
foto Miroslaw Faes

Na ruim een uur luisteren naar de presentatie van het team waar hijzelf ook deel van uitmaakt, vraagt hoogleraar Niels Deen de microfoon terug. Hij wil delen wat zonet tot hem is doorgedrongen. “Dit is precies waar het om draait. Ik besef het bij het zien van de video (waarin het publiek in de Senaatszaal ziet waarom RLCS nodig is, red). Ik zie daar Theo Elfring lopen die ik nooit eerder zag, maar waar ik al meerdere malen mee heb gemaild. Nu pas zie ik deze medewerker van het legal office. Dat is zoveel beter. We hebben support nodig met gezichten, niet met mailadressen.”

Renee Westenbrink, hoofd Research Policy bij General Affairs en host van de middag, is het van harte met hem eens. Westenbrink die ervaring heeft opgedaan aan de Rijksuniversiteit Groningen en Universiteit Twente, zegt dat het op de relatief kleine TU/e zeker mogelijk is om elkaar te ontmoeten en kennen.  

Contact zoeken 

Toch wordt het mailadres researchlifecycle@tue.nl niet achterwege gelaten. Iedereen wordt uitdrukkelijk gevraagd contact op te nemen zodra er een vraag of opmerking naar boven komt. “Het implementeren van een Research Life Cycle Support is een bottom up proces. Dat maakt het ook wel lastig”, zegt Robert van der Drift, directeur bedrijfsvoering bij Mathematics and Computer Science. De ketenverantwoordelijke van RLCS erkent dat hij niet blij wordt van de titel support staff. “Ik snap dat professional staff niet beter is, maar het gaat wel om professionaliteit in teamwork.” Ook bekent hij dat hij in eerste instantie niet meteen overtuigd was van de ketenaanpak. “Dat heeft namelijk ook een beperking in zich. Ik wil dat iedereen zich juist níet geketend voelt. Wees vrij om de beslissingen zelf te nemen. Daarvoor is een cultuur nodig waarin je elkaar kunt vinden.”

Die cultuur zal hopelijk ontstaan door inzet van het Research Support Office. De bedoeling is dat er korte lijnen komen tussen wetenschappers en medewerkers - van alle faculteiten en alle diensten - die kunnen ondersteunen bij het aanvragen van subsidies, het aannemen van nieuwe onderzoekers, het naleven van juridische en ethische normen et cetera. “De informatie moet komen vanuit een punt, het moet maatwerk zijn en up-to-date”, zegt het vierde teamlid Patricia Jaspers, managing director bij het AI-instituut EAISI.

Compliancy

Het Research Support Office wil voorkomen dat wetenschappers telkens zelf het wiel moeten uitvinden. Zeker bij het voldoen aan wet- en regelgeving (compliancy) is het vaak zuchten onder onderzoekers, zo wordt duidelijk in de zaal. Ieder die er zit is betrokken bij het onderwerp en hoort niet voor de eerste keer dat research support nodig is vanwege de alsmaar toenemende concurrentie voor nieuw talent en voor financiering van onderzoek. De ontwikkelingen in open science, de nieuwe manier van het erkennen en waarderen van wetenschappers en de toenemende nadruk op kennisveiligheid maken het doen van onderzoek steeds complexer, legt Westenbrink uit. Het uiteindelijke doel is heel elementair: meer tevredenheid onder onderzoekers door betere werkdruk en meer impact bij het oplossen van problemen van de maatschappij.

Deel dit artikel