Derde geldstroom TU/e wordt niet volledig transparant

De derde geldstroom van de TU/e wordt slechts voor een klein deel openbaar gemaakt middels clusters vanwege de contracten met bedrijven die volledige openheid verbieden. Cursor is al sinds januari 2022 bezig om deze gegevens inzichtelijk te krijgen. Actiegroep University Rebellion vraagt ook al lang om transparantie en heeft op 12 april de eerste meeting met het College van Bestuur gehad om te zien wat er wel verstrekt gaat worden: categorieën van investeringen.

door
foto Jokerpro / iStock

Universiteiten hebben verschillende geldstromen. De eerste geldstroom betreft het geld dat direct van het ministerie van OCW komt. De tweede geldstroom komt van zelfstandige publieke organisaties, zoals NWO. De derde geldstroom is diverser: daar zitten veel private instellingen en bedrijven in, maar welke precies en hoeveel is dus niet duidelijk. De TU/e heeft met 22 procent de grootste derde geldstroom van Nederland. Niet alleen Cursor is geïnteresseerd om de TU/e-gemeenschap inzicht te geven in wie het onderwijs en onderzoek (mee)financiert. Het onderwerp derde geldstroom staat ook in de politiek en bij actiegroepen op de agenda. De motie Westerveld zorgde voor een onafhankelijk onderzoek naar de derde geldstroom en beïnvloeding van wetenschappelijk onderzoek. Het Rathenau-instituut heeft dat onderzoek uitgevoerd in 2020. Interessant was dat in dit onderzoek al snel duidelijk werd dat er een gebrek aan transparantie is: de onderzoekers konden door het gebrek aan data eigenlijk geen conclusies trekken over ongewenste beïnvloeding.

Beïnvloeding vanuit China

Toen in januari 2022 naar buiten kwam dat China het mensenrechtenonderzoek aan de VU financierde, was dat voor Cursor nóg een reden om ook inzicht in de eigen derde geldstroom te willen. Hoe zit dit bij ons? Is er externe invloed van (onvrije) landen of van de industrie op ons onderzoek en/of onderwijs? Cursor heeft gevraagd om gegevens van de derde geldstroom vanaf begin 2021, maar daar wil de universiteit niet aan voldoen. Er worden pas beperkte gegevens verstrekt vanaf het jaar 2022. Woordvoerder Ivo Jongsma zegt daarover: “We gaan vanaf kalenderjaar 2022 via ons jaarverslag verslag uitbrengen van onze industrie-inkomsten. Dat vraagt jaarlijks een flinke operatie qua afstemming met de genoemde bedrijven, wat we graag doen om transparantie te kunnen bieden. We hebben niet het voornemen om met terugwerkende kracht de gegevens te verzamelen en rapporteren over voorgaande jaren. We verwachten overigens dat het beeld in de recente voorgaande jaren niet veel afwijkt van 2022.”

University Rebellion

University Rebellion heeft tijdens vele protesten onder andere gevraagd om transparantie van de derde geldstroom. Tijdens de laatste bezetting eind vorig jaar, werd toegezegd dat zij voorafgaand aan de publicatie van het jaarverslag meer inzicht zouden krijgen in de vernieuwde opzet hiervan met wat meer transparantie dan voorheen, maar niet de losse bedragen per investeerder. University Rebellion kreeg die mogelijkheid op 12 april en laat weten die meeting “als goede stap te hebben ervaren en benieuwd te zijn naar het volledige verslag dat zal worden gepubliceerd in het late voorjaar. Ondanks dat dit al een zeer grote stap is voor de TU/e op gebied van transparantie, vinden wij dat er nog veel gedaan moet worden en daarom zullen wij volledige transparantie blijven eisen.”

De opzet zoals University Rebellion die beschrijft – na het inzien bij het CvB - heeft de onderverdeling van drie categorieën: kleine investering (<25k), middelgrote investering (25k-100k) en grote investering (>100k). De actiegroep schrijft: ‘Het totale bedrag per categorie wordt niet bekend gemaakt. Shell bevindt zich in de grote investeringscategorie, RWE in de kleine categorie. BP en Exxon Mobil staan niet in dit overzicht, maar het is belangrijk te weten dat geld dat naar studieverenigingen of Wervingsdagen gaat niet in dit overzicht wordt opgenomen omdat dat aparte entiteiten zijn.’

Geheimhoudingsclausules

De gegevens zullen dus ook niet per bedrijf bekend worden. Jongsma’s verklaring hiervoor: “De confidentiality-bepalingen in de individuele overeenkomsten bepalen dat bepaalde informatie alleen gedeeld mag worden als alle partijen het daarover eens zijn. Het gaat dan om relevante zaken als hoogte van de bijdrage, onderwerp van studie, voorgenomen projectresultaten, enzovoort. Dat is concurrentiegevoelige informatie voor de bedrijven. Dat is positief, want het betekent dat het betreffende project voor dat bedrijf echt relevant is, en daarmee op termijn voor de samenleving.”

Jongsma is blij met de nieuwe stap van de universiteit: “Om meer transparantie te kunnen bieden over de inkomsten uit de private sector is er over het jaar 2022 een lijst gemaakt, die wordt toegevoegd aan het aankomende jaarverslag. Op die lijst staan alle bedrijven – meer dan honderd - ingedeeld naar de omvang van de samenwerking met de TU/e. Dat geeft een goed beeld van de bedrijven waarmee de TU/e samenwerkt en wat de orde van grootte is van de samenwerking. We zetten hiermee als eerste universiteit in Nederland een grote stap qua transparantie over inkomsten uit het bedrijfsleven. We vinden dit belangrijk, als een universiteit die bekend staat om haar uitzonderlijk intensieve samenwerking met de industrie.”

Juni beschikbaar

Jongsma laat weten de definitieve lijst pas in juni beschikbaar te kunnen stellen. “We doorlopen intern zorgvuldig het proces richting onder meer de Raad van Toezicht en de universiteitsraad. Deze processen van afstemming lopen momenteel. In juni gaat de lijst naar de universiteitsraad en is dan ook publiekelijk beschikbaar. Met oog op de zorgvuldige afstemming kunnen we de lijst niet eerder ter beschikking stellen.”

Deel dit artikel