Chinese beurspromovendi een risico? Dat laat het kabinet onderzoeken

Chinese beurspromovendi spelen soms gevoelige informatie door aan China, meldden verschillende media. Na maanden van uitstel heeft minister Robbert Dijkgraaf op deze berichten gereageerd: het kabinet stelt een onderzoek in.

door
foto Webclipmaker / iStock

Het is denkbaar dat China het beursprogramma voor promovendi (China Scholarship Council) inzet voor het verwerven van hoogwaardige kennis en technologie, antwoordt minister Dijkgraaf op schriftelijke vragen van VVD-Kamerlid Hatte van der Woude.

Onwenselijk

Om met CSC-beurs naar het buitenland te gaan, moeten de Chinese promovendi de lijn van de communistische partij onderschrijven en loyaliteitsverklaringen ondertekenen. In Europa is er ophef over.

In Duitsland bijvoorbeeld worden Chinese promovendi soms verplicht om hun ambassade of consulaat op de hoogte te houden van hun vorderingen en informatie te verstrekken over hun academische collega’s aan de universiteit waar ze promoveren. Tijdens het promotietraject staan familieleden voor de promovendi garant. Die draaien op voor kosten als de promovendus zijn traject afbreekt of niet naar wens presteert. Dat gaat om bedragen tot zo’n 75 duizend euro.

Het zou inderdaad “onwenselijk” zijn als dit in Nederland ook speelt, vindt Dijkgraaf – maar harde uitspraken doet hij nog niet. De beantwoording van de Kamervragen liet maanden op zich wachten, veel langer dan gebruikelijk bij Kamervragen.

Signalen van promovendi die verslag doen bij de ambassade of het consulaat heeft hij wel opgevangen. Maar het is “moeilijk vast te stellen wat de precieze mate van invloed is die de Chinese overheid uitoefent op individuele promovendi”, voegt hij eraan toe. Dat familieleden garant zouden staan voor de promovendi in Nederland heeft hij niet gehoord.

Onderzoek

Nu kondigt de minister een onderzoek aan naar “het totaal aantal CSC-promovendi en in welke vakgebieden zij in Nederland actief zijn”. Dat onderzoek moet ook meer inzicht bieden in “het type contractvoorwaarden” waarmee de promovendi in Nederland komen werken.

Verder vraagt hij universiteitenvereniging UNL of er geen strengere eisen aan buitenlandse beursverstrekkers moeten worden gesteld. Elke universiteit maakt momenteel een risicoanalyse over de kennisveiligheid, zegt Dijkgraaf erbij, en daarin worden ook de beursprogramma’s en beurspromovendi meegenomen.

Nuance

Hij wil de nuance in het oog houden: “Risico’s op het gebied van kennisveiligheid ontstaan zelden enkel door één factor, zoals een loyaliteitsverklaring.” De “mate van toegang tot sensitieve kennis” en “het bestaan van (financiële) banden met een instelling en/of overheid” spelen daarbij ook een rol.

Het gevaar kan bijvoorbeeld zijn dat het Westerse wetenschappelijk onderzoek het Chinese leger vooruithelpt. In Nederland kwamen bijvoorbeeld 93 promovendi na een masteropleiding aan een militaire universiteit naar Nederland.

Omgekeerd is er in de media ook oog voor de positie van de promovendi zelf. Hun maandelijkse beursbedrag is vaak te karig om in het levensonderhoud te voorzien. Universiteiten zouden hen beter moeten steunen, menen critici.

Promovendinetwerk onderzoekt positie beurspromovendi

Promovendi Netwerk Nederland (PNN) wil meer te weten komen over de werkomstandigheden en financiële positie van internationale beurspromovendi. Worden ze behandeld als andere promovendi of niet?

“Het is niet uit te leggen”, zegt voorzitter van PNN Anneke Kastelein. Te vaak komen er schrijnende verhalen naar boven over de situatie van internationale beurspromovendi in Nederland. “Al langer zijn er zorgelijke signalen. Ze moeten het stellen met 1350 euro per maand, hebben geen toegang tot een emailaccount en een zorgverzekering en krijgen zelfs geen kerstpakket.”

Maar tegen welke problemen ze in het algemeen aanlopen en wat universiteiten daar precies aan doen is nog onbekend. Daarom heeft PNN een vragenlijst gemaakt, die de beurspromovendi kunnen invullen.

Kastelein verzoekt universiteiten, hoogleraren, universitaire ziekenhuizen en onderzoeksinstituten om hem te verspreiden. “De bedoeling is uiteindelijk dat instellingen proactief meedenken over hoe ze de beurspromovendi kunnen helpen.”

Deel dit artikel