Collegevoorzitter Smits vreest het tempo van de energietransitie

Collegevoorzitter Robert-Jan Smits vreest dat het tempo waarin op dit moment de energietransitie in Nederland wordt doorgevoerd, ertoe zal leiden dat de maakindustrie uit Nederland vertrekt. Dat zei hij vrijdag in een interview met de Telegraaf. Op de vraag waarom juist hij hiervoor waarschuwt zei Smits: “Ik vind ook dat universiteiten een belangrijke bijdrage moeten leveren aan het debat." Wat vinden de hoogleraren David Smeulders en Sjoerd Romme van zijn pleidooi?

Smits waarschuwde vrijdag in de Telegraaf (€) voor het “razend tempo” waarin de energietransitie zich voltrekt en de problemen die dat voor bedrijven kan gaan opleveren. Volgens hem zou het ertoe kunnen leiden dat bedrijven ervoor kiezen naar het buitenland te vertrekken. “We zijn veel te snel van het gas af gegaan en het alternatief is nog niet klaar”, aldus Smits. “Duizenden bedrijven in Nederland staan op de wachtlijst voor een stroomaansluiting, mensen met zonnepanelen op het dak moeten betalen omdat het stroomnet de opgewekte elektriciteit niet aan kan. En dan heb je ook nog 1,5 miljoen woningen die aardgasvrij moeten worden.”

De collegevoorzitter heeft het in de Telegraaf over “onze obsessie met de klimaatplannen”, waardoor Nederland dezelfde kant op zou gaan als Duitsland. “Dan krijgen we hier straks ook wat ik de 'Duitse ziekte' van de-industrialisatie noem. Energie is hier veel duurder dan in de Verenigde Staten en China. Dat treft met name de maakindustrie, maar ook de chemie. Die gaan straks naar de vaantjes en dan verdwijnt ook de werkgelegenheid. En dat zijn nou net sectoren die essentieel zijn voor de strategische autonomie van Europa."

Verzwaringen stroomnet

Hij pleit daarom voor het nemen van meer tijd en pas als rond 2030 de noodzakelijke verzwaringen aan het stroomnet gereed zijn kan er volgens hem versneld worden, “want we moeten wel vasthouden aan de doelen voor 2050”.

Bij de opening van het nieuwe academisch jaar volgende week maandag staat het verdienvermogen van Nederland en Europa centraal aan de TU/e. De energietransitie speelt daar een cruciale rol bij. Onder meer ASML-topman Peter Wennink en Diederik Samsom, de kabinetschef van inmiddels oud-eurocommissaris Frans Timmermans, zullen er spreken. Smits vindt dat de politiek zich er over moet uitspreken. “Zeker in verkiezingstijd. Wat doen we als doelen niet reëel blijken? Nemen we meer tijd?”

Pittige discussie

Als de Telegraaf erop vooruitloopt dat hij met zijn waarschuwing komende maandag afkoerst op een pittige discussie met Samsom, zegt Smits dat hij weet dat die “een 100 procent andere mening heeft. Dat hoort bij de universiteit. Het debat met elkaar aangaan."

Over de mogelijkheid dat Frans Timmermans premier wordt, zegt hij te verwachten dat die “vol doorgaat op de groene agenda. Hij zal bijval krijgen van diegenen die willen consuminderen en het over degrowth hebben. Maar ik vind het niet verstandig. Iedere persoon weet dat je omvalt als je op een fiets zit die stilstaat. Er moet altijd groei plaatsvinden. Andere groei. Groene groei. Er zijn enorm veel mogelijkheden om op te schalen wat betreft de opslag van hernieuwbare energie. Kijk naar al die prachtige projecten van de TU/e, zoals de zoutbatterij en de opslag via metaalpoeder. In dit soort onderzoek en innovatie moet de overheid gigantisch investeren. Nu moeten we het kapitaal vaak uit de Verenigde Staten halen."

Oude schoenen weggooien

David Smeulders, hoogleraar Energietechnologie en net terug uit China waar hij een summerschool bijwoonde, zegt zich volledig te kunnen vinden in de uitgangspunten van Smits. “We moeten inderdaad oppassen dat we hier in Nederland niet onze oude schoenen weggooien voordat we nieuwe hebben. Ik ben altijd wel wat huiverig om te gaan morrelen aan data die de overheid op dit gebied heeft afgesproken, maar Smits heeft gelijk als hij zegt dat eerst het energienetwerk sterk verbeterd moet worden. In China zijn ze er bijvoorbeeld zeer duidelijk over. Daar zegt men dat de CO₂-uitstoot in dat land in 2030 op het hoogste punt zal zijn en dat het dan wordt afgebouwd tot neutraal in 2060. Dat we in Nederland nu beweren al in 2050 neutraal te zullen zijn, klopt niet. Zoals het nu gaat zullen we dan nog 25 procent CO₂-uitstoot hebben.”

Daarom is het volgens Smeulders belangrijk om snel duidelijk te krijgen in welke volgorde en in welk tempo Nederland de energietransitie gaat uitvoeren. “Nu hoor ik veel voorbijkomen dat is gebaseerd op onkunde of te veel optimisme. En natuurlijk moet voor Nederland de verdiencomponent, waar Smits heel duidelijk op wijst, behouden blijven. Precies daarom is het juiste tempo belangrijk. Het is namelijk een transitie en geen revolutie. Wel moet het bedrijfsleven nu niet achterover gaan leunen, er moet wel een goed tempo in blijven zitten. Dat laatste kun je bereiken met subsidies (als voorbeeld noemt hij de subsidie voor ondergrondse opslag van CO₂, red.) en met het beprijzen van CO₂-uitstoot en dat laatste dan ook op Europees niveau. Want er moet dan wel een level playing field voor zijn.”

Oververhit

Sjoerd Romme, hoogleraar Ondernemerschap en Innovatie, zegt niet direct goed te kunnen inschatten of een te hoog tempo qua energietransitie bedrijven over de grens zal jagen. Romme: “Maar Smits zit natuurlijk vaker dan ik met strategische partners uit het bedrijfsleven om tafel en zal het beter kunnen inschatten.” Wel ziet Romme dat bedrijven ook nu wel richting het buitenland kijken, maar dan vooral voor het uitbreiden van hun activiteiten. "De Brainport-regio is al aardig oververhit en het is lastig om hier voldoende gekwalificeerd personeel te vinden en voor dat personeel dan ook nog passende huisvesting. Niet zo lang geleden heeft bijvoorbeeld ASML in de buurt van Berlijn een bedrijf overgenomen om daar te gaan uitbreiden, maar dat wil niet zeggen dat ze dan gaan vertrekken uit Veldhoven. Hier stabiliseren ze hun activiteiten. Ik denk dat meer bedrijven er op die manier naar kijken.”

Dat het energienetwerk en de energietransitie er belangrijke factoren bij zijn, ziet Romme ook, “maar soms is het nodig om even wat pijn te voelen om bepaalde partijen aan te zetten tot actie.” Maar ook hij constateert dat het energienetwerk nu niet goed is voorbereid op al die nieuwe energieleveranciers en de sterk toegenomen vraag en volgens hem is er op dit moment ook weinig visie over hoe het dan wel beter kan en beter moet. “En dat is een probleem dat breder speelt dan alleen in de Brainport-regio, dat heeft zijn effect op het hele Nederlandse bedrijfsleven.”               

Deel dit artikel