Sluitstuk | Waardevolle momenten creëren

Zogeheten warme technologie kan mensen met dementie ondersteunen in hun psychosociale behoeften. Promovenda Myrte Thoolen, die vandaag haar proefschrift bij de faculteit Industrial Design verdedigt, merkte dat bestaande technologie vaak niet goed bij de individuele behoeften aansluit. Tijdens een intensief samenwerkingstraject met het Pleyade Innovatie Team van zorgorganisatie Pleyade bracht ze de behoeften van mensen met dementie in kaart. Op basis daarvan heeft ze onder andere een kamer ontworpen die zich automatisch aanpast aan de persoonlijke wensen van de persoon die hem betreedt.

In de afgelopen jaren werkte de promovenda intensief samen met Stichting Pleyade die zorg biedt aan mensen met dementie. Binnen het Pleyade Innovatie Team werkte ze samen met andere onderzoekers, ontwerpers, techneuten, zorg- en welzijnsprofessionals en tijdens het onderzoekstraject had ze veel direct contact met mensen met dementie en hun dierbaren. “Om me in hen te verplaatsen begon ik mijn promotie-onderzoek met observaties in een dagbesteding voor mensen met dementie en deed ik mee aan alle dagelijkse activiteiten."

Rijke verhalen en herinneringen

“Ik weet dat ik thuiskwam na zo’n dag en dacht: ik merk helemaal niet dat deze mensen dementie hebben”, vervolgt ze. “Dat triggerde mij heel erg.” Volgens haar gaan we er vaak van uit dat mensen door dementie heel erg veranderen en heel veel niet meer kunnen. Maar toen ze met de mensen in gesprek ging, zag ze dat ze vaak nog hele rijke verhalen en herinneringen hebben. “Toen besefte ik: we moeten deze mensen zien zoals ze zijn en daar niet meteen een label op plakken. En we moeten vooral kijken naar wat ze nog wel kunnen en dat versterken, in plaats van te kijken naar wat ze niet meer kunnen.” Dat werd het uitgangspunt van haar onderzoek.

Hoewel er in de literatuur veel bekend is over dementie, is de impact daarvan in de praktijk heel verschillend per persoon, merkte ze al snel. Met zogenaamde warme technologie kun je mensen met dementie in hun kracht zetten, maar Thoolen zag een grote kloof tussen de bestaande technologie en de behoeftes van de individuele mensen met dementie. Haar streven was daarom vanaf het begin om technologie te ontwikkelen die beter afgestemd zou worden op de individuele behoeftes en die zich aan zou kunnen passen aan de wensen van de gebruiker. Vanuit een positieve benadering ging ze vervolgens kijken: hoe kunnen we de mensen versterken en de beleving van hun dag verrijken, leuke momenten creëren en zo hun levenskwaliteit verbeteren? Door middel van ontwerpend onderzoek heeft ze samen met mensen met dementie uiteindelijk drie systemen ontworpen die ze presenteert in haar proefschrift.

Verschillende interfaces

Bij de warme technologie die Thoolen ontwikkeld heeft wordt veel gebruikgemaakt van media. “Muziek, video en foto’s kunnen het gesprek stimuleren, het emotioneel welbevinden verbeteren en een hele positieve bijdrage leveren aan het oproepen van herinneringen”, vertelt ze. Mensen met dementie hebben echter zelf weinig toegang tot dit soort mediasystemen, zo kunnen ze vaak zelf geen radio aanzetten, laat staan de moderne muzieksystemen zoals Spotify. Door te kijken naar wat ze nog wel kunnen, heeft ze Sentic ontworpen, een muzieksysteem dat mensen met dementie zelf kunnen bedienen.

Het systeem is voorzien van drie verwisselbare interfaces om tegemoet te komen aan de individuele behoeftes van de gebruiker. Het systeem kan bediend worden met knoppen, “want deze kennen veel mensen nog van vroeger, bijvoorbeeld van oude radio’s”, aldus Thoolen. Maar er is ook een interface met een zacht oppervlak dat ze kunnen aanraken en daarmee het systeem aansturen. “Als ze met de vingers naar boven bewegen, gaat de muziek harder, als ze naar beneden bewegen wordt het geluid zachter”, legt ze uit. “Een meneer probeerde dat uit en stond helemaal versteld. Hij vertelde meteen enthousiast aan zijn groepsgenoten: ‘Jongens, dat heb ik gedaan!’”

De laatste interface heeft geen bedieningsfunctie, zodat de gebruiker zich alleen op de muziek kan concentreren. De muziek kan ook gepersonaliseerd worden. Door schijven met muziek in de juiste vorm te plaatsen (“dat lukt de meesten wel, bleek tijdens workshops”), kunnen de gebruikers het systeem zelf activeren en muziek naar keuze afspelen.

Beleefkamer

Een ander ontwerp, AmbientEcho, bestaat uit een kamer die door de combinatie van verschillende media mensen met dementie op een positieve manier kan stimuleren. Wat deze ‘beleefkamer’ bijzonder maakt, is dat de mediacontent zich automatisch aanpast aan de persoon die er naar binnen loopt. Hierdoor is deze kamer perfect in te zetten in zorginstellingen met veel verschillende bewoners. Via een ketting met bluetoothverbinding wordt herkend wie de kamer betreedt en de beelden, foto’s, video’s en belichtscènes veranderen dan automatisch naar de vooraf ingestelde content, gebaseerd op de persoonlijke voorkeuren.

“De mediacontent personaliseren kan ook een negatief effect hebben op mensen met dementie, want het kan het gevoel van verlies en gemis versterken. We hebben zowel op maat gemaakte als generieke muziek en beelden gecreëerd om te kijken hoe mensen daarop reageren. Dat bleek heel individueel te zijn”, legt Thoolen uit. “De een vindt het heel prettig om wat algemene beelden te zien van bijvoorbeeld bloemenvelden of de zee, maar er was een man die een groot fan was van Vitesse, dus hebben we de beleefkamer helemaal in dat thema ingericht, en dat vond hij geweldig.”

LivingMoments

Ook heeft ze LivingMoments ontworpen – een systeem waarmee mensen met dementie appjes, filmpjes en audioberichten kunnen ontvangen van dierbaren. Appjes worden door het apparaat omgezet in geprinte ansichtkaarten, die op hun beurt geactiveerd kunnen worden in het apparaat (zie hoofdfoto). Via de QR-code herkent het systeem van wie de kaart is en speelt het een audiobericht of een filmpje van dezelfde persoon af. Ook kunnen de ontvangers op de berichten reageren met een emoticon (zoals een duimpje of een hartje), een getypt bericht, een audiobericht of een filmpje. Zo kunnen ze zelf kiezen wat ze prettig vinden. “De een lukt het nog om een bericht te typen, de ander reageert graag met emoticons”, aldus de promovenda.

Eigenlijk is het systeem een versimpeld alternatief voor Whatsapp. “De meeste mensen met dementie kunnen geen smartphone bedienen. Hun partner laat ze dan berichtjes, foto's of video’s zien, maar dat gebeurt vaak heel snel en dan wordt de telefoon weer afgepakt”, vertelt Thoolen. “Het wordt door een ander bepaald wanneer ze een berichtje te zien krijgen; de eigen regie hebben ze niet meer.”

Dankzij dit systeem kunnen mensen met dementie weer zelfstandig contact onderhouden met familie en vrienden. “Zelfs de kleinkinderen konden berichtjes sturen en iets terugkrijgen, en zo contact hebben met hun opa of oma met dementie.” Zo werd het een verrijkende, gedeelde ervaring voor zowel de personen met dementie als hun dierbaren. “In mijn onderzoek is ook naar voren gekomen dat we naast mensen met dementie de sociale omgeving moeten betrekken in het ontwerpen van technologie. Deze omgeving heeft namelijk invloed op het gebruik van de technologie”, benadrukt Thoolen.

Aanpasbaarheid

Aanpasbaarheid van soortgelijke systemen aan persoonlijke voorkeuren is volgens haar heel belangrijk en moet verder onderzocht worden. “In veel literatuur wordt gezegd: we moeten de technologie aanpassen aan de behoeftes, maar de ‘hoe’ ontbreekt vaak. Met de studies in mijn proefschrift laat ik de mogelijke manieren zien”, aldus Thoolen. “Door het Pleyade Innovatie Team hebben we ook ondervonden dat het belangrijk is om dit soort interdisciplinaire (design)teams in het zorg- en welzijndomein te brengen om samen met de doelgroep, in dit geval mensen met dementie, passende technologie te ontwikkelen die aansluit bij hun behoeften en wensen.”

Er ligt vooralsnog geen businessplan op tafel om de drie ontworpen systemen grootschalig aan mensen met dementie aan te gaan bieden, maar de werkende prototypes blijven in ieder geval in gebruik door de Stichting Pleyade. “Het is een heel dankbaar onderzoek”, vertelt de promovenda tot slot. “Ik vind het belangrijkste dat ik hiermee een positieve bijdrage kan leveren aan het leven van mensen met dementie.”

Deel dit artikel