Korte publicaties straks ‘by default’ open access

Vanaf 1 juni maakt de universiteit kort wetenschappelijk werk automatisch na zes maanden openbaar. Wetenschappers hoeven bij deze nieuwe open access regeling geen toestemming meer te geven voor het openbaar maken van publicaties. In plaats daarvan komt er nu een opt-out optie.

door
foto FGC / Shutterstock

In de Nederlandse auteurswet staat al sinds 2015 dat wetenschappers die met publiek geld onderzoek hebben verricht hun publicaties na een redelijke termijn openbaar mogen maken, óók als ze al een contract hebben ondertekend bij een tijdschrift met een betaalmuur. Van dat recht werd in eerste instantie echter weinig gebruik gemaakt, terwijl universiteiten en de overheid de ambitie hebben om alle publicaties openbaar te maken via open access.

Om daar verandering in te brengen kwam er aan de TU/e in 2019 een ‘opt-in’ regeling, waarbij onderzoekers zelf aangeven of ze willen dat een artikel na zes maanden openbaar wordt gemaakt. Vanaf 1 juni verandert die in een ‘opt-out’ regeling, waarbij artikelen na zes maanden automatisch via open access openbaar worden. Onderzoekers kunnen er via een opt-out voor kiezen om daar van af te zien, maar zelfs als ze dat doen verwacht de universiteit van ze dat ze het werk op een andere manier openbaar maken, zegt Marjet Elemans, open access specialist bij Library and Information Services.

Kort wetenschappelijk werk

Het ‘Amendement Taverne’ is een aanvulling op de Nederlandse auteurswet, die onderzoekers toestaat om kort wetenschappelijk werk te delen. Universiteitsvereniging UNL heeft het amendement vervolgens vertaald naar een “werkbare definitie”, aldus Elemans. Daarbij is ook duidelijker omschreven wat precies onder kort wetenschappelijk werk wordt verstaan: artikelen, conference papers en losse hoofdstukken in ‘edited collections’. "In eerste instantie richten we ons vooral op deze korte werken, maar later willen we het ook op andere vormen gaan toepassen.”

Verder geldt de regeling voor iedereen die aan de universiteit werkt of gebruikmaakt van publiek geld, ook als het onderzoek deels gefinancierd is door derden als ASML, Shell of de Europese Unie, benadrukt Elemans. “Als er op het artikel een affiliatie staat met de TU/e mogen we het openzetten.”

In de meest recente beschikbare cijfers van de universiteit, uit 2021, is te zien dat 16 procent van de artikelen nog achter een betaalmuur staat. Het doel is om honderd procent van de artikelen open access te maken, zegt Elemans. “Bij universiteiten die deze regeling al langer hanteren, zoals die van Groningen en Twente, zie je dat ze in 2021 bijna aan de honderd procent kwamen. Geen enkele onderzoeker koos voor een opt-out.” Wel weet ze van een situatie in Twente waarbij een wetenschapper al een overeenkomst had ondertekend bij een uitgever en er moeite mee had om die te verbreken. “De wet staat echter boven zulke overeenkomsten en na overleg met de wetenschapper was het geen probleem om het artikel na zes maanden toch openbaar maken.”

Oude publicaties

De universiteitsbibliotheek zal met ingang van de nieuwe regeling ook alle publicaties vanaf 1 januari 2022 openzetten. Onderzoekers zijn door het College van Bestuur persoonlijk op de hoogte gesteld. “In de wet staat dat we zelfs artikelen uit 1987 nog open access zouden mogen publiceren, maar dat gaan we niet doen. Want waar trek je dan de grens?”, aldus Elemans. Wetenschappers die oudere artikelen toch graag beschikbaar maken, kunnen daarvoor wel een verzoek indienen bij de open access helpdesk van de universiteitsbibliotheek.

Of het ook lukt om echt honderd procent van de artikelen open access te publiceren weet Elemans niet, wel denkt ze erg dichtbij te komen. Door het de onderzoekers zo gemakkelijk mogelijk te maken, hoopt de universiteit obstakels zo veel mogelijk weg te halen. Het enige wat wetenschappers hoeven te doen, is hun artikel registreren in Pure. “Zelfs dat wordt ze gemakkelijk gemaakt”, zegt Elemans, “want als een artikel in een database verschijnt, krijgen onderzoekers in Pure automatisch een suggestie om het artikel te registreren.” De universiteit haalt vervolgens de definitieve versie op en zet die in het systeem met een embargo van zes maanden. Daarna wordt de publicatie automatisch open access.

Deel dit artikel