CBL avant la lettre

De Bouwkundewinkel bestaat sinds 1973 en heeft altijd al volgens de richtlijnen van TU/e’s nieuwste onderwijsconcept Challege Based Learning gewerkt. Studenten werken aan oplossingen bij bouwkundige vraagstukken die klanten van buiten de universiteit inbrengen. Of de adviezen worden uitgewerkt, is aan de aanvrager. De studenten kunnen al doende hun theoretische kennis in de praktijk brengen.

Built Environment biedt het keuzevak ‘Bouwkundewinkel’ zowel aan haar bachelor- als haar masterstudenten aan. In 2023 volgden in totaal 58 studenten dit vak. Zij krijgen opdrachten die door het Bouwkundewinkel-bestuur zijn geselecteerd. Afgelopen kalenderjaar resulteerde dat in 21 projecten.

Sinds het redesign van het Bachelor College schrijft de TU/e op haar website dat zij uitdagend onderwijs aanbiedt: ‘De vraagstukken waar je je op richt komen rechtstreeks uit het bedrijfsleven, de maatschappij of de wetenschap. De mensen die in de praktijk aan deze vraagstukken werken betrekken we actief bij ons onderwijs. Zo leer je al vóór de start van je carrière een brug slaan tussen techniek en de wereld om je heen. En dat is precies de kwaliteit waar onze maatschappij en het bedrijfsleven om zit te springen.’

Winkelier Rimke Spoelstra zegt het korter en krachtig: “Wij zien een maatschappelijk probleem, pakken het aan en leren ervan. Dit doet de Bouwkundewinkel al vanaf 1973.” Ze is lid van het huidige vierkoppige bestuur van de winkel en heet daarom, net als Wesley Massij, winkelier. Het bestuur is er om de aanvragen te beoordelen, te verdelen onder studenten en docenten, contact te houden met ESA en om de projecten te begeleiden.

Serieuze opdrachten

Massij legt uit aan welke criteria de aanvragen moeten voldoen. “Er moet acht weken onderwijs mee gevuld kunnen worden en er moet een wetenschappelijke paper of ontwerp uit voortkomen. Verder moet het een bouwkundig raakvlak hebben met maatschappelijke waarde en door een non-profit organisatie of particulier worden aangevraagd.” Spoelstra voegt nog toe: “Wij zijn geen goedkope stagiaire voor bedrijven.”

In de volgende voorbeelden van afgewezen projecten, zie je deze eisen terug. “Een man gaf ons bouwtekeningen en vroeg welke materialen hij dan het best kon gebruiken. Dat is te makkelijk. Iemand vroeg of we de oorzaak van een bromtoon in een woonhuis weg konden nemen. Dat is onmogelijk”, zegt Massij. “Soms vragen mensen of we schroeven of planken verkopen.” Zo’n winkel zijn ze niet, maar het bestuur heeft wel openingstijden en een fysieke plek in Vertigo op vloer 7 (zie foto, Wesley Massij links, Rimke Spoelstra rechts).

Opstapje

De Bouwkundewinkel geeft de klanten een adviesrapport. “Wat zij daar mee doen is aan hen”, zegt Spoelstra. “Het is leuk wanneer het uitgevoerd wordt, maar we snappen dat dat niet altijd kan.” Vaak is het advies een zetje in de rug om met de vraag naar een professioneel bureau te stappen. “Opvallend veel opdrachten gaan over vocht en schimmel in huurhuizen waarover bewoners bij de verhuurder geen gehoor krijgen. Daar kunnen onze studenten goede adviezen voor geven.”

De winkeliers weten dat de docenten blij zijn om mee te werken aan de projecten. “De vragen zijn niet alledaags en vaak iets speelser dan de gebruikelijke leerstof.” Onderwijskundig gezien ligt de grootste winst bij de studenten; zij kunnen bij de Bouwkundewinkel voor het eerst hun theoretische kennis in praktijk brengen. Voor Spoelstra was het mooiste aspect van haar project vorig collegejaar het directe contact met de klanten. “Dat was leuk en ik heb er veel van geleerd.”

Deel dit artikel