Honorsstudenten presenteren 91.000 uur aan onderzoek

Afgelopen woensdag op de demodag van de Honors Academy presenteerden bachelor studenten de resultaten van hun interdisciplinaire onderzoeken en experimenten. In teams werkten zij een of twee jaar aan projecten voor cliënten of vanuit hun eigen interesse aan oplossingen voor de maatschappelijke problemen van deze tijd.

In totaal waren er 217 studenten die in 11 verschillende routes aan 51 projecten werkten. "91.000 gewerkte uren, die jullie nu in anderhalf uur gaan presenteren op de demomarkt", begon Marijke van Deelen, beleidsmedewerker van de Honors Academy de plenaire opening in de Blauw Zaal. Die was gevuld met studenten. Zij werkten aan uiteenlopende thema’s zoals AI, kernfusie, gezondheid en mobiliteit. Op de voorste rij zaten hun coaches, die hen het afgelopen jaar begeleidden. Ook zaten er familieleden, medewerkers en gegadigden van Fontys en Wageningen Universiteit in het publiek. 

René van Donkelaar, decaan van de Honors Academy, kreeg daarna het woord. Met gespreide armen stond hij op het podium. Trots vertelde hij dat het programma nu vijftien jaar bestaat. Studenten kunnen het tweejarige programma volgen als ze net wat meer uitdaging zoeken naast hun reguliere studie. Hij vertelde dat de Honors Academy op aandacht kon rekenen van andere onderwijsinstituten, die zelf ook een honorsprogramma hebben en dat daarmee een heel landelijk netwerk was ontstaan. Hij benadrukte wel dat het bij de TU/e net iets anders werd georganiseerd. “Bij ons is alles centraal geregeld in elf verschillende routes. Daarom kunnen jullie in interdisciplinaire teams werken voor twee jaar lang. Jullie hebben die unieke kans.”

Navigatie voor slechtzienden

Op de begane grond van Atlas stonden studenten aan weerszijde achter rijen van statafels. Geïnteresseerden liepen langs om de projecten te bekijken. Onder de rode trap stond het team NaviSense. Voor student Juan Benavent (20) zat het eerste jaar er nu op. Daarin werkte hij aan een navigatiesysteem voor blinden en slechtzienden, die kan helpen bij het navigeren in publieke ruimtes, maar ook in ziekenhuizen of supermarkten.

“Dit jaar stond in het teken van veel praten met onze doelgroep. Uit die interviews zijn meerdere concepten gekomen”, zei hij wijzend naar het scherm naast hem. Daarop stonden meerdere schetsen van een armband, hoofdband en een ketting. “Die kunnen geluid maken of trillen, of allebei, waarmee aangegeven wordt welke richting iemand op moet gaan. Het apparaat weet precies waar je bent en waar je naartoe moet.” Het is een eerste concept, maar Benavent en het team hebben nog een jaar te gaan. “Het wordt een enorme uitdaging, maar hopelijk staan we hier volgend jaar met een werkend prototype."

Tekst loopt door onder foto.

Radiotelescoop

Iets verderop stond student Alicja Urbanczyk (21) voor een poster met daarop meerdere foto’s van een groen veld, een paar palen en daaraan gekoppelde bedrading. Het is het project waar ze als lid van Team Radio Telescope een jaar lang aan werkte. En dat is ook precies wat ze heben gebouwd. "Het idee kwam van onze coach en we waren daar meteen enthousiast over, omdat het een mooie kans was om over de praktische kant van radioastronomie te leren." Ze sprak van een geslaagd project. “We hebben radiosignalen van de zon gemeten, maar ook van Jupiter. Het moment dat die eerste metingen binnenkwamen, ga ik niet snel meer vergeten."

Volgens Urbanczyk was het grootste obstakel in de realisatie van de telescoop niet de software, die te wensen overliet of de bouwkundige vereisten, maar het vervoer van de hele constructie naar locatie. De radiotelescoop is gebouwd op het terrein van Astron, bekend van de radiotelescoop in Westerbork. “Dat is drie uur rijden. We hebben de tien meter lange stalen buizen uit elkaar moeten halen en nog eens moeten doorzagen om het mee te krijgen.”

Het bouwwerk is een simpelere versie van een normale radiotelescoop, bedoeld om de basis achter de techniek te begrijpen. "We hebben nog wat metingen om te doen en we gaan ook kijken hoe we de data beter kunnen interpreteren." Volgend jaar werkt het team verder met al hun opgedane kennis om een complexere versie van de radiotelescoop te bouwen. “Daarvoor is wel veel meer onderzoek nodig, maar we hopen hier volgend jaar met een werkende telescoop te staan.”

Tekst loopt door onder foto.

Kernfusie in Nederland

Student Victor Vermeulen (21) keek met zijn team naar wat ervoor nodig is om een kernfusiecentrale in Nederland te bouwen, specifiek in de haven van Rotterdam. Daarvoor stippelden zij een niet-technische roadmap uit met belangrijke vraagstukken die opgelost moeten worden om het te realiseren, van publieke betrekkingen en politieke draagvlak tot financiering van de hele toeleveringsketen.

Vermeulen stortte zich op de juridische kant van het verhaal. Daarvoor dook hij in de wetboeken en ging hij langs bij kernfusie-startups in Groot Brittannië om te zien hoe het daar geregeld is. “Het moeilijkste was om alle informatie rondom wetgeving voor kerncentrales te vinden. Dat ging allemaal over kernsplijting, dus ik heb gekeken of het ook toepasbaar was voor kernfusie of dat er eerst dingen aangepast moeten worden.”

De roadmap ligt nu klaar en volgend jaar gaat het team verder in gesprek met de Haven van Rotterdam en de overheid om te kijken in hoeverre hun plannen realiseerbaar zijn. “We gaan heel veel koffie drinken”, zegt Vermeulen lachend. Hij is in ieder geval hoopvol dat er ergens in 2050 een werkende kernfusiereactor in Nederland staat. “We hebben alles eromheen uitgezocht. Nu de technologie nog.”  

 

Deel dit artikel