Sluitstuk | Het publieke debat beter vormgeven

Wanneer we het publieke debat voeren, proberen we de ander vaak met rationele argumenten te overtuigen in plaats van elkaars zienswijze beter te begrijpen, stelt TU/e-onderzoeker Daniëlle Arets in haar proefschrift. Door middel van ontwerpend onderzoek heeft ze tools en tactieken ontwikkeld om het debat opener, democratischer en inclusiever te maken. In april heeft ze haar proefschrift bij de faculteit Industrial Design verdedigd.

door
foto Privécollectie

Arets werkt als lector journalistiek bij de Fontys Hogeschool en maakt daar onderdeel uit van een onderzoeksgroep die zich bezighoudt met innovatie in de journalistiek. Daarnaast heeft ze een achtergrond als ontwerpend onderzoeker - met name bij de Design Academy in Eindhoven – en is ze jaren actief als coördinator en organisator van politieke en publieke debatten. “Ik ben eigenlijk altijd bezig op het snijvlak van design, journalistiek en het publieke debat.” Haar proefschrift ‘Save the debate’ focust zich op het revitaliseren van het publieke debat en hoe we dat beter kunnen vormgeven.

Conflicterende waarden

“Het belang van het publieke debat wordt heel vaak genoemd, vooral in verband met het versterken van democratie”, vertelt Arets. “Om het publieke debat beter te gaan voeren, hebben we nieuwe tactieken nodig. In haar onderzoek heeft ze gekeken hoe je het debat kunt faciliteren en vooruithelpen met design.

De termen ‘debat’ en ‘dialoog’ worden heel vaak door elkaar gebruikt, toch is er een wezenlijk verschil tussen die twee, legt ze uit. In een debat probeer je met argumenten elkaar te overtuigen en er zit een competitief element in; een debat kun je winnen of verliezen. Bij een dialoog gaat het daarentegen om het begrijpen van elkaars standpunten en zienswijzen. In haar proefschrift haalt ze socioloog Richard Sennett aan die pleit voor zogenaamde ‘dialogic exchange’, waarbij de gesprekken onderzoekend van aard zijn en als doel hebben de conflicterende waarden voor het voetlicht te brengen. Volgens hem is dit noodzakelijk om een betere samenwerking tot stand te brengen.

Adversarial design

Haar onderzoek baseerde Arets ook op het werk van filosofe Chantal Mouffe die aangeeft dat je het conflict eerst moet erkennen, zodat je weet waar het precies plaatsvindt en hoe mensen zich tot bepaalde thema’s verhouden. Arets: “Nu gaan we daar heel vaak aan voorbij. We komen snel in een soort van consensuspolitiek, het beroemde poldermodel.” 

In plaats van een rationele uitwisseling, moeten we dus betere tactieken vinden die meer gericht zijn op subjectiviteit en verschillende emoties, vond Arets. “Dat probeerde ik naar de praktijk te brengen. Ik vroeg me af: hoe kan ontwerp ons helpen om dat te doen?” Een van de technieken die ze daarvoor gebruikte is adversarial design, een conceptuele benadering van design die kritisch denken wil stimuleren, bestaande normen wil uitdagen en onderliggende problemen of vooroordelen wil blootleggen. “Vaak is het een beetje provocatief en bedoeld om een gesprek te openen en te onthullen wat onzichtbaar blijft”, aldus Arets. Een ander probleem dat ze wilde aanpakken is het feit dat er vaak (groepen) mensen worden uitgesloten van het publieke debat. Hoe kun je met iets tastbaars zorgen dat je iedereen erbij betrekt?, vroeg Arets zich af.

Angsten erkennen

Haar onderzoek concentreert zich primair op het debat rondom de Slimme stad waarbij slimme technologieën gebruikt worden om de stad te beheren en te besturen. “Neem het implementeren van technologie in de stad. Dat gaat bijvoorbeeld gepaard met angst voor straling, maar mensen die zich daar ongemakkelijk bij voelen worden snel aan de kant weggezet.” Arets keek naar hoe je ontwerp kunt gebruiken om ruimte te geven aan al de angsten, emoties en weerstand tegen deze ontwikkelingen. 

Arets benadrukt hoe belangrijk het is om de zorgen van mensen serieus te nemen. “Als mensen zeggen dat ze bang zijn voor straling, gaat een expert vaak uitleggen waarom die zorgen ongegrond zijn, want ze hebben het allemaal uitgezocht en het is helemaal veilig. Maar die angsten zijn echt, dus die moet je erkennen.” Deze mensen wegzetten is dan ook een hele slechte debatstrategie, vindt ze. “Waarschijnlijk vertegenwoordigen die angsten wat bij heel veel mensen speelt. Dat kun je niet met rationele argumenten weerleggen.”

DeliverPoo

Samen met studenten van de TU/e, de Design Academy en Philips heeft ze DeliverPoo ontworpen - een knipoog naar de maaltijdbezorgdienst Deliveroo. DeliverPoo moet je zien als een fantasieproduct om mensen te triggeren. En dat triggeren, dat gebeurt waarschijnlijk wel als de deelnemers aan het onderzoek horen dat er menselijke poep bij je thuis wordt opgehaald om deze zogenaamd te 'transformeren' in water, medicijnen of voedsel. “Het is een behoorlijk radicaal idee”, geeft Arets toe. De inspiratie voor het concept DeliverPoo kwam uit de wijk Brandevoort in Helmond die ingericht is met een slimme zone waarin ook toiletdata wordt verzameld. Daar zit een privacycomponent in die interessant is om boven tafel te halen. “Je kunt uit poep belangrijke inzichten halen zoals wat mensen eten en hoe gezond of duurzaam dat is, maar je zit met privacy-issues. Veel mensen vinden het geen fijn idee en staan niet open voor zo’n interventie.”

Met DeliverPoo zet je iets concreets en tastbaars neer, waarmee je een soort van inkijkje in de toekomst geeft. Op die manier creëer je ruimte voor de verschillende emoties die het bij de mensen oproept, was haar idee. “De slimme stad is namelijk veelal onzichtbaar”, zegt Arets. Om het uit te testen stond het ontwerp in de expositieruimte bij de Dutch Design Week en werd het publieke debat eromheen gehouden. “We merkten dat zo’n tool heel erg kan helpen om latente frustraties bloot te leggen”, vertelt ze. Het is overigens niet de bedoeling dat zo’n debat na één of twee avonden afgelopen is; het is een ongoing proces, benadrukt ze.

In het kader van haar promotieonderzoek heeft ze heel veel verschillende casestudies gedaan en elke keer kwam ze tot dezelfde kern: in het publieke debat moet je je niet beperken tot het uitwisselen van feiten en argumenten, want dan schiet je tekort. “Door dingen tastbaar te maken en te komen tot een meer creatieve in plaats van rationele deliberatie, kunnen we het publieke debat veel beter met elkaar voeren."

PhD in the picture

Wat staat er op je proefschriftkaft? 

"Een ontwerp van de geweldige ontwerper Merel Witteman; het is een sterk grafisch beeld waarin het zwart-wit denken juist gradueel in elkaar overloopt."

Je bent op een feestje. Hoe leg je in één zin uit wat je onderzoekt? 

"Interactie met mensen, de omgeving en de dingen. Ik breng op een feestje ook graag een denkbeeldige microfoon mee, dat zal de journalistieke inborst zijn."

Hoe blaas je naast je onderzoek stoom af? 

"Met hardlopen en fietsen."

Hoe draagt je onderzoek bij aan de maatschappij? 

"We hebben belang bij een beter debat waarin we leren met de verschillen in de maatschappij om te gaan; creatieve deliberatietactieken kunnen daaraan bijdragen."

Wat is je volgende hoofdstuk? 

"Lector Ontwerpen binnen de opleiding Journalistiek bij Fontys."

Deel dit artikel