- De universiteit , Onderzoek
- 27/11/2024
Managing director van EIRES, Mark Boneschanscher (zie hoofdfoto), opent de dag met een terugblik op recente ontwikkelingen binnen de energietransitie. Hij benadrukt dat er flinke stappen worden gezet, maar dat de uitdaging immens blijft. “We weten wat de consequenties zijn als we het tij niet keren”, zegt hij terwijl beelden van recente natuurrampen – zoals de overstromingen in Tsjechië en Polen – worden getoond. Zijn boodschap is helder: de urgentie om in actie te komen is groter dan ooit.
Dynamisch systeem
Hij schetst een toekomstbeeld waarin het traditionele top-down energiesysteem plaatsmaakt voor een dynamisch netwerk. “Energie zal steeds meer stromen tussen producenten en consumenten, waardoor minder bronnen en geld worden verspild”, voorspelt hij. Hij licht toe hoe EIRES bijdraagt aan deze transitie door onderzoekers te verbinden, startups te ondersteunen (zoals Tibo Energy en RIFT), en te werken aan projecten zoals een intelligente megabatterij op de TU/e-campus om netcongestie aan te pakken.
Richard van de Sanden, wetenschappelijk directeur van EIRES, kondigt vervolgens een belangrijke uitbreiding aan: het Center for Computational Energy Research (CCER) wordt onderdeel van EIRES. Dit centrum richt zich op de toepassing van AI en machine learning in energieonderzoek, zoals het ontwerpen van betere batterijen en efficiëntere energienetwerken. Met deze integratie wil EIRES de impact en onderzoeksscope van CCER verder vergroten.
Daarna is Boneschanscher weer aan woord. Een opvallend moment in zijn presentatie is de dia van een immense berg fietsen in China. Wat op het eerste gezicht een kleurrijk landschap lijkt, blijkt een dumpplaats voor afgedankte deelfietsen. “Dit is wat er gebeurt als we niet goed nadenken over recyclebaarheid.” Hij waarschuwt voor het risico van het fenomeen “from greenhouse to scrapheap,” waarbij groene innovaties afval genereren.
Hij maakt de link met zonnepanelen en batterijen. “We lossen één probleem op, maar creëren misschien een ander. Als we nu geen aandacht besteden aan hergebruik, zien we straks vergelijkbare beelden van afgedankte zonnepanelen en accu's.” Volgens Boneschanscher ligt de oplossing in een circulaire economie waarin materialen efficiënter worden hergebruikt.
Batterijen van de toekomst
De keynote van Moniek Tromp, hoogleraar Materiaalchemie aan de Rijksuniversiteit Groningen, draait om een cruciaal onderdeel van de energietransitie: batterijen. Ze legt uit dat oplaadbare batterijen essentieel zijn, niet alleen voor duurzame mobiliteit – denk aan elektrische voertuigen – maar ook voor het opslaan van zonne- en windenergie op momenten dat er een overschot is.
Een grote uitdaging op dit gebied is de degradatie van batterijen over tijd, wat betekent dat ze steeds minder energie op kunnen slaan, legt ze uit. Zo verliezen accu's in elektrische auto’s elk jaar ongeveer twee procent van hun capaciteit. Dit proces is onomkeerbaar. “Wat verloren is, blijft verloren.” Met behulp van geavanceerde röntgentechnieken bestudeert ze met haar onderzoeksgroep hoe dit proces verloopt en werkt ze aan batterijen die duurzamer en efficiënter zijn. “Door in te zetten op betere materialen en technologie, kunnen we een grote stap vooruitzetten.”
Van handwarmers tot huisverwarming
Voor de volgende presentatie worden handwarmers uitgedeeld aan het publiek: kleine plastic zakjes gevuld met gel en een metalen schijfje. Bij het indrukken van het schijfje komt warmte vrij via een chemische reactie. “Deze zoutoplossing slaat energie op en geeft die af in de vorm van warmte”, leggen de twee sprekers uit: Andrew J. Bissell, CEO van het Schotse bedrijf Sunamp Ltd, en Colin R. Pulham, hoogleraar hogedrukscheikunde aan de University of Edinburgh. “Het indrukken van het stukje metaal brengt de kristallisatie op gang, waardoor de opgeslagen warmte vrijkomt.”
Bissell en Pulham hebben de technologie achter de handwarmers doorontwikkeld en opgeschaald naar huishoudelijke toepassingen. In Schotland worden inmiddels meer dan dertigduizend huizen verwarmd met hun innovatieve warmtebatterijen. “Bijna de helft van onze energieconsumptie gaat op aan warmte. Hier liggen enorme kansen”, zegt Pulham. Hij benadrukt dat de batterijen niet alleen efficiënt zijn, maar ook hun prestaties behouden na talloze cycli van opwarmen en afkoelen.
Het project is een voorbeeld van succesvolle samenwerking tussen wetenschap en industrie. Bovendien dragen de systemen bij aan sociale rechtvaardigheid door energiearmoede aan te pakken. “In Schotland zien we een link tussen energiearmoede en sterfte in de winter”, vertelt Bissell. “Hoe kunnen we dat toelaten in een van de rijkste landen ter wereld?” Hun innovatieve technologie is een grote belofte voor de toekomst, geloven de mannen.
Van consumers naar flexumers
De laatste spreker, Kirsten Gram-Hanssen, hoogleraar duurzame steden aan de Aalborg University in Kopenhagen, richt zich op het menselijke aspect van de energietransitie. Ze benadrukt dat technologische vooruitgang alleen niet voldoende is. “We moeten ook kijken naar hoe mensen omgaan met energie.”
Ze introduceert het concept van de “flexumer”: een consument die zijn energieverbruik afstemt op het beschikbare aanbod. “Dit kan de enorme ochtend- en avondpieken in vraag verminderen”, legt ze uit. Maar gedrag veranderen is niet eenvoudig. In haar onderzoek bekijkt ze de energietransitie vanuit consumentenperspectief en kijkt ze hoe technische innovaties, zoals slimme apps en flexibele energietarieven, kunnen helpen om menselijk gedrag te veranderen.
Haar onderzoek biedt waardevolle inzichten. Zo zijn mensen in oude huizen geneigd een warme trui te dragen om energie te besparen. Maar in moderne, goed geïsoleerde woningen lopen ze juist vaker op blote voeten, wat kan leiden tot overconsumptie. “Zelfs de armste mensen verbruiken vaak te veel energie in nieuwe huizen”, aldus de onderzoeker.
Haar boodschap is duidelijk: de energietransitie moet worden benaderd vanuit het perspectief van de gebruiker. “We kunnen dit niet zonder de consument. Als we hen niet betrekken, zal het nooit werken”, zegt ze tot slot.
Deze oproep tot samenwerking resoneerde met andere urgente thema’s die tijdens het event aan bod kwamen, zoals afvalreductie, sociale rechtvaardigheid en innovaties in warmteopslag. Het werd duidelijk dat de uitdagingen complex zijn en dat samenwerking tussen wetenschap, industrie en maatschappij essentieel is.
Discussie