door

Te moe voor optimisme

07/04/2021

Nooit eerder keek ik ‘s nachts naar een politiek debat. Nooit eerder zat ik op het toilet naar Politiek24 te kijken. En nooit eerder zag ik het politiek gezien zo somber in.

Misschien heb je er iets over gehoord. Onze demissionair premier ontkende iets, zei vervolgens à la Nixon “I’m not a crook”. Dat ‘ie echt niet loog, maar het gewoon niet meer wist. In de dertien uur daarna werden er wel 342 details uit het gesprek opgelepeld, maar geen actieve herinnering aan Pieter Omtzigt. Alsof een student in een essay twee paragrafen plagieert, maar zegt dat ‘ie zich dat niet meer herinnert.

Mede dankzij Sigrid ‘Nieuw Leiderschap’ Kaag en ‘Time to WOP some ass’ Hoekstra hoefde Rutte niet weg en is Rutte IV nog steeds mogelijk. Hoewel dat goed nieuws is voor mensen die graag cynische columns van mijn hand lezen, worden we er als land en als TU/e niet beter van.

De kabinetten Rutte - en die van Balkenende daarvoor eigenlijk ook al - waren een soort polderversie van Ronald Reagan. Voor de bühne zeggen dat je geld wilt besparen door te gaan privatiseren en dat je gaat jagen op fraudegevallen (toeslagenaffaire), waardoor etnische minderheden en minima disproportioneel hard worden getroffen, maar wel lastenverlichting doorvoeren voor de rijksten.

Dat laatste vooral door belastingontwijking te faciliteren voor grote bedrijven: Nederland staat vierde op de Tax Justice Network-ranglijst van belastingparadijzen, achter een aantal eilanden zonder bitterballen. Het aantal daklozen en bijstandsuitkeringen is daarentegen toegenomen - en een tas boodschappen mag je niet cadeau krijgen. En millennials zonder koophuis worden er nog steeds van beschuldigd dat ze minder avocado’s moeten kopen.

Nog een kabinet Rutte is prima voor wie het al goed heeft. Prima voor mensen die met hun bolide over de Eindhovense Kleine Berg rijden om te zwaaien naar proleetvrienden op het terras. Leuk voor mensen met een overwaarde-koophuis en zonder gevoel in hun vingertoppen. En lekker voor buitenlandse investeerders.

Tot voor kort haalde ik in gesprekken met niet-Nederlanders het calvinistische 'doe maar normaal, dan doe je al gek genoeg' aan als typering voor de Nederlandse volksaard, maar dat lijkt achterhaald. Als de overheid degenen met de kleinste portemonnee jarenlang naait, maar die overheid toch weer een hoop stemmen krijgt, kun je niet zeggen dat de meeste Nederlanders andermans rijkdom gek vinden - wellicht juist te gek. Of zoals Rutte zegt: “GAAF!”.

Waar we nu last van hebben is dat degenen die zich al in een bevoorrechte positie bevinden, fouten kunnen maken en vergeven worden - of dat de boete op z'n minst betaalbaar is. Hoewel Rutte zelf in het debat zei dat fouten maken menselijk is, lijkt het een bestuurlijk privilege te zijn geworden. Mensen die foutjes maakten in hun kindertoeslagaanvraag werden meteen bestempeld als fraudeur. Het vertrouwen van de regering lijkt alleen voorbehouden aan haarzelf.

Het lijkt misschien een sprongetje, maar het Rutte-beleid sijpelt ook door in hoe we aan de TU/e moeten werken. Onze universitaire staf wordt steeds afhankelijker van allerhande beurzen, maar dat lijkt vooral een voordeel te zijn als je een bekende professor bent: het mattheuseffect van het liberale beleid waarbij de sterken gespekt worden. Het ‘basispotje’ voor het hoger onderwijs wordt steeds kleiner en financiering is een privilege - eentje waar we geen tijd voor hebben om een goede aanvraag voor in te dienen. Dus is de kans op fouten maken groter, wat zich bij ons niet vertaalt in een financiële schuld, maar een tijdschuld: overwerken tot je wél tenure kunt krijgen.

Misschien heb ik columns geschreven die optimistischer zijn, maar daar ben ik inmiddels te moe voor. In het Nederlandse hoger onderwijs moet men al jaren te hard werken en met corona erbij is het geen marathon meer, maar een afvalrace. Het is tijd voor een cultuuromslag en even wat anders. Het lijkt me stug dat Rutte na elf jaar de man gaat zijn die dat gaat realiseren en die het vertrouwen in de politiek herstelt. Ook zie ik hem niet de veranderingen in het onderwijs doorvoeren die broodnodig zijn.

Oké, een beetje hoop houd ik nog wel, want sometimes it snows in April - en dat deed het deze week volop.

Deel dit artikel