door

Het ís niet als vanouds

28/08/2020

We ‘mogen’ weer vanaf maandag: één dag in de week op de campus werken. Een verademing voor mij, en ongetwijfeld meer collega’s met mij. Eindelijk terug, eindelijk als vanouds. Maar vergis je niet!

Het lijkt allemaal makkelijk en prima te doen als je thuiswerkt. Afstand houden van je collega’s? Geen enkel probleem, want in de virtuele werkruimte kun je zo dicht bij je beeldscherm gaan zitten als je wilt; geen kuchscherm nodig.

Een maximum aantal mensen in een kantoor? Consider it done: in onze Team-bubbel geldt ‘hoe meer zielen, hoe meer vreugd’. Mensen lijken zelfs beter bereikbaar voor een interview dan voorheen; blij om wat extra contact te hebben met anderen.

Eenrichtingsverkeer en juiste looproutes volgen als je op de campus bent? Appeltje-eitje als je dat leest in de mail die regelmatig vanuit het Corona Crisis Team komt. Flinke kluif trouwens, die coronacrisis, voor iedereen uit dat team dat zich al meer dan een half jaar dag en nacht met dat vermaledijde virus en alles wat daaruit voortvloeit bezighoudt. Allemaal om zaken zo goed en veilig mogelijk te regelen voor ons allen.

Maar dan de praktijk: de teugels zijn wat gevierd, al ligt een tweede golf op de loer. Mensen zijn het beu, wanen zich onaantastbaar - bewust dan wel onbewust. En het feit dat we weer - zeer mondjesmaat, maar toch - naar de universiteit mogen komen vanaf komende week, geeft een gevoel van ‘het eind is in zicht’. En; het kan weer! Wat een verademing voor velen, voor mij in ieder geval. Ik vind maar weinig dingen zo fijn als rondlopen over de campus, mensen ontmoeten, terloopse gesprekjes te voeren. Dat geeft energie aan mij als mens en informatie aan mij als journalist. Dat is wat we doen, dat is ons vak.

Mijn collega’s en ik mochten tijdens de Intro al op de campus rondlopen om er verslag van te doen. Dat voelde zó goed en vertrouwd. En deze week waren we er op woensdag tijdens de Master Kick-off. Het voelde bijna als normaal. Zo normaal dat toen ik een groepje vroeg of ik ze mocht fotograferen voor Cursor antwoordde: ‘oh, dan moeten we eerst even op anderhalve meter gaan zitten’. Heel raar, maar het was me niet opgevallen in eerste instantie.

Ik houd afstand van mensen, maar soms vergeet ik het gewoon. Collega Monique en ik constateerden regelmatig ‘oh shit, dit is te dicht bij’, als we meekeken op elkaars scherm, of naast elkaar de deur uitliepen om lunch te halen. Weer samen zijn geeft een vals gevoel van veiligheid.

Want dat afstand houden? Makkelijk uit te voeren virtueel, maar de praktijk is een stuk weerbarstiger. Een maximum aantal mensen op kantoor: stuur je mensen weg als ze binnenlopen om een nieuwtje te vertellen? Onze videoreporters liepen tijdens de Intro in en uit, telkens even ons quotum overschrijdend. Stap je dan zelf even naar buiten om het weer kloppend te maken? Heb ik niet gedaan.

Eenrichtingsverkeer op de campus, de juiste routing volgen? Soms vergat ik op de pijlen op de vloer te letten als ik op de automatische piloot de trappen afliep in het Auditorium. Verbaasde ik me dat er trappen zijn afgezet, want hee: die neem ik toch altijd. Want het lijkt weer normaal, en daar hoef ik niet bij na te denken. Wat dan ook prompt gebeurt.

Nog een voorbeeld: ik postte een mooie foto van het levensgrote TU/e-logo dat in de hal van Atlas staat. Mooie omslag voor op onze facebookpagina. Het was al laat toen ik dacht ‘ik zet ‘m snel op onze omslag’ en ik had niet scherp genoeg gelet op de twee personen op de foto die duidelijk geen anderhalve meter afstand hielden. Het duurde dan ook niet lang voor er een - terechte - opmerking op kwam. En die persoon had gelijk. De foto is inmiddels aangepast, want stel je toch eens voor dat je het verkeerde voorbeeld geeft.

Maandag mogen we weer naar de universiteit. Mondjesmaat en in kleine brokjes met veel voorzorgsmaatregelen, maar toch: let op jezelf en let op elkaar. Want het mag dan wel voelen als voorheen: dat ís het niet.

Deel dit artikel