door

Niet goed, geld terug!

11/11/2021

Ruim 21.000 euro. Dat is het bedrag dat ik had kunnen besparen op mijn studieschuld als ik één jaar eerder was begonnen met studeren. Het lijkt erop dat de komende generatie studenten ditzelfde lot niet hoeft te ondergaan. De Tweede Kamer nam in september meerdere moties aan om voor te sorteren op een exit van het leenstelsel. Hoe nu verder?

Dat het leenstelsel de plank aardig heeft misgeslagen hoef ik de lezer hopelijk niet meer uit te leggen. Na zeven jaar ziet de politiek ook in dat ‘het onwenselijk is dat jonge mensen na hun studie met een stapeling van schulden op zoek moeten naar werk en een woning’, aldus de motie die Gert-Jan Segers en Pieter Heerma op 23 september indienden. Onze eigen TU/eede Kamer, de universiteitsraad, had die dag waarvan je wist dat-ie zou komen, al in 2019 aangekondigd.

Hoe studenten die studeerden van 2015 tot en met 2022, nu gecompenseerd moeten gaan worden staat ter discussie. Schuldenaftrek, korting op de arbeidsmarkt, of een studievoucher; legio regelingen tovert men uit de hoge hoed, maar een globaal optimum is ver te zoeken. Het gevolg? Polarisatie onder de gedupeerde studenten.

De aversie tegen het opbouwen van een schuld heeft er bij een deel van de studenten toe geleid dat ze hard zijn gaan werken naast hun studie, en voor die ‘verloren’ studententijd eisen zij compensatie. Andere studenten besloten alles uit hun studententijd te willen halen en namen voor lief dat ze daar dan later de financiële consequenties van zouden ondervinden. Deze groep ziet juist graag dat hun financiële achterstand wordt gecompenseerd.

Mijns inziens is er maar één manier om scheve gezichten onder deze groep studenten te voorkomen: niet goed, geld terug! Het verkooppraatje van de politiek schiep toentertijd hoge verwachtingen. Nu blijkt dat het leenstelsel niet heeft gewerkt, dus geef je de klant, zijnde de studenten, het geld terug. Als ik een tv koop die niet functioneert, krijg ik mijn centen ook retour.

Het zijn overigens niet alleen de studenten die dit debat gespannen zullen volgen. Ook op het onderwijs aan de instellingen zal de afschaffing van het leenstelsel een stevige impact hebben. Aan de TU/e moet je daarbij denken aan onder meer bepaalde projecten binnen onze innovation Space tot de ontwikkeling van nieuwe innovatieve onderwijsconcepten. Dit alles wordt (deels) gefinancierd met het geld dat sinds 2014 is vrijgekomen door het overboord gooien van de basisbeurs. Het zou zonde zijn als deze projecten, waar elke TU/e-student van profiteert, moeten stoppen omdat de overheidsmiddelen nu opeens weer een andere richting opgaan. De kans is klein dat die geldkraan helemaal dichtgaat, maar wie die rekening dan wél gaat betalen, daarover is het ministerie van OCW nog onduidelijk.

Waarschijnlijk moeten we daarom nog met tegenzin een tweede lustrum van het leenstelsel vieren. Een vooralsnog stuurloos demissionair kabinet kan leuk voorsorteren, maar van baan wisselen is er nog niet bij. Ervan uitgaande dat de snelheid van politieke besluitvorming evenredig daalt met de maximumsnelheid op onze snelwegen, ben ik waarschijnlijk al achter in de dertig voordat eindelijk de juiste afslag is bereikt.

Deel dit artikel