door

Een Intro van lang, lang geleden

19/08/2022

Het is een kwart eeuw geleden dat ik Intro liep. En dan smokkel ik nog, want het is precies 26 jaar geleden. De wereld ziet er intussen anders uit – net als ik, om eerlijk te zijn. Maar wie weet vinden jullie, eerstejaars van 2022, toch enige herkenning in mijn verhalen uit het vorige millennium. Laten we teruggaan naar augustus 1996.

In 1996 was er ook al kamernood. Dat dachten we tenminste, want de huidige kamertekorten zijn een stuk nijpender. Een kamer zocht je niet online, maar je hing briefjes op met ‘kamer gezocht’. Bij de wc’s van studentenkroegen en op prikborden in universiteitsgebouwen. Aan de onderkant van het A4’tje knipte je een soort franje, en op elk reepje schreef je je naam en telefoonnummer. Of nou ja: het vaste nummer van je ouders. Handige afscheurbriefjes voor in de broekzak, waarin immers nog niemand een mobiele telefoon had zitten.

Ik woonde ver van mijn studentenstad Nijmegen, maar een kennis wilde mijn briefjes wel ophangen. Er kwamen enkele reacties op en ik hospiteerde wat (ook wel ‘kijkavond’), maar uiteindelijk viel ik ten prooi aan een huisjesmelker. Dat liep goed af: het honderd jaar oude pand waarin ik terechtkwam, stal mijn hart – ondanks de erbarmelijke staat van het onderhoud. En het bijeengeraapte zooitje van huisgenoten werd een nieuwe familie, die ik voor altijd in datzelfde hart sloot.

Die kamer geregeld hebbende, liet ik me op een warme zomerdag door mijn vader afzetten in de stad waar mijn nieuwe leven ging beginnen. Met een tweedehands fiets en een overvolle weekendtas waarvan het hengsel in mijn schouder sneed, want backpacks waren nog niet in zwang. Laat staan de rolkoffertjes, waarvan de cadans over de stoeptegels tegenwoordig de herkenningsmelodie vormt van elke studentenstad.

In een zijvakje van de tas zat de brief met informatie die mijn intromama’s me gestuurd hadden: een telefoonlijst van de introgroep en het adres van het studentenhuis waar we elkaar voor het eerst zouden zien. En dan bedoel ik ook letterlijk voor het eerst: sociale media moesten nog uitgevonden worden.

Bij gebrek aan duckface-avatars of onscherpe examenfeestfoto’s had ik me daarom hele voorstellingen gemaakt bij de namen van mijn groepsgenoten. Voorstellingen die bij de eerste kennismaking meteen weer overboord konden, want achter de exotisch klinkende naam bleek Hollands glorie schuil te gaan, en de stoere staccato naam behoorde toe aan een uiterst zachtaardig type.

In de sociale snelkookpan die een introductie is, werden er meteen banden gesmeed voor het (studenten)leven. Eensgezind trokken we nachten door, geeuwden we ons katerig door voorlichtingspraatjes heen en namen we onwillig deel aan de sportdag.

Elke discotheek die we bezochten, stond standaard blauw, zonder dat daar een rookmachine aan te pas hoefde te komen. Of je nu zelf rookte of niet, de sigarettenwalm rondom het hoopje uitgaanskleding in je kamer was dagen later nog te snijden. Van een bier-cola-tweedeling in de introgroep was overigens geen sprake, want alcohol drinken was toegestaan vanaf zestien jaar. Zelf was ik destijds nog geen achttien, maar ik kon mijn guldens bij elke bar inruilen voor bier of Apfelkorn.

Tijdig arriveren bij al die uitgaansgelegenheden bleek overigens een uitdaging. Dit bij gebrek aan enerzijds richtingsgevoel en anderzijds een telefoon met Google Maps. De stadsplattegrond was mijn beste vriend, maar een pijltje met ‘u bent hier’ werd node gemist.

Snel een berichtje à la ‘deel ff jullie locatie’ in een groepsapp tikken zat er niet in. Waren je groepsgenoten eenmaal op pad, dan was er geen manier om ze nog te bereiken. Gelukkig hadden we een heel systeem bedacht om verloren schapen terug te brengen bij de kudde.

Genoemd systeem was even simpel als doelmatig: we maakten steeds een eerste, tweede, derde en soms zelfs vierde afspraak voor de volgende dag. Miste je door verdwalen of verslapen de rondleiding van 14.30 uur op de universiteit? Dan kon je om 17.00 uur nog aansluiten bij de borrel op dat gezellige terras, om 19.15 uur bij het diner in die goedkope pizzeria of om 21.30 uur bij de start van de kroegentocht in dat ene feestcafé.

Jullie zien: we redden ons in de jaren negentig ook zonder mobiele telefoons en internet. Al is het maar omdat we geen idee hadden wat we misten, en hoe ingrijpend de wereld in de volgende decennia zou gaan veranderen. Dat ons een jarenlange pandemie en een ware klimaatramp boven het hoofd hingen, wisten we trouwens evenmin.

Moraal van dit verhaal: eerstejaars, geniet ongelooflijk van jullie Intro en studententijd. Word zelfstandig, maak vrienden voor het leven, ga op je bek en leer jezelf kennen. Enne … haal daarnaast uit je studie wat erin zit, want we rekenen op jullie wat betreft de oplossingen en uitvindingen van de toekomst.

Deel dit artikel