Illustratie | Sandor Paulus
door

TUssen de oren | À la recherche du temps perdu

15/05/2014

Recentelijk liep ik door het Hoofdgebouw langs de tentoonstelling Collector’s Items van visueel kunstenaar Pet van de Luijtgaarden. Een bonte verzameling van verzamelingen: Aanstekers, singles, petten, Legopoppetjes, cassettebandjes, Star Wars-parafernalia, spelletjesdozen, Flippo’s, snoeppotten, G.I. Joe actiepoppen, stripboeken, twee rijen militair opgestelde JS04 joysticks, en Mondriaanesque vlakken van op kleur gerangschikte autootjes. Het lijkt een liefdevol opgesteld landschap, maar Van de Luijtgaarden wil, zo blijkt, dat we via zijn kunst ook kritisch kijken naar onze consumptiemaatschappij.

Van de Luijtgaarden kocht verzamelingen op vanuit het hele land via Marktplaats. De restanten van mensen die uitverzameld zijn. Mij bekruipt een gevoel van melancholie. In plaats van hebberigheid zie ik vooral een wanhopig verlangen tot vasthouden, vastleggen, organiseren, bewaren, beschermen. Om ooit, ooit…

Afgelopen weekend was ik in Amsterdam, bij de Quantified Self Europe conferentie. ‘Self knowledge through numbers’, zo luidde de slogan. Een bijeenkomst van mensen die met behulp van uiteenlopende mobiele apps, sensoren, camera’s, Excelsheets, en dagboekjes zo’n beetje alles bijhouden wat je menselijkerwijs bij kunt houden: Stappen per dag, hartslag, bloeddruk, slaapkwaliteit, voedselinname, sociale interacties, stressniveau, dagbesteding (in groot detail), productieve arbeidsuren (overigens schokkend laag), et cetera.

Al deze hoogstpersoonlijke Big Data werden vervolgens in groot detail weergegeven in grillige tijdlijnen en kleurrijke staafdiagrammetjes -die tussen mijn oogharen door best een beetje leken op die rijen autootjes in het Hoofdgebouw- op zoek naar betekenisgevende patronen.

De moed begon me in de schoenen te zinken, tot een Britse heer vertelde hoe hij bijhield wat hem gelukkig maakte in zijn leven. In zijn persoonlijke geluks-top-30 stond lichamelijke intimiteit met zijn vrouw op een niet te benijden 12e plaats - net na de afternoon tea. “We English do love our tea”, sprak hij met een beminnelijke grijns.

Een jonge Amerikaanse vrouw vertelde hoe ze recentelijk haar moeder, een vooraanstaand wetenschapster, was verloren aan een ziekte. En hoe zeer ze haar moeder miste. En hoe ze iedere dag probeerde zoveel mogelijk vast te leggen van wat ze zich nog kon herinneren van haar moeder, voordat de vergetelheid er bezit van zou nemen. Ze werd daarbij geholpen door de omvangrijke verzameling boeken en artikelen die van haar moeder waren geweest. Ooit.

Wijnand IJsselsteijn | hoogleraar Cognition and Affect in Human-Technology Interaction

Deel dit artikel