Illustratie | Sandor Paulus
door

TUssen de oren | Bewegen met dat brein!

06/03/2014

De helft van ons beweegt te weinig. De bewegingsnorm van de World Health Organisation (WHO) is om iedere dag dertig minuten matige tot redelijke inspanning te leveren. Voor kinderen en jongeren ligt deze norm op zestig minuten per dag. Dit kan een stevige wandeling zijn of een stuk fietsen. Maar het mag ook schoonmaken of tuinieren zijn, en tijdens carnaval rekenen we een half uur polonaise ook goed, zolang je hart er maar sneller van gaat kloppen.

Ongeveer de helft van de Nederlandse bevolking haalt die bewegingsnorm niet. Wanneer je voldoende beweegt, voel je je zowel fysiek als psychisch beter en verklein je de kans op hart- en vaatziektes, diabetes en kanker.

Tot zover weinig nieuws onder de zon. Wat minder bekend is, zijn de effecten van beweging op ons brein, op ons denkvermogen. Er leven dan ook nog wat stereotypische beelden van de domme sporter (beter bekend als de jock) versus de slimme maar onhandige -en bij gymles steevast als laatst gekozen- nerd.
Dit beeld is nodig aan vervanging toe. Wanneer je in ons prachtige sportcentrum komt, kun je met eigen ogen zien hoeveel slimme mensen zich daar met veel overgave in het zweet staan te werken. En bij de Olympische Spelen valt iedere keer weer op hoeveel topsporters ook high achievers zijn in andere delen van hun leven. Dat correlatie niet hetzelfde is als causatie, leren we al op de kleuterschool, maar ook diverse wetenschappelijke experimenten onderbouwen dit beeld.

Beweging verbetert de snelheid waarmee we informatie kunnen verwerken, alsook ons vermogen om onze aandacht bij een taak te houden. Beweging verbetert daarnaast ook ons geheugen. Onderzoekers van Dartmouth College lieten in 2012 in een paper in ‘Neuroscience’ zien dat het er niet alleen toe doet hoeveel je sport, maar ook wanneer je dat doet. Om de eerder genoemde positieve geheugeneffecten te krijgen, is het van belang je in te spannen direct voorafgaand aan de geheugentaak. Dus niet gelaten sjokkend naar je tentamen, maar rennend, roeiend, zwemmend of schaatsend! Om met de woorden van de grote filosofe Tatjana Šimić te spreken: “Kom op nou!” - als je het niet voor je lichaam doet, doe het dan tenminste voor je geest.

Wijnand IJsselsteijn | hoogleraar Cognition and Affect in Human-Technology Interaction

Deel dit artikel