Illustratie | Sandor Paulus
door

Tussen de oren | Pokémon Psychologie

14/09/2016

Er zijn waarschijnlijk meer hoogbejaarde Japanse soldaten - verscholen in de jungle van een klein tropisch eilandje in de Stille Oceaan - die denken dat WOII nog in volle gang is, dan dat er mensen zijn die niet weten wat Pokémon Go is. In parken en straten, in de stad en op de campus zien we groepjes mensen lopen, gebogen over kleine schermpjes. Ze kijken af en toe bij elkaar, dan weer op hun eigen schermpje, en steken al swipend en vrolijk kletsend, zonder op of om te kijken, het fietspad over waar ik vol in de remmen moet om voorrang te geven aan Squirtle, Rattata, en Meowth. Verwijtend word ik aangekeken. Ik had ze zo gauw even niet gezien - die schattige Pocket Monstertjes. Ik zie wel een markt voor nieuwe verkeersborden, maar dat terzijde.

Pokémon Go is een enorme hit. Sinds de officiële lancering in zo’n dertig landen, op 22 juli van dit jaar, is de app in twee weken tijd meer dan dertig miljoen keer gedownload. Gebruikers van de app - kinderen, jongeren, maar ook zeker volwassenen - lopen vele kilometers op zoek naar de Pokémon, of zijn op weg naar zogenoemde PokeStops - een soort hangplek voor Pokémon, waar je ze ook met elkaar kunt laten stoeien. Het is een droom voor iedereen die probeert om via technologie mensen in beweging te krijgen. En daar lopen er zeker ook een paar van rond op de TU/e, mijzelf incluis.  

In technologisch opzicht is Pokémon Go geen game-changer. De eerste vormen van augmented reality bestaan al sinds eind jaren zestig van de vorige eeuw. Ook vergelijkbare mobiele games bestonden al langer, zoals Human Pacman uit 2004. Waarom dan nu dit succes? Ik denk dat het komt omdat Pokémon Go belangrijke psychologische behoeftes vervult. Het combineert de nostalgie en herkenbaarheid van het Pokémon kaartspel met eindeloze mogelijkheden tot fysieke exploratie en sociale interactie. Vooral het delen van de ervaringen - tijdens het spelen, maar ook op school, op het werk, en op social media - speelt hierbij een belangrijke rol.

Is dan alles goud wat er schattig uitziet? Nou nee. Het probleem is dat we voortdurend met onze neus op dat schermpje zitten. Behalve een potentiële bochel en bijziendheid, zijn er vooral waarschuwingen rondom gebruik in het verkeer. De eerste Pokémon gerelateerde verkeersdode is al een feit. Collega’s van Industrial Design hadden daar een paar jaar geleden al iets op gevonden. Gewoon lekker buiten spelen zonder schermpjes (voetbal, verstoppertje), maar wel met een paar digitale snufjes die het extra interessant maken. Head Up Games worden ze genoemd - ook wel HUGs. Dat heeft toch ook weer iets schattigs.

Wijnand IJsselsteijn | hoogleraar Cognition and Affect in Human-Technology Interaction

Deel dit artikel