door

Draadloos opladen op de campus

11/09/2020

Het nieuwe normaal wil voor mij maar niet normaal worden. Het feit dat ik weer naar de campus mocht, voelde als een opluchting. Ik ben weer in de gelegenheid om in Atlas, in onze spreekkamer, ID-studenten te ontmoeten. Ook kan ik weer enkele collega’s live zien.

Mijn bureau, in de kantoortuin op de derde verdieping, had de bekende groene sticker gekregen. Als gewoontedier was ik stiekem heel blij dat ik als eerste op de afdeling was en mij weer op mijn vertrouwde plek in de kantoortuin kon installeren. Na een grondige check op uitwerpselen van muizen kon mijn Atlas-dag beginnen.

Al snel zat ik met een student in gesprek in de spreekkamer. Er gaat toch niets boven een persoonlijk gesprek: ik zie de lichaamstaal van de student! Soms geeft deze andere signalen af dan de verbale communicatie. Wanneer ik een incongruentie zie in de beide vormen van communicatie, geef ik de student aan wat ik observeer. Uiteindelijk is het natuurlijk maar een interpretatie van mij, daarom vind ik een check op zijn plaats. Dit is vaak een mooie ingang voor een verdiepend gesprek. En dat is nu precies hetgeen waar ik zo’n energie van krijg! Soms krijg ik tijdens het gesprek een ingeving om een oefening te doen met de student, omdat dat op dat moment passend lijkt. Ik geniet daarvan; het laadt me op.

Zoals bekend ervaren veel studenten op enig moment tijdens hun studie stress. Dit is dan ook een regelmatig terugkerend onderwerp in mijn (virtuele) spreekkamer. Studenten leggen vaak de nadruk op alle zaken die niét goed gaan en op de bijbehorende stress die ze niét willen hebben. (Ze zijn dus eigenlijk niet anders dan jij en ik!) Ik zie het als mijn uitdaging om hen de blik te laten richten op datgene wat ze wél zelf kunnen veranderen en bied daarbij graag mijn begeleiding aan. Er is voor mij niets mooiers dan te zien hoe een weifelachtige student zich ontpopt tot een jongvolwassene die met beide benen op de grond staat.

In het kader van practise what you preach besef ik dat ik me in deze coronatijd meer wil richten op wat ik kan beïnvloeden. Een gevoel van weerstand bekruipt me wanneer ik bedenk dat ik tot januari- of nog langer- thuis in mijn kleine werkkamer achter de laptop zal zitten. Toch wil ik niet dat dit mij te zeer in zijn greep houdt.

Dus heb ik nieuwe gewoontes aangeleerd. Wanneer ik thuiswerk, houd ik micropauzes om mijn energie op peil te houden. Dit is natuurlijk sowieso goed om CANS-klachten tegen te gaan.

Verder heb ik elke dag contact met collega’s of studenten omdat sociale interactie voor mij essentieel is in mijn werkplezier. Ook zorg ik dat ik elke dag een wandeling maak om mijn hoofd leeg te maken. Tot slot sta ik aan het einde van elke dag kort stil bij de dingen die goed zijn gegaan of die ik prettig vond. Zo ga ik het voorlopig thuis wel volhouden, toch?

Deel dit artikel