Energie te over

Lees meer

Energie te over

Energie- en sportfanaat Laetitia Ouillet is de enige universitaire vertegenwoordiger aan de ‘sectortafels’ waar wordt besloten hoe de doelen van het Klimaatakkoord bereikt moeten worden. Ze vervult die rol vol overgave, zoals te verwachten valt van iemand die in haar vrije tijd aan ultralopen doet in de Alpen. “Eerst een marathon om de berg, en daarna eroverheen.”

door
foto Barbara Kerkhofs

Haar werk voor de sectortafel is in principe voor één dag in de week, alleen op vrijdagen, vertelt Laetitia Ouillet. Als representant van de Netherlands Energy Research Alliance schuift de kartrekker van de Strategic Area Energy van de TU/e aan bij de sectortafel Elektriciteit. “Maar in de praktijk ben ik sinds maart 24/7 bezig geweest met het Klimaatakkoord. Vannacht heb ik nog wakker gelegen, piekerend over de innovatieparagraaf die onze sectortafel moet inleveren.”

Ze voelt zich verantwoordelijk voor die paragraaf, die voldoende armslag moet waarborgen voor onderzoek aan technologieën die pas ná 2030 gaan renderen. “Het enige doel van het Klimaatakkoord is een halvering van de uitstoot van broeikasgassen in 2030 ten opzichte van 1990. Maar je moet natuurlijk ook voorbij die horizon kijken.”

Ik denk dat ik vier maanden vakantie neem als deze klus achter de rug is

Voor de zomer moeten alle vijf sectortafels (Industrie, Mobiliteit, Gebouwde omgeving, Landbouw en landgebruik, en dus Elektriciteit) hun plannen inleveren, zodat ze tijdens de zomer kunnen worden doorgerekend door het Planbureau voor de Leefomgeving. In 2019 moet het beleid ingaan. “Ik denk dat ik vier maanden vakantie neem als deze klus achter de rug is”, verzucht de geboren Française met enig gevoel voor pathos.

Werkpaard

Ouillet werkte, voordat ze twee jaar geleden naar de TU/e kwam, vijftien jaar in de elektriciteitsbranche, onder meer bij Nuon en Eneco. Elektriciteit vormt een onmisbare schakel in het onderhandelingsproces, legt ze uit. “Het is het werkpaard voor de andere tafels: uiteindelijk zal de CO2-reductie voor een groot deel bewerkstelligd moeten worden door veel meer duurzame elektriciteit op te wekken.” Alleen de energiesector zelf moet al twintig megaton CO2 per jaar minder gaan uitstoten door kolencentrales te sluiten en vol in te zetten op wind en zon.

De belangrijkste bijdrage moet volgens haar komen van grote windparken op zee. “Dankzij de ontwikkelingen van de afgelopen decennia is daar nu onlangs een subsidieloze tender voor uitgeschreven. Het kán dus gewoon. En daarnaast moeten we nog veel meer zonnepanelen installeren. Waarom liggen onze bedrijventerreinen niet al allemaal vol? In China hebben ze een subsidieregeling hiervoor onlangs moeten halveren, omdat ze het groeiende aanbod van zonnestroom niet meer aankonden. Zo ver zijn wij hier helaas nog lang niet.”

Waarom liggen alle bedrijventerreinen nog niet vol zonnepanelen?

Ultraloper

Maar goed, ze is er druk mee. Zo druk dat haar sociale leven – partner, kinderen, vrienden – er onder lijdt. “Ik ben alleen niet minder gaan sporten, dat heb ik gewoon nodig om geestelijk gezond te blijven”, zegt ze lachend. En dat is niet twee keer per week een uurtje naar de sportschool of tennisbaan: Ouillet is een ultraloper. Iemand die pas warm begint te draaien als de finish van de marathon in zicht komt. “Elk jaar stel ik mezelf een doel”, zegt ze. “Vorig jaar was dat een loop bij Davos van 78 kilometer. Eerst een marathon om de berg en dan eroverheen.”

Grote prijzen zal ze niet meer winnen, nu ze bijna veertig is, maar aanleg heeft ze zeker. “Eigenlijk heb ik te laat in mijn leven ontdekt dat ultralopen de ideale sport voor me is. Vijf jaar geleden heb ik nog getwijfeld of ik het niet echt serieus moest gaan aanpakken. Toen begon ik namelijk wat kleine wedstrijden te winnen. Maar ja, dan win je een bon van vijfentwintig euro van de Intersport. En het kost zoveel tijd!”

Eigenlijk heb ik te laat ontdekt dat ultralopen de ideale sport is voor mij

Hardloopcoach

Tijd voor tv of Netflix is er niet in haar leven. Daar heeft ze ook geen geduld voor, trouwens. Passief consumeren is sowieso geen kwaliteit van Ouillet. Na een uurtje heeft ze het wel gezien en gaat ze de was doen of whatsappen. “Misschien heb ik wel een lichte vorm van ADHD. Mijn stiefdochter kan een heel weekend binge watchen met een zak chips. Ik heb na een uur al hoofdpijn en wil dan naar buiten!”

Naast haar werk als kartrekker van de Strategic Area Energy van de TU/e is de sportieveling ook een enthousiasmerende digitale hardloopcoach via haar site www.ikbeginvandaag.com. “Dat is echt een ieniemini-bedrijfje hoor. Me, myself, and I. Maar ik adviseer dus mensen die willen beginnen met hardlopen, maar helemaal niet sportief zijn. Ik ga eerst een paar keer met ze lopen, om ze de techniek voor te doen, en daarna maak ik trainingsschema’s op maat voor ze. Vorig jaar had ik op zaterdag zelfs een trainingsgroepje waarmee we in een jaar van nul naar tien kilometer hardlopen zijn gekomen. Dat vind ik fantastisch om te doen.”

Frans

Wie met haar praat, zou het door haar perfecte Nederlands snel vergeten, maar Ouillet is een Française die pas in 2001 naar Nederland is gekomen. Ze groeide op als dochter van een steward en stewardess van Air France. “Vijf maanden per jaar woonde ik in Florida, waardoor ik nu beter Engels spreek dan Frans.”

Ze studeerde econometrie, eerst in Frankrijk, daarna in Engeland. Ze kwam naar Nederland omdat ze een baan kon krijgen bij Ecofys, maar vooral ook omdat haar beste vriendin een Nederlandse liefde had opgedaan en daarom naar Nederland vertrok. Haar Nederlands lijkt misschien goed, maar ze heeft naar eigen zeggen nog wel moeite om het juiste register te vinden. “Mijn vriend zegt dat ik door alle lagen heen spreek: straattaal doorspekt met formuleringen alsof ik Beatrix zelf ben”, lacht ze.

“Al direct toen ik in Nederland kwam, heb ik samen met mijn vriendin zes Nederlandse lessen gehad van een Engelse vrouw die met een Nederlander was getrouwd. Daar heb ik leren tellen en uitdrukkingen geleerd als ‘effe flappentappen’ en ‘ik zag twee beren broodjes smeren’. Dat deed het goed op feestjes.” Na zes maanden bij Ecofys moest ze verplicht Nederlands leren. Even later ontmoette ze een Nederlandse man, en had ze een nog veel dringender reden om werk te maken van de taal.

Ik spreek straattaal doorspekt met formuleringen of ik Beatrix zelf ben

Monomaan

Gek van energie is Ouillet al sinds ze op de middelbare school in Frankrijk een werkstuk maakte over de destijds revolutionair liberale energiemarkt in het Verenigd Koninkrijk. Na haar afstuderen heeft ze altijd in de energiesector gewerkt, net als haar ex- en huidige partner. Daarin is ze behoorlijk monomaan; naar eigen zeggen leest ze bijvoorbeeld over niets anders.

Dat veel ontwikkelingen in de energiesector sterk afhankelijk zijn van de daadkracht van de overheid, botst enigszins met haar ongeduldige karakter. Dat ervaart ze als frustrerend. “De energietransitie moet je groots aanpakken, en dat past niet bij de Nederlandse poldercultuur. Wat mij betreft zetten wij hier vol in op de omzetting van duurzame elektriciteit in CO2-neutrale brandstoffen. We hebben hier een geweldige infrastructuur voor elektra en gas, en ook nog eens een hoogwaardige chemische industrie.”

Daar moet je gebruik van maken, vindt Ouillet, maar de Nederlandse overheid steekt haar nek niet uit en laat alles aan de markt over. En dan gebeurt er gewoon te weinig. “In landen als Duitsland of Frankrijk is dat wel anders. En ook hier kon het in het verleden wel: toen het aardgas in Groningen werd gevonden, is binnen een paar jaar het hele gasnetwerk uitgerold. Dat bestond daarvoor nog helemaal niet.”

(Lees door onder de foto)

Ik ga elke dag minder dom naar bed dan ik ben opgestaan

Terug naar de sectortafel: Ouillet ervaart veel inhoudelijke steun vanuit de faculteiten, zegt ze. “Ik weet natuurlijk ook niet alles en houd daarom veel ruggenspraak met onder anderen Emiel Hensen, Philip de Goey en David Smeulders. Ik heb laatst nog laat in de avond een mailtje gestuurd naar Emiel, en toen had ik de volgende dag bij het ontbijt al een uitgebreid antwoord waarmee ik verder kon. Bij de Strategic Area voel ik me vaak een generaal zonder leger, maar het is heel fijn dat zulke experts zo bereid zijn om me te helpen. Ik ga elke dag minder dom naar bed dan ik ben opgestaan!”

Deel dit artikel