"Ik had er zo nog eens vier jaar aan vastgeknoopt”
Baptiest Coopmans, voorzitter Raad van Toezicht, neemt na acht jaar afscheid
Lees meer- Mensen , De universiteit
- 02/11/2020
"Ik had er zo nog eens vier jaar aan vastgeknoopt”
Acht jaar was hij voorzitter van de Raad van Toezicht van de TU/e; jaren die Baptiest Coopmans hebben vervuld met trots op de Eindhovense universiteit waar hij eind jaren tachtig afstudeerde. Hij heeft in die jaren aan veel ontwikkelingen een constructieve bijdrage kunnen leveren, maar bij zijn vertrek waarschuwt hij ook. Er moeten op termijn scherpe keuzes worden gemaakt voor wat betreft de verdeling van het budget en over de vraag waar de universiteit zich met haar onderzoek op moet concentreren. “Dat zal weleens pijn doen”, zegt Coopmans, die op 1 september het stokje overdroeg aan ASML-topman Peter Wennink.
“Mijn aanstelling in 2012 was een soort experiment. Voor deze functie was ik met mijn 47 jaar eigenlijk wel wat jong, wat ik ook goed kon aflezen aan de gezichten van de bestuurders en decanen die me destijds zagen binnenkomen. Het werd toen meer gezien als een soort commissariaat waarmee mensen hun carrière afsloten.” Spijt van zijn beslissing heeft Baptiest Coopmans (55) nooit gehad. “Ik ben in die acht jaar verknocht geraakt aan de TU/e en ben er trots op wat in die periode allemaal bereikt is op het gebied van onderwijs en onderzoek, de samenwerking met het bedrijfsleven en de ontwikkeling van de campus. Als Raad van Toezicht hebben we die afgelopen acht jaar ook de juiste mensen aangetrokken om dat gerealiseerd te krijgen.”
Want dat wil Coopmans maar direct duidelijk hebben: hij heeft zijn functie nooit beschouwd als iets waarbij hij bestuurders alleen vanaf de zijlijn wilde controleren - kijken of de cijfertjes wel in orde zijn. “Nee, vanaf het begin hebben alle leden van de RvT een geëngageerde gesprekpartner willen zijn voor het bestuur, die actief willen meedenken en discussiëren over alle belangrijke onderwerpen. Soms probeerden we het bestuur ook zachtjes in een bepaalde richting te krijgen. Maar uiteindelijk ligt de beslissingsmacht bij het dagelijkse bestuur, je moet niet willen meebesturen.”
Brainport regio
In 2013, een jaar na zijn aantreden, sprak Cursor ook met Coopmans en vroeg hem toen naar zijn visie en verwachtingen voor de Eindhovense universiteit. Hij hoopte onder meer dat de TU/e haar positie zou versterken binnen de Brainport-regio. “Onder Jan Mengelers, de voorganger van de huidige collegevoorzitter Robert-Jan Smits, is de TU/e daar zeer goed in geslaagd. De universiteit stond er in 2012 eigenlijk wat buiten, maar inmiddels is het een integraal onderdeel geworden van de Brainport-regio en wordt de samenwerking met het bedrijfsleven steeds intensiever. Ik vind het goed dat dat op een gelijkwaardig niveau plaatsvindt, want het risico bestond toen ook dat de TU/e er wat verheven boven was gaan hangen. Ook de oprichting van zoiets als de Eindhoven Engine door hoogleraar Maarten Steinbuch beschouw ik als een mooi voorbeeld van hoe die samenwerking vorm heeft gekregen.”
Met het noemen van Steinbuch komt Coopmans bij een ander belangrijk punt: het aantrekken van toekomstige talentvolle leiders en wetenschappers. “De vergrijzing gaat er ook aan de TU/e voor zorgen dat binnen afzienbare tijd een belangrijke groep mensen afscheid neemt. Dan hebben we het zowel over bestuurders als over mensen uit de wetenschappelijke staf. Ik hoef daar niet direct de namen van te noemen, want ik denk de meesten dan wel weten over wie we het hebben. De vraag is: staan de opvolgers al klaar om die plekken in te vullen? Ik ben van mening van de universiteit zich nu intensief moet richten op de ontwikkeling van de talentvolle dertigers die hier nu rondlopen. Geef die mensen kansen, geef ze de vrijheid om zelf zaken op te zetten, en bied ze perspectief waardoor ze zich kunnen ontwikkelen tot toekomstige leiders. Want met het in huis hebben van zo’n groep getalenteerde mensen staat of valt het succes van elke instelling. Het is ook goed dat de universiteit zich daarbij in het bijzonder richt op het aantrekken van talentvolle vrouwen.”
Keuzes
Over de keuzes die de TU/e de afgelopen acht jaar heeft gemaakt, is hij meer dan tevreden. “Kijk naar de komst van ons Bachelor College en het effect dat dat heeft gehad op het onderwijs, op de instroom en last but not least de rendementen. Die waren daarvoor echt beroerd en het ministerie stelde daar terecht kritische vragen over. Nu hebben we op dat vlak een veel beter verhaal en scoren we goed tijdens visitaties. De eerlijkheid gebiedt wel om te zeggen dat de TU/e bij de invoering van het Bachelor College het tij heeft meegehad. De aandacht voor techniek en exacte vakken nam enorm toe.”
De komst van het Bachelor College had volgens Coopmans nog een belangrijk bijkomend voordeel. “Het bracht voor het eerst al die verschillende groepen aan de TU/e, die vaak toch in eerste instantie voor zichzelf bezig waren, samen op een onderwerp. Er heerst nu aan de TU/e een veel sterker gevoel van collectiviteit dan toen ik er van start ging. En dat is een ontwikkeling die de universiteit ook echt moet doorzetten, want er moeten belangrijke keuzes worden gemaakt om de concurrentiestrijd met binnen- en buitenlandse instellingen echt aan te kunnen gaan. Instellingen die daar te laat op acteren, zullen het in de toekomst heel moeilijk krijgen.”
De rendementen waren voor de komst van het Bachelor College echt beroerd en het ministerie stelde daar terecht kritische vragen over
Aan wat voor keuzes moeten we dan denken? Coopmans: “Het totale budget dat het College van Bestuur jaarlijks te vergeven heeft, zal in de toekomst niet meer gelijkwaardig verdeeld kunnen worden. Bepaalde faculteiten zullen minder krijgen. Qua onderzoek moeten keuzes gemaakt worden, want als middelgrote universiteit kun je niet op alle gebieden excelleren. Een breed basisniveau moet behouden blijven, maar er moet echt gefocust worden op die gebieden waar we een rol van betekenis kunnen spelen.”
Binnen het collectief dat de TU/e nu steeds meer is, moet volgens Coopmans de overtuiging gaan ontstaan dat de universiteit als geheel meer is dan de onderdelen waaruit die is opgebouwd. “Dat wordt de komende jaren een pittige taak voor het bestuur om daar sturing aan te geven; iets dat niet een-twee-drie is door te voeren. En ja, dat zal weleens pijn doen.”
Visie 2030
Dat klinkt allemaal wat dreigend, maar gelukkig ziet Coopmans voor de toekomst ook ruim voldoende kansen voor zijn Eindhovense alma mater. “Qua onderwijs heeft de TU/e met het Bachelor College iets neergezet dat zeker in Nederland zijn gelijke niet kent. En dat onderwijsconcept is nog steeds in ontwikkeling, kijk naar het challenge-based learning. Het opleiden van ingenieurs is immers onze core business. Met de recente oprichting van nieuwe instituten, zoals EAISI voor kunstmatige intelligentie en EIRES voor hernieuwbare energie, geef je als instelling ook een duidelijk statement af. Daarmee zet je bepaalde onderzoeksthema’s dwars door al je faculteiten neer. Geef er wel je eigen signatuur aan en spreek met andere instellingen af dat je niet allemaal aan hetzelfde gaat werken. Als gesproken wordt over meer samenwerking tussen de technische universiteiten, gaat het denk ik vooral daarom: spreek onderling goed af wie wat gaat doen en hoe je elkaar op die vakgebieden kunt aanvullen en versterken.”
Trots is hij ook op de Strategievisie 2030 die vorig jaar werd gepresenteerd en op het “moedige” Irène Curie Fellowship-programma dat vorig jaar juli van start ging, maar nu tijdelijk stilligt vanwege een uitspraak van de Commissie voor de Rechten van de Mens. “Op die momenten zie je dat in Eindhoven het Calimero-gevoel wel verleden tijd is en dat deze universiteit de nek durft uit te steken. Als RvT hebben we daar met veel genoegen onze medewerking aan verleend. We brengen daar ook veel expertise en ervaring voor mee.”
Campus
Omdat hij er als jonge student Technische Bedrijfskunde van 1983 tot 1988 zelf heeft rondgelopen, heeft de campus wellicht een bijzondere betekenis voor hem. Coopmans: “De vele bouwprojecten die moesten worden uitgevoerd, hebben deze acht jaar bijna voortdurend op de agenda van de RvT gestaan. Er is in die periode veel gesloopt, gerenoveerd en gebouwd, en daar waren enorme bedragen mee gemoeid. Onze taak is het dan om erop te letten dat bestuurders niet doorschieten in hun bouwambities, wat elders in het Nederlandse hoger onderwijs nog weleens gebeurt, en vast te houden aan een strikte huisvestingsratio van veertien procent. De kijk op thuiswerken is in deze tijden van corona ook volledig veranderd. Ik denk dat we als RvT vaak het gelijk aan onze zijde hadden, als we waarschuwden voor het bouwen van meer onderwijsruimtes. Zoals het ooit was, zal het ook na corona niet meer worden. Dat zie ik ook binnen mijn eigen organisatie Liberty Global. Voor onderzoek en ontmoeten komen mensen straks nog naar de campus, andere werkzaamheden zullen thuis worden gedaan.”
Het compacte van de Eindhovense campus vindt hij een enorm pluspunt. “Iedereen zit dicht op elkaar, het sluit uitstekend aan op het groeiende gevoel van meer collectiviteit. Fantastisch vind ik ook zo’n Groene Loper waar studenten kunnen samenkomen. En kijk naar de nieuwe gebouwen die zijn neergezet, zoals Flux en studentenwoontoren Aurora, of de gerenoveerde gebouwen, waarvan Atlas toch wel het fraaiste voorbeeld is. Overigens staat de TU/e nog een flink renovatieproject te wachten. Dat is Gemini, het gebouw waar Mechanical Engineering en Biomedical Engineering in zitten. Vergis je niet in de omvang daarvan.”
Het gras aan de overkant lijkt misschien groener, maar dat is het zeker niet
Sterke ploeg
Het afscheid moeten nemen na acht jaar voorzitterschap valt Coopmans best zwaar. “Nog eens vier jaar had ik er zo aan vastgeknoopt, maar dat mag helaas niet. Nu ik weg ben, zal ik me verre houden van de bestuurlijke aangelegenheden. De nieuwe voorzitter Peter Wennink zit er niet op te wachten als ik straks bij elke gelegenheid opduik. Er zit nu ook een hele sterke ploeg met mensen als Coen Teulings, Mariëtte Hamer en Louise Gunning. Niet de minsten, zou ik zeggen. In december vertrekt Jacob Fokkema, oud-rector van de TU Delft en al zes jaar lid."'
Maar natuurlijk vormen de medewerkers de basis voor de TU/e, zegt Coopmans. "Grote bewondering heb ik voor hun commitment als het gaat om het begeleiden van studenten, het geven van onderwijs en het uitvoeren van onderzoek. En voor de degenen die dat allemaal ondersteunen. Die bewondering is de afgelopen acht maanden alleen maar gegroeid. De toekomst voor deze universiteit wordt een uitdagende, want ga er maar niet vanuit dat er meer geld komt van de overheid. Dat betekent ook dat er een einde zit aan de groei. Dat is op zich niet erg. De TU/e is niet een universiteit met internationale allure, maar wel een hele sterke instelling binnen Nederland en Europa. En ik kan het iedereen garanderen: het gras aan de overkant lijkt misschien groener, maar dat is het zeker niet. In Eindhoven zit je als student of medewerker buitengewoon goed.”
“Een verbinder en inspirator”
Collegevoorzitter Robert-Jan Smits noemt Baptiest Coopmans “een fantastisch toezichthouder, met een fenomenale betrokkenheid bij de TU/e en haar bestuur”.
Volgens Smits was zijn inzet er vanaf de eerste minuut. “Hij trok direct de universiteit in en ging met mensen praten. Met decanen en universiteitshoogleraren. En ook met de universiteitsraad, waar hij nog even vertrouwenspersoon van was.”
Zijn inbreng en leiding bij de in totaal veertig vergaderingen met de Raad van Toezicht noemt Smits inspirerend en van grote waarde. “Hij gaf iedereen de ruimte, wat goed was voor de binding, en bezag alles vanuit het strategische totaalbeeld. Dat zorgde voor zowel een goede sfeer binnen de RvT als tussen het CvB en de RvT. Zelfs al moest hij een vergadering met enige improvisatie doen vanaf een Duits hotelkamertje, hij wilde er coûte que coûte elke keer bij zijn. In 2019 maakte hij vanaf de Californische kust, waar hij op dat moment met zijn zoon aan een fietstocht bezig was, speciaal tijd vrij om te praten met de visitatiecommissie voor de Instellingstoets Kwaliteitszorg.”
De voorbereiding op vergaderingen nam hij volgens Smits bijzonder serieus. “Elk vergaderstuk liet hij printen en dat leverde telkens zo’n stapel papier op, dat hij schertsend opmerkte dat hij er een aanhanger voor nodig had om alles te kunnen vervoeren. Maar hij nam het wel allemaal tot zich.”
Smits noemt die betrokkenheid, kijkend naar het verleden, ook niet heel verwonderlijk. “In maart 1985 stond hij als student Technische Bedrijfskunde al op de kieslijst van Groep 2000 voor de verkiezingen voor de hogeschoolraad. Want de TU/e was toen nog een technische hogeschool. Slechts een jaar later was hij de onbetwiste voorman van de fractie en had hij al een heldere visie ontwikkeld op het bestuur van de hogeschool. In TH-berichten - de papieren voorloper van Cursor - van 14 maart 1986 tekent de dienstdoende redacteur uit zijn mond het volgende op: 'De THE moet efficiënt en doelmatig beheerd worden, om de concurrentiepositie te kunnen waarborgen'. Ook de derde geldstroom noemde hij als een belangrijk focuspunt. Hij sprak daarmee als een waar Brainport-apostel avant la lettre.”
Dat het afscheid uiteindelijk online heeft moeten plaatsvinden, betreurt Smits. "Maar dat doet niets af aan de enorme dank die wij hebben voor zijn jarenlange betrokkenheid en tomeloze inzet."
Loopbaan Baptiest Coopmans
Op dit moment is Baptiest Coopmans de CEO bij UPC Zwitserland en leidt hij daarnaast de bedrijfsactiviteiten van Liberty Global in Polen en Slowakije. Hij kwam in 2013 in dienst bij de Liberty Group als de CEO en algemeen directeur van Ziggo, toen bekend als UPC Nederland, en hij gaf leiding aan het samengaan van UPC en Ziggo. Daarvoor was hij van 2006 tot 2011 algemeen directeur en lid van het bestuur bij KPN. Hij had daarvoor achttien jaar gewerkt bij Unilever.
Discussie