Postdocs krijgen zelden vast contract, het minst aan de TU/e

De strijd tegen tijdelijke contracten aan de universiteiten heeft voor postdocs nog weinig opgeleverd: gemiddeld 89 procent heeft een tijdelijk contract, maar de TU/e spant de kroon met ruim 95 procent tijdelijke contracten in deze groep. Volgens vakvond AOb komt dat door de projectmatige aard van postdoc-functies.

door
foto Djordje Djeric / iStock

Volgende week praten de onderhandelaars van universiteiten en vakbonden wederom over een nieuwe cao. Zulke gesprekken gaan de laatste jaren niet alleen over loonsverhogingen, maar ook over de vele tijdelijke contracten. 

Voor hoogleraren en universitair hoofddocenten maken die gesprekken weinig uit. Zij hebben vrijwel allemaal een vaste baan. Het gaat om de rest van de medewerkers op de academische carrièreladder.

Docenten

Voor ‘universitair docenten’ hebben de vakbonden en het vorige kabinet flinke vooruitgang geboekt. UD’ers werken minder vaak op een tijdelijk contract: in drie jaar tijd ging het van 30 naar 11 procent. 

Dezelfde knik is zichtbaar bij ‘docenten’ (zonder onderzoekstaken). In die groep groeide het aandeel tijdelijke contracten naar 61 procent in 2021 en dat is volgens de laatste cijfers gedaald naar 41 procent.

Maar het ‘overig wetenschappelijk personeel’ heeft minder geluk. Daartoe behoren vooral de postdocs die na hun promotie aan de universiteit onderzoek doen. Van hen is 89 procent in tijdelijke dienst. Dat is 12 procentpunt meer dan twintig jaar terug.

Van alle universiteiten in Nederland is het percentage binnen deze groep met een vast contract aan de TU/e het laagst. Minder dan vijf procent heeft hier een vast contract, tegenover ruim 95 procent met een tijdelijk contract. 

Projectmatig

Volgens Donald Pechler, sectorbestuurder bij vakbond AOb, is het verschil in percentage vaste contracten tussen docerend personeel en postdocs te verklaren door de projectmatige aard van postdoc-functies. '...in 2023 [kwam] de cao-afspraak om het aantal tijdelijke dienstverbanden voor het docerende personeel sectoraal terug te brengen naar 13,5 procent. Wij vinden dat structureel werk in een vast dienstverband moet plaatsvinden', leest zijn reactie op de AOb-website. 'Postdocs worden in dienst genomen voor onderzoek dat op projectbasis met extern geld wordt gefinancierd.'

Of de contracten van postdocs onderdeel zijn van de aankomende onderhandelingen door de vakbonden, kan AOb nog niet bevestigen.

 

Opvallend zijn de verschillen tussen universiteiten, alleen al bij de universitair docenten. Bij Tilburg, Leiden, Delft en de Universiteit van Amsterdam hebben UD’ers vrijwel nooit een tijdelijke aanstelling. Aan de Erasmus Universiteit Rotterdam daarentegen is dat 29 procent.

Het contrast is nog groter bij de docenten zonder onderzoekstaak. In Utrecht heeft 85 procent van hen een tijdelijk contract, tegen slechts 6 procent in Rotterdam. Hier zit de Erasmus Universiteit dus aan de andere kant van het spectrum.

Ook voor postdocs maakt het uit waar ze werken. Aan de Erasmus Universiteit Rotterdam heeft 66 procent een tijdelijk contract, tegen meer dan 90 procent in Delft, Eindhoven, Groningen, Utrecht en aan de twee Amsterdamse universiteiten UvA en VU.

Deel dit artikel