
Juristen met een bètarandje
Promotieonderzoek persoonsbescherming en Big Tech markeert einde leerstoel Recht en Techniek
In een tijdperk van razendsnelle digitalisering zijn juist regelgeving en wetten essentieel om te helpen bij technologische en maatschappelijke uitdagingen, bepleiten emeritus hoogleraar Jan Smits en zijn promovendus Renas Hamad. Met de recente promotie van Hamad, vorige week aan de faculteit IE&IS, sloot het leerstoelgebied Recht en Techniek definitief zijn deuren aan de TU/e.
Toegegeven, ze hebben zich altijd een beetje ‘vreemde eend in de bijt’ gevoeld als alfa’s tussen de ‘techneuten’, glimlacht Hamad. Als buitenpromovendus – naast zijn baan als bedrijfsjurist bij PXS – was hij geregeld op de TU/e te vinden. “Ik heb er geleerd meer concreet te formuleren.” Vooral praktisch was het soms wat onhandig, erkent hij. Zoals het feit dat er nauwelijks juridische papers in de TU/e bibliotheek te raadplegen zijn. Hamad bezocht daarom ook vaak zijn alma mater en had een vaste stek op de Nijmeegse rechtenfaculteit.
Zijn promotor, emeritus hoogleraar Jan Smits, hield in 2018 zijn afscheidsrede, maar is nooit ver van de TU/e weg geweest. Smits: “Startups lopen vaak tegen allerlei juridische vraagstukken aan. Wordt het een bv of een vennootschap onder firma, hoe verdelen we de aandelen? Ik help hen als een soort juridische wegwijzer.”
Maatschappelijke verantwoordelijkheid
Want ook aan een technische universiteit zijn juristen heel belangrijk, benadrukt Smits. “Neem de energietransitie, of bijvoorbeeld AI-technologie. Wanneer je wettelijke bepalingen rondom technologie wilt opstellen, heb je gespecialiseerde juridische kennis nodig. Wij zijn lang deze verbinding geweest tussen techniek en regels.”
Met het wegvallen van zijn leerstoel, verdwijnt ook deze kennis, verzucht Smits. “Er wordt veel nieuwe technologie ontwikkeld. Maar binnen het academische werkveld op de TU/e zijn juristen helaas uitstervend. Fundamenteel onderzoek is belangrijk, maar een academisch instituut heeft ook een grote maatschappelijke verantwoordelijkheid.” Daar is Hamad het roerend mee eens. “Innovatie leid je in goede banen door middel van wetten, die twee gaan hand in hand. We moeten concurreren met andere landen, maar mogen onze burgerrechten niet uit het oog verliezen”
Hoewel Recht en Techniek altijd een relatief kleine groep is geweest, heeft die zich met succes sterk gemaakt op een aantal gebieden, zoals het normeren van technische standaarden. “TU/e-hoogleraar Standardisation and Intellectual Property Rudi Bekkers, wereldwijd vermaard op het gebied van octrooien, komt ook uit ‘onze stal’.”
Het meest trots is Smits op de grote rol die de groep gespeeld heeft bij de nieuwe formulering van artikel 13 uit de Grondwet, over brief- en telecommunicatiegeheim. “Veel uit ons vertrouwelijke rapport voor het Ministerie van Binnenlandse Zaken is in de grondwet terecht gekomen.”
Niet klakkeloos klikken
Bijzonder aan het promotieonderzoek van Hamad is dat hij in detail de bescherming van de persoonlijke levenssfeer tegen het licht heeft gehouden, zegt Smits. Niet alleen het al eerder genoemde artikel 13, maar ‘de hele privacy-bundel’: van artikel 10 over algemene privacy, artikel 11 over lichamelijke integriteit tot artikel 12 over huisrecht.
Nu de maatschappij in sneltreinvaart digitaliseert – het merendeel van de mensen bezit een of meerdere slimme apparaten en laat voortdurend een heel dataspoor achter – adviseert Hamad deze vier grondwetten te combineren en moderniseren om burgers te kunnen blijven beschermen.
“De invloed van Big Tech is gigantisch. Alleen al op basis van een like op Facebook valt heel wat te herleiden: etniciteit, religie, politieke voorkeur. En binnen 0,01 seconden gaan de meeste online bezoekers al akkoord met de privacyvoorwaarden. Natuurlijk kun je bijna onmogelijk zo’n heel document doorspitten, maar klik niet klakkeloos op akkoord. Wees kritisch. En bedenk dat er alternatieven zijn. Zo hoeft niet al je data in een cloud, en hoef je niet je hele huis van camera’s te voorzien.”
Stripboek
Hamad breekt met zijn onderzoek niet alleen een lans voor het bewaken van zijn eigen privacy en die van anderen, maar vooral voor die van de volgende generatie. Zij groeien op in een grotendeels gedigitaliseerde maatschappij. Daarom nodigde hij relatief veel kinderen – uiteraard ook die van hemzelf – uit voor zijn verdediging. “Ze beseffen het nog niet zo, maar dit zijn voor hen hele belangrijke onderwerpen.”
Om ze toch mee te nemen in deze ‘grote-mensen-onderwerpen’ doorspekte Hamad zijn proefschrift met toepasselijke Fokke & Sukke cartoons, sommige werden door de tekenaars zelfs speciaal aangepast – “ze zijn erg begaan met privacy”. Een hele eer, vindt Hamad. Dan, lachend: “Dat idee werkte alleen niet helemaal zoals bedacht. Mijn kinderen vertellen nu heel trots dat hun papa een stripboek heeft gemaakt.”
Discussie