TU/e start besprekingen concept instellingsplan

De TU/e werkt aan een document dat de rode draad voor het beleid van de komende vijf jaren moet zijn. Dit nieuwe instellingsplan is voor vijftig procent af en de conceptversie wordt in vier sessies met medewerkers besproken. Dinsdagochtend gebeurde dat met een handjevol deelnemers.

In een van de laatste kamers van Gemini-Zuid waar nog meubels staan, leidt beleidsmedewerker Renee Westenbrink de eerste bijeenkomst waar medewerkers hun input kunnen geven op de beleidsvoornemens van de universiteit. Hij legt uit dat vergeleken met het vorige instellingsplan nu de kernwaarden en de missie van de TU/e voorop staan en er nog maar drie prioriteiten worden gesteld. In 2020, in het vorige instellingsplan, bracht de TU/e zeventien beleidsprioriteiten naar voren.

De prioriteiten

De TU/e wil verantwoordelijke ingenieurs en wereldleidende academici opleiden, onderzoek doen voor transities en concurrentiekracht, en met technologie maatschappelijke waarde creëren. De grootste uitdagingen voor de komende vijf jaar worden door collegevoorzitter Koen Janssen toegelicht.

“We werken toe naar ‘One TU/e’. Dat houdt in dat iedereen gelijk is, van schoonmaker tot hoogleraar, en dat er saamhorigheid gevoeld wordt. Maar diversiteit is het belangrijkst, TU/e’ers horen niet tot een eenheidsworst. We hebben negen verschillende faculteiten en die hebben alle hun eigen werkwijze. We gaan harmoniseren waar het kan, en differentiëren waar het nodig is”, zegt Janssen.

Transities

Een tweede ontwikkeling is de transitie tot een duurzame en sociale samenleving. Janssen benoemt het goede netwerk dat de TU/e heeft met bedrijven in de Brainport en hij prijst zich gelukkig met het publieke geld dat jaarlijks te besteden is. “Daarom moeten we als universiteit iets terugdoen voor de maatschappij en gaan bijdragen aan transities van energie, gezondheid en digitalisering.”

Het derde aandachtspunt is een bijdrage leveren aan de Europese concurrentiekracht. “Er is wereldwijd politieke spanning, zelfs in Nederland.” Janssen duidt op het kabinet dat deze ochtend is gevallen. Hij vreest dat het werk van de afgelopen maanden om voorgenomen bezuinigingen te bespreken met de regering, opnieuw gedaan moet worden. “We moeten in ieder geval de banden met andere universiteiten versterken. EuroTech Universities Alliance is een goed voorbeeld.”

Solidariteit

Westenbrink wil weten wat ‘One TU/e’ voor de deelnemers betekent. Een medewerker van APSE begint over de solidariteit tussen faculteiten. “Ik werk bij een van de vier faculteiten die Beethoven-geld ontvangt. Dat andere faculteiten dat niet krijgen geeft spanning. Ik denk dat daar actie voor nodig is.” Collegevoorzitter Janssen antwoordt dat alle faculteiten en diensten nodig zijn om chips te ontwikkelen en dat het erkennen van de spanning een belangrijke stap is.

Als input over de duurzame en sociale transitie brengt Bart Jansen, medewerker bij Computer Science en bestuurslid van TU/e Young Academy of Engineering, naar voren dat gezondheid altijd belangrijk is geweest en zal blijven, maar niet in een transitie zit zoals de energievoorziening. “Het doel van digitalisering is al bereikt; we leven in een maatschappij waarin alles digitaal is opgeslagen. De uitdaging ligt juist bij het passend gebruik van Artifical Intelligence om met die beschikbare data om te gaan.”

Koen Janssen reageert dat er zeker veel aan het veranderen is bij de gezondheidszorg. “Denk aan personeelstekort, afhankelijkheid bij big pharma, en allerlei start-ups in health.” Dat erkent de informaticus en de gezamenlijke conclusie is dat er nog eens goed naar begrippen als transitie in het document gekeken moet worden.  

Paraatheid

Bart Jansen heeft nog meer feedback naar aanleiding van het concept van het instellingsplan. “Er is een conflict tussen de transparantie die de TU/e nastreeft en de ‘preparedness’ die niet verder uitgelegd wordt. Zou de gewenste openheid reden zijn om geen onderzoek te doen op gebied van defensie?” Het is een duidelijke vraag waar nu geen antwoord op is te geven. Maar Westenbrink dankt voor de input: “We gaan er verder naar kijken. We willen zo open zijn als kan, en zo gesloten als moet.”

Humeyra Caglayan, UHD bij EE, vraagt tot slot hoe de TU/e de grote uitdagingen aan gaat pakken. “We gaan eerst meer input halen in nog drie sessies en daarmee krijgen we scherper wat we moeten doen”, zegt Westenbrink.

Koen Janssen dankt de inzet van alle deelnemers en nodigt uit om indien gewenst verder te praten. “Je mag altijd bellen of mailen.” In december hoopt de TU/e het Instellingsplan 2026-2030 te voltooien.

Deel dit artikel