Rathenau kan leven met topsectoren

Sleutelgebieden, focus & massa... zulke modewoorden helpen wetenschap en innovatie niet verder, stelde het Rathenau Instituut vorig jaar. Maar over ‘topsectoren’ is het instituut minder kritisch, blijkt uit een nieuw advies.

Al jaren probeert de Nederlandse overheid wetenschap en innovatie aan te jagen. Nederlandse wetenschappers zijn goed, maar hoe vinden ze de aansluiting bij de absolute top? En hoe profiteert de economie van alle wetenschappelijke inzichten?

Dit leidde in het verleden tot de oprichting van het Innovatieplatform met premier Balkenende als voorzitter en tot allerlei technologische topinstituten. Onder het motto ‘focus en massa’ moesten wetenschappers hun krachten bundelen en samen aan dezelfde vraagstukken werken. Dan zouden de schaarse middelen niet verdund worden over een waaier aan onderwerpen. Nederland is klein: het moest kiezen waar het goed in wil zijn.

Maar het leidde allemaal nergens toe, oordeelde het Rathenau Instituut tot vorig jaar. De uitverkoren vakgebieden gingen helemaal niet beter presteren dan voorheen. Ze publiceerden ongeveer even veel en soms zelfs minder.

Tegenwoordig spreken bestuurders niet meer van sleutelgebieden, maar van ‘topsectoren’ en is ‘focus & massa’ veranderd in ‘profilering’. Het idee is nu dat bedrijfsleven en kennisinstellingen beter moeten samenwerken en op ‘sectorniveau’ afspraken maken. Dat kan er misschien voor zorgen dat het bedrijfsleven meer in kennis gaat investeren. Het Rathenau Instituut is milder over deze topsectoren dan over de vorige versies van dit beleid. “Het is toch een andere koers”, zegt Rathenau-onderzoeker Barend van der Meulen.

Wat is de kern van jullie nieuwe advies?
“Dat verschillende topsectoren ook een verschillende organisatie nodig hebben. In de voedingsindustrie is de samenwerking tussen universiteiten en het bedrijfsleven al ver gevorderd, terwijl die in de logistiek nog vrijwel van de grond af moet worden opgebouwd. Daar moet je rekening mee houden en dat dreigt te weinig te gebeuren.”

Zijn topsectoren zoveel beter dan sleutelgebieden? Het lijkt een andere naam voor hetzelfde.

“En toch is er verschil. Het gaat nu niet om het versterken van de wetenschap, maar om extra investeringen van het bedrijfsleven in de wetenschap. Voorheen leefde het idee dat ‘focus & massa’ genoeg was om Nederland vooruit te helpen. Nu niet meer.”

Maar jullie waren toch tegen het kiezen van ‘speerpunten’ in het wetenschapsbeleid?

“Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek valt 95 procent van het Nederlandse bedrijfsleven onder één van de topsectoren. Dus kunnen vrijwel alle Nederlandse bedrijven aanhaken bij het topsectorenbeleid. Dat is toch iets heel anders dan ‘focus & massa’.”

Heeft de overheid naar het Rathenau Instituut geluisterd?
“Dat succes zou ik niet durven claimen. Aan de borreltafel zou ik dat misschien wel beweren, maar niet in de krant. Het ministerie van Economische zaken heeft gewoon goed gekeken. Het is niet voor niets dat Nederland sterk is in voedsel en bloemen. Op dat gebied werken bedrijfsleven en kennisinstellingen allang samen. Het is goed om dat te bevorderen, zeker nu de onderzoeksinvesteringen uit de aardgasbaten weer zijn geschrapt.”

Deel dit artikel