Toch nog basisbeurs voor snelle bachelors

Op 1 september 2015 verdwijnt de basisbeurs, ook voor studenten die dan aan hun academische masteropleiding beginnen. Voor de meesten is er geen ontkomen aan, want universiteiten hebben over het algemeen twee officiële inschrijfmomenten: 1 februari en 1 september. Maar er zitten enkele mazen in het net.

De driejarige masteropleiding geneeskunde van de Rijksuniversiteit Groningen heeft bijvoorbeeld elf officiële instroomdata, omdat studenten op verschillende momenten aan hun coschappen in het ziekenhuis beginnen. Nieuwe masterstudenten kunnen in principe dus al vóór 1 september officieel starten, bevestigt de opleidingscoördinator. Wie zijn bachelordiploma op tijd haalt, heeft alsnog drie jaar recht op een basisbeurs: bij elkaar ruim tienduizend euro voor een uitwonende student. 

Ook studenten van de TU Delft hebben geluk. Die universiteit schrijft studenten elke eerste van de maand officieel in. Wie zijn laatste toetsen in juni haalt, begint officieel op 1 juli aan de master. Ook als de colleges pas in september van start gaan. Dat doet Delft al jaren, maar in 2015 kunnen studenten daar voor het eerst –en voor het laatst– een slaatje uit slaan.

De Delftse studentenfractie ORAS is daarom druk aan het lobbyen om te zorgen dat zoveel mogelijk studenten hiervan kunnen profiteren. ORAS-bestuurslid Ellen Tolboom: “Omdat alle bachelorvakken behaald moeten zijn voordat een student kan worden ingeschreven in de master, hopen we dat alle herkansingen zo vroeg mogelijk plaatsvinden. We zijn nu ook aan het kijken op welke momenten examencommissies vergaderen.” Immers, pas als de examencommissie goedkeuring geeft kan een student echt afstuderen.

De Delftse studenten inspireren blijkbaar: de Tilburgse studentenfractie SAM heeft het College van Bestuur onlangs gevraagd of het de officiële inschrijfdatum naar voren wil halen: van september naar augustus. Dat wordt intern nog besproken, laat een woordvoerder van Tilburg University weten.

De wet die de basisbeurs afschaft, is onlangs goedgekeurd door de Tweede Kamer. Minister Bussemaker van Onderwijs zal naar verwachting ook in de Eerste Kamer op weinig weerstand stuiten.

Deel dit artikel