Kasper Dinkla. Foto | Rien Meulman

Sluitstuk | Van havo naar Harvard

Bij veel ziektes gaat er iets mis in het complexe samenspel tussen genen, eiwitten en andere moleculen in ons lichaam. Voor biologen is het door die complexiteit vaak lastig om door de bomen het bos nog te zien. Informaticus Kasper Dinkla helpt ze daarbij met zijn visualisatiesoftware. Het bracht de voormalige havist naar het Mekka van de hedendaagse wetenschap: Harvard University.

Kasper Dinkla is voor zijn promotieceremonie een weekje over uit Massachusetts, USA, waar hij al voor de zomer is begonnen als postdoc. Geen voor de hand liggende positie voor iemand zonder vwo-diploma, geeft hij zelf toe. “Eigenlijk is het absurd hoe het gelopen is. Op de middelbare school had ik veel moeite met talen, daarom heb ik havo gedaan. Ik zag het nut ervan destijds niet echt in, maar ik heb inmiddels wel geleerd dat taal heel belangrijk is. Taal bepaalt namelijk hoe je denkt.”

Een essentieel onderdeel van zijn promotieonderzoek bestond uit het inzichtelijk maken van de bevindingen van biologen. Dat deed Dinkla door de verbanden tussen genen en eiwitten te visualiseren in diagrammen. “Het lastigste was om helder te krijgen wat de biologen precies bedoelden. Als je afkomstig bent uit een verschillend vakgebied, spreek je als het ware een andere taal. Dat was een grote uitdaging.”

Na een jaartje Informatica aan Fontys Hogescholen stroomde Dinkla door naar diezelfde studie aan de TU/e. Tijdens zijn afstuderen specialiseerde de Eindhovenaar zich in het visualiseren van complexe data. Dat ging hem zo goed af dat een promotietraject volgde. Hierin werkte hij onder meer samen met biologen van de Vrije Universiteit en bio-informatici van het Centrum Wiskunde & Informatica (CWI) in Amsterdam. “Zij onderzoeken hoe een bepaald virus de ontwikkeling van kanker bevordert. Dat doen ze door de productie van allerlei verschillende eiwitten te meten in aan- en afwezigheid van het virus.”

Met behulp van de beeldtaal van Dinkla ontdekten de biologen nieuwe verbanden in de meetgegevens die ze al hadden geanalyseerd. “Op basis van die inzichten hebben ze hun hypotheses aangepast. Dat toont de toegevoegde waarde van visualisaties.”

"Ik geloof niet dat ik zo extreem goed ben"

Toen het einde van zijn promotietraject naderde, bleek Harvard op zoek naar een postdoc in zijn vakgebied. Volgens Dinkla sloot deze positie precies aan bij zijn achtergrond. “Dat is ook de voornaamste reden dat ze voor mij hebben gekozen”, zegt hij bescheiden. “Ik geloof niet dat ik nu zo extreem goed ben.”

Dat een avontuur aan de hoogst aangeschreven universiteit ter wereld goud waard is voor een succesvolle wetenschappelijke carrière, zegt hem ook niet veel. “Eerlijk gezegd ben ik helemaal niet met een carrière en de toekomst bezig; ik ben echt intrinsiek gedreven, door de wetenschappelijke vragen. Het gevoel dat mijn werk bijdraagt aan de medische wetenschap, motiveert me enorm. In Amerika werk ik nu veel samen met wetenschappers uit de farmaceutische industrie en ook bij hen zie ik dat gelukkig.”

Deel dit artikel