
- Student
- 21/04/2016
Een balletje slaan op loopafstand van de campus
Op een paar honderd meter van de campus, op sportpark De Hondsheuvels, bevindt zich het enige golfterrein van ons land dat midden in de stad ligt. Toch weten maar weinig TU/e'ers dit Golfcentrum Eindhoven te vinden. Vooroordelen, zoals dat golf elitair, duur en geen echte sport is, lijken een grote populariteit nog in de weg te staan. Met de open dag op zondag 24 april wil het Golfcentrum daarin verandering brengen.
Misha Latuhihin, voormalig Olympisch volleybalkampioen en lid van het managementteam van het Studentensportcentrum, slaat naar eigen zeggen niet meer zo goed als vroeger. “Maar nog goed genoeg”, lacht hij.
Samen met Marij van der Vleuten, hoofdtoezichthouder van het Golfcentrum Eindhoven, vertelt hij over de opzet en ontwikkeling - een samenwerking met Sportbedrijf De Karpen dat het terrein beheert. “We hebben drie natuurlijke en zes kunststof greens (het kortgeschoren gras rondom een hole, red.), zowel openlucht- als overdekte oefenmatten en een nieuw clubhuis. Dit is echt een uniek golfterrein, het enige in Nederland dat midden in de stad ligt waar je zowel in de zomer als in de winter kunt spelen. Heb je een sportkaart, dan is dit een uitgelezen kans om kennis te maken met deze sport.”
Van der Vleuten - die de sport overigens nog niet beheerst, maar binnenkort haar eerste balletje gaat slaan - is zich bewust van het elitaire imago dat aan golf kleeft. Maar ze gelooft dat juist de laagdrempeligheid van het centrum veel mensen zal aanspreken. “Iedereen is welkom, de koffie is gratis, de prijzen voor de lessen liggen hier beduidend lager dan bij andere golfcentra en je kunt hier gewoon in je joggingbroek komen golfen.”
Rugby versus golf
Bob van Bergen, net afgestudeerd aan de TU/e-faculteit Bouwkunde, onderbreekt zijn slagen om uit te leggen waarom hij sinds kort rugby met golf combineert. “Inderdaad, het is nogal een contrast. Rugby is hard en zeer fysiek en je speelt met een team tegen een tegenstander, terwijl golf vooral een gevecht met jezelf is”, licht hij toe. “Aan mijn tackling skills heb ik hier niet zoveel; je hebt vooral techniek, zelfcontrole en veel concentratie nodig om de bal in zo min mogelijk slagen in de hole te krijgen.”
Onder de overkapping slaan leden van studentengolfvereniging De Club een balletje op een van de oefenmatten. Sierlijk zwaait masterstudent Bouwkunde Rick van Kempen zijn golfclub, ijzer 4, naar achteren en mept hij het felgroene balletje hard op het veld. “Het is heerlijk om na een middag schrijven aan mijn masterscriptie hier even te ontspannen. Iedereen hier is ook erg sociaal”, zegt hij tijdens een pauze.
Van Kempen ging eerder wel eens met zijn ouders mee, maar haalde zijn golfvaardigheidsbewijs pas toen vrienden in het bestuur van de studentengolfvereniging stapten. “Het leuke aan de sport is dat je tegen jezelf kunt spelen door in zo min mogelijk slagen de bal in de hole te slaan en zo je handicap te verbeteren. Maar het is ook competitief. Als je speelt tegen iemand die een hogere handicap heeft, maar slechter slaat dan hij voor zijn handicap eigenlijk zou móeten slaan, kun je van hem winnen.”
Tweeduizend calorieën
Voor de Bouwkundestudent is het wel degelijk een echte sport en geen hobby. “Als je achttien holes loopt, ben je tussen de vier en zes uur bezig, terwijl je ook een zware tas meezeult. Dan verbrand je gemiddeld toch tweeduizend calorieën en ben je naderhand echt wel moe.”
Inmiddels komt hij iedere week op woensdag om met anderen te golfen, maar soms ook 's ochtends, als het lekker rustig is. “We hebben ook echt een hechte club gekregen, organiseren ons eigen toernooi, bezoeken toernooien van andere studentengolfverenigingen, houden maandelijks een barbecue met een intern toernooi en gaan samen de stad in.”
Babette Lips, studente Technische Wiskunde en Industrial Design, golft al van jongs af aan en onderschrijft de gezelligheid binnen de club. “Je komt op de club en tijdens toernooien studenten van allerlei studierichtingen en uit het hele land tegen. Dat is erg leuk.”
Meisjes zijn nog wel erg in de minderheid, getuige de slechts twee meisjes in de rij. Wie weet kan de open dag van zondag daarin verandering brengen.
Discussie