ICT met medewerkers in gesprek over toekomst

ICT met medewerkers in gesprek over toekomst

ICT Services is nadrukkelijk met haar medewerkers in gesprek over de toekomst van de dienst en ieders rol en taken daarin. Er komen geen banen te vervallen en er is volgens directeur Liesbeth Pot zeker geen sprake van een reorganisatie of bezuinigingsopdracht: “Maar mensen zullen wel moeten gaan bewegen en zich mogelijke andere competenties eigen moeten maken.”

Pot is zich ervan bewust dat de lopende gesprekken voor reuring binnen haar afdeling zorgen, die ook daarbuiten wordt opgemerkt. Toch is ze aanvankelijk terughoudend om al meer te vertellen over de ingezette “doorontwikkeling” binnen ICT Services, “omdat ik nog niet alle medewerkers gesproken heb. Ik wil hierin graag zorgvuldig zijn”.

De directeur vertelt over ‘ICT’er van de toekomst’, een project dat al een poosje draait en waarmee de afdeling zich wil voorbereiden op de komende jaren en op wat er binnen de universiteit van haar wordt verwacht. Een werkgroep van eigen medewerkers presenteerde twee weken terug zijn eerste toekomstschets, waaruit de komende maanden - gecombineerd met de opbrengst van individuele loopbaangesprekken - een transitieplan voor de dienst moet volgen.  

Pot: “De ICT-sector standaardiseert steeds meer, ook het werken vanuit de cloud heeft een enorme vlucht genomen. Steeds vaker worden platformen niet in eigen beheer gebouwd, maar afgenomen bij externe partners. Dat betekent dat je bijvoorbeeld als echte technisch beheerder een ander soort rol krijgt; je doet zelf minder hands-on, maar moet wel zorgen dat een leverancier zijn werk doet. Tegelijkertijd is er wel extra behoefte aan bijvoorbeeld directe ondersteuning voor onderzoekers hier in huis.”

De ICT-branche is volgens Pot altijd én snel in beweging, “daarover ben ik ook met het College van Bestuur in gesprek. Hierbij kwam in alle openheid ook de vraag op tafel: ‘Moeten we nou reorganiseren?’ Maar dat heeft niet onze voorkeur, dat hebben we ook aan onze mensen verteld. Wel is er bewust meer ruimte gemaakt voor mobiliteit, evenals financiële mogelijkheden om die te ondersteunen”.

Bijblijven

Pot benadrukt dat er voor iedereen binnen ICT Services (goed voor circa zestig fte) een plek is en blíjft, “maar je moet wel bíjblijven. Mensen zullen wel moeten gaan bewégen en zich mogelijk andere competenties eigen moeten maken. Maar wat als sommigen dat niet wíllen? Dan moet je wellicht uitkijken naar iets anders binnen of buiten de TU/e”. Ook zijn er volgens haar mensen die al langer overwegen om wat eerder te stoppen met werken, of die zich meer op een eigen bedrijf willen gaan richten. “Daarover ben ik nu met iedereen individueel in gesprek.”

En dat blijkt voor een deel van de medewerkers “toch even confronterend. Zo’n project als ‘ICT’er van de toekomst’ is voor velen toch nog wat op afstand. Maar als ik dan 1-op-1 schets wat er staat te gebeuren, worden sommige mensen toch wat onrustig. ‘Heb ik mijn baan over een tijdje nog wel?’ Dat kan ik me ook voorstellen, zeker als je hier al heel lang werkt”.

Al wordt op dit moment niemand de deur gewezen - Pot betwijfelt of ICT Services over pakweg vier jaar nog steeds zestig fte telt. “Ik zal voorzichtig zeggen dat de afdeling niet groter wordt, maar eerder kleiner en dan met andere rollen. We gaan meer van beheer naar regie.” De lopende gesprekken over die ontwikkelingen ziet ze als een goed moment van individuele bezinning, “waarbij ik hoop dat mensen ook openstaan voor elkáár. Geef mensen die misschien iets heel anders willen, de ruimte”.

Deel dit artikel