Turkse TU/e’ers weten informatieloket goed te vinden

Turkse TU/e’ers weten informatieloket goed te vinden

Zo’n vijftien TU/e’ers van Turkse komaf hebben zich de eerste drie dagen gemeld bij het loket dat de universiteit heeft ingericht naar aanleiding van de ontwikkelingen in Turkije. De TU/e wil niet ingaan op de specifieke vragen of zorgen van deze studenten en medewerkers. Onderzoeker Yasin Toparlar ondervindt zelf geen hinder van de situatie in zijn geboorteland. De Turkse promovendus maakt zich wel zorgen, maar is ook nuchter over 'de zoveelste klap'.

Een gecombineerd team van het Onderwijs en Studenten Service Centrum (STU) en de Dienst Personeel en Organisatie (DPO) is in touw om Turkse TU/e’ers te adviseren of helpen. Per geval wordt bekeken welke stappen nodig zijn en wat de universiteit hierin kan betekenen. Waar nodig gebeurt dit in afstemming met andere betrokkenen of experts, zowel binnen als buiten de universiteit. Onder andere universiteitenkoepel VSNU en internationaliseringsorganisatie Nuffic spelen hierbij een rol, aldus TU/e-bestuurswoordvoerder Barend Pelgrim.

Pelgrim onderhoudt momenteel een “vrijwel permanente hotline” met collega’s aan andere universiteiten. Nederlandse academici die in Turkije zijn of ernaartoe gaan, Turkse studenten of medewerkers die vanuit Nederland terug willen of moeten, zorgen over aanstellingen, onderzoeksbeurzen of verblijfsvergunningen - de meeste vragen die verspreid over alle Nederlandse instellingen binnenkomen, hebben daarop betrekking, weet hij.

Reisadvies

Op specifieke vragen die mensen hier in Eindhoven stellen, gaat de woordvoerder niet in. Wel wil hij kwijt dat de TU/e “frequent” om advies wordt gevraagd over wel of niet afreizen naar Turkije. De universiteit beschikt volgens hem echter niet over “gevalideerde informatie” over de feitelijke situatie in Turkije en de te verwachten ontwikkelingen daar. De TU/e volgt op dit vlak dan ook de informatie vanuit het ministerie van Buitenlandse Zaken, aldus Pelgrim. Verder heeft de universiteit een document opgesteld dat medewerkers en studenten kunnen gebruiken om, indien nodig, te kunnen aantonen dat ze aan de TU/e verbonden zijn.

Pelgrim concludeert uit overleg met collega’s dat het informatiepunt aan de TU/e méér wordt gebruikt dan vergelijkbare loketten aan andere Nederlandse universiteiten. Een verklaring hiervoor heeft hij niet paraat; het percentage Turken aan de TU/e is voor zover hij weet in elk geval niet anders dan aan andere instellingen.

De woordvoerder benadrukt nogmaals dat het College van Bestuur de kwestie “zeer serieus” neemt en de ontwikkelingen nauwgezet volgt, in afstemming met betrokken ministeries en andere organisaties. Op de mogelijke gevolgen van de ontwikkelingen in Turkije voor de TU/e en haar mensen of de wetenschap in Nederland, wil Pelgrim niet ingaan: “Het is nu te vroeg om gefundeerde interpretaties of uitspraken te doen”.

Wel wijst hij op de Duitse internationaliseringsorganisatie DAAD, die zich wat nadrukkelijker uitspreekt en het universiteiten afraadt om de banden met Turkije op instellingsniveau te verbreken: “Ze hebben wel zorgen, maar willen kijken of je, juist op academische gronden, het gesprek gaande kunt houden”. Zoals DAAD-president Margret Wintermantel in een statement verwoordt: “Turkije heeft, meer dan ooit, wetenschappelijke vrijheid en een open dialoog nodig. DAAD zal zich er hard voor maken om de academische vrijheid in Turkije en aan Turkse universiteiten te herstellen.”

“Irrationele besluiten en tragedies voor ons eigenlijk haast ‘gewoon’” 

De Turkse onderzoeker Yasin Toparlar, promoverend aan de TU/e-faculteit Bouwkunde, ondervindt vooralsnog geen hinder van de situatie in zijn thuisland. 

Op de mediaberichten over oproepen aan Turkse academici om terug te keren naar hun thuisland, reageert Toparlar nuchter: “Bij mijn beste weten is er geen enkel probleem voor Turkse onderzoekers, verbonden aan de TU/e of aan andere buitenlandse instellingen, om in Nederland of hun huidige land te blijven.” Hoe het zit met parttime academici, conferentiebezoekers of onderzoekers in dienst van Turkse onderzoeksinstituten, weet hij niet: “Voor hen zou de situatie anders kunnen zijn”. 

Toparlar was zelf in Turkije op het moment van de couppoging op 15 juli. Hij kon vijf dagen later naar eigen zeggen vrij vlot terugreizen naar Nederland, “al duurde de paspoortcontrole op het vliegveld wel wat langer dan gebruikelijk. Maar mij is niet gevraagd om in Turkije te blijven of terug te komen.” Ook Turkse collega’s en familieleden hebben volgens hem tot dusver geen moeite gehad het land in of uit te komen. 

Hij beseft maar al te goed dat de actuele praktijk voor veel mensen in Turkije, vooral voor docenten, artsen en andere werknemers in de publieke sector, weerbarstiger is. “De regering voert strenge controles uit op eenieder die het land uit wil. Mensen die op vakantie zijn, worden teruggeroepen. Dat geldt ook voor Turkse academici die verbonden zijn aan universiteiten in eigen land.” 

Eenzijdige informatie

De onderzoeker onderhoudt nauw contact met zijn vrienden en familie in Turkije. Zelf woont hij sinds 2010 in Nederland (Toparlar haalde ook zijn master hier) - en dat heeft volgens hem zo zijn voordelen. Internationale kanalen brengen het nieuws in zijn ogen objectiever en vanuit een breder perspectief. De Turkse media, volgens hem overwegend eenzijdig politiek gekleurd, volgt hij niet. “Als je geconfronteerd wordt met een stortvloed aan eenzijdige informatie, kun je je objectiviteit makkelijk verliezen.”

In de hectiek van het laatste jaar van zijn promotie probeert hij zich niet te zeer te laten raken door het nieuws vanuit Turkije. “De omgeving hier helpt daar zeker bij; mensen om me heen zijn heel betrokken.” Ook met andere Turken hier bespreekt de promovendus de politieke ontwikkelingen in Turkije, “maar een stuk minder dan wanneer we zelf dáár zouden zijn. Het is zeker niet het enige waar we over praten”. 

Dat neemt niet weg dat hij zich wel degelijk zorgen maakt. “Niet zozeer door de specifieke nieuwsberichten, maar meer om de polarisatie en het groeiende fanatisme in de Turkse samenleving.” 

Turkije staat volgens Toparlar inmiddels bekend om zijn “vreemde politieke beslissingen, vooral afgelopen jaar, die niemand logisch kan verklaren. Helaas zijn dergelijke irrationele besluiten en allerhande daaruit voortvloeiende tragedies voor ons Turken eigenlijk al haast ‘gewoon’ geworden. Natuurlijk is de couppoging een klap voor de mensen die geloven in een stabiel en welvarend Turkije - maar we hebben de laatste tijd al zoveel van dergelijke klappen gehad, dat we deze eigenlijk al nauwelijks meer voelen.”

Deel dit artikel