Waarom maken Nederlanders geen werk van hun maaltijd?
Hoe zitten Nederlanders in elkaar en waarom willen ze niet gezellig samen met je eten? Deze en andere culturele kwesties probeerde DPO-medewerker internationalisering Willem van Hoorn donderdagmiddag uit te leggen aan de deelnemers van de workshop ‘Dutch culture’. Die is georganiseerd door internationale studentenvereniging Cosmos als één van haar lustrumactiviteiten. Tien studenten en promovendi, uit voornamelijk Oost-Europese landen, doen een poging de Nederlandse cultuur te begrijpen.
Behalve een wetenschappelijke benadering van het thema geeft Willem van Hoorn ook persoonlijke adviezen aan de deelnemers van de workshop over 'Dutch culture'. Hij stelt ze meermalen gerust als hij een eigenaardigheid van 'de Nederlanders' verklaart. “Als je bijvoorbeeld niet bij Nederlandse collega´s thuis wordt uitgenodigd, betekent dat niet dat ze je niet aardig vinden. Het is gewoon zo dat Nederlanders werk en privé zeer gescheiden houden. Hun vrienden en collega's zullen elkaar zelden ontmoeten.”
Hij laat de deelnemers een vragenlijst invullen over opvoeden, werkethos, sociale controle en dergelijke. Zodoende worden eigen meningen vergeleken met het cultuurmodel van hoogleraar Geert Hofstede. Hofstede, van oorsprong een Delfts werktuigbouwkundig ingenieur, is een internationaal bekende organisatiepsycholoog. Hij ontwikkelde culturele profielen voor vele landen en Van Hoorn deelt er afdrukken van uit.
“Handig”, zegt de Duitse exchangestudent Florian Hauptmann, die de workshop erg interessant vindt. “Dan kan ik voor ik naar een land ga, even kijken welke cultuur er heerst.” Maar zo mag je de lijst juist niet gebruiken, legt Van Hoorn uit. “Het zegt niets over individuele bewoners. Wel geeft het inzicht in de gebruiken van een land.”
Zo bestempelt Hofstede Nederland als een zeer individualistische samenleving. “Je ziet dat we zeer taakgeoriënteerd zijn, ons onafhankelijk opstellen en ons competitief gedragen”, zegt Van Hoorn. “Zelfs ons eten benaderen we zo; geeft dit voedsel ons genoeg brandstof om de komende uren door te komen? Eten heeft nauwelijks sociale functie.”
Ook het patroon van ‘culture adaptatie’ wordt besproken. Het komt er op neer dat iemand die in een andere cultuur verzeild raakt, eerst erg tevreden is. Te vergelijken met een toerist of iemand op een huwelijksreis. Maar nadat de realiteit indaalt, kan er een gevoel van onvermogen komen.
De Turkse Mete Sevinc, promovendus bij Industrial Engineering, herkent het. Hij merkt op dat Nederlandse collega's zeer gericht zijn op hun werk. Als hij wil vertellen dat het niet lekker met hem gaat, willen zij zijn onderzoeksresultaten met hem bespreken. Van Hoorn knikt begripvol en adviseert hem om die gevoelens te bespreken met andere internationale medewerkers. “Die herkennen je situatie waarschijnlijk beter.”
Gelukkig voor de Turk klimt de lijn van de culturele adaptatie weer uit het dal wanneer er gewenning komt en later zelfs grip op de situatie ervaren wordt. Hij kan er om lachen en hoopt dat het niet te lang duurt.
De internationalen die plannen om terug te gaan naar hun geboorteland waarschuwt Van Hoorn nog even voor de re-entry shock. “Als jij terug gaat, ben jij veranderd door wat je meemaakte. Maar het thuisfront is niet veranderd. Dat kan moeilijk worden.”
Tot slot vraagt Van Hoorn naar de karakterisering van Nederlanders die de deelnemers twee uur eerder in groepjes moesten noteren. “Ze zijn direct en erg werkgeoriënteerd”, begint de Litouwse voorzitter van Cosmos, Emilija Lazdanaitė. Sevinc voegt er aan toe: “Politiek correct, georiënteerd op innovaties en technologie, individualistisch en zuinig. En food sucks.”
Cosmos heeft voor haar eerste lustrumweek onder andere een Indonesische, Russische en Roemeense avond georganiseerd en meerdere workshops. Ze sluit de week zondag af - met een Zumbamarathon.



Discussie