Start 'kloppend hart' chemie-onderzoek van de toekomst

Start 'kloppend hart' chemie-onderzoek van de toekomst

Energiedragers, Functionele Materialen en Coatings zijn de drie onderzoekslijnen die centraal staan in een nieuw onderzoeksconsortium van bedrijven en universiteiten, waaronder de TU/e. Dit Advanced Research Center Chemical Building Blocks Consortium (ARC CBBC), dat vandaag officieel van start is gegaan, wil 'het kloppend hart' van het chemie-onderzoek van de toekomst worden.

Het nationale onderzoekscentrum wil een leidende rol gaan spelen in onderzoek richting onder andere een circulaire economie, duurzame chemische processen en schone energie. “De wereld staat voor grote uitdagingen, en we hebben de juiste combinatie van wetenschappelijk inzicht én innovatie nodig om antwoorden te vinden”, aldus Marjan Oudeman, collegevoorzitter van de Universiteit Utrecht, een van de oprichtende partijen. Andere partners, naast de TU/e, zijn AkzoNobel, BASF, Shell, NWO, het Ministerie van Economische Zaken, de Topsector Chemie en de universiteiten van Utrecht en Groningen.

ARC CBBC richt zich, met fundamenteel onderzoek, op uitdagingen die ontstaan uit het groeiende beroep op de eindige voorraad grondstoffen. Het gaat om een breed scala aan energie- en chemievraagstukken uit onder andere de Nationale Wetenschapsagenda en de EU Grand Challenges en uitdagingen gesignaleerd door de Verenigde Naties.

“Binnen dit unieke samenwerkingsverband willen we met verenigde krachten ‘nieuwe chemie’ creëren”, aldus Herbert Fisch, Managing Director van BASF Nederland. Of, zoals Ben Feringa (Rijksuniversiteit Groningen), voorzitter van de Executive Board, formuleert: “ARC CBBC gaat werken aan bouwstenen die de basis van onze chemische industrie fundamenteel kunnen veranderen”.

Binnenkort start de open inschrijving voor deelname aan projecten binnen ARC CBBC. Het consortium is nadrukkelijk op zoek naar de absolute top binnen zowel de wetenschap als de industrie. “ARC CBBC moet het kloppend hart worden van het chemie-onderzoek van de toekomst”, aldus wetenschappelijk directeur Bert Weckhuysen (Universiteit Utrecht).

Bron: Persteam TU/e

Deel dit artikel