URE bouwt 'eerste autonome racewagen van de Benelux'

University Racing Eindhoven (URE) bouwt komend collegejaar maar liefst twee wagens. Naast de verwachte URE13, die zal deelnemen aan het algemene Formula Student-competitie, bouwt het raceteam voor 2018 namelijk ook een oud model om waarmee autonoom kan worden geracet. Het team zelf spreekt van een primeur voor de Benelux.

Voor University Racing Eindhoven start met de aanvang van het collegejaar weer een nieuwe cyclus. Na mooie trofeeën mee naar huis te hebben genomen in Assen, kwam racewagen URE12 ook in Oostenrijk en Spanje sterk voor de dag, alvorens hij noodgedwongen de strijd moest staken. In Oostenrijk eindigde het team uiteindelijk als achtste in het algemeen klassement; tijdens het sterk bezette evenement in Spanje belandde het team, eveneens met twee nul-scores, op de twaalfde plaats.

Op alle Formula Student-events waaraan de URE12 deelnam, viel de wagen uiteindelijk - ondanks vele testkilometers - uit tijdens de endurance. Telkens ging er iets nieuws kapot en daarom zal de URE13 nóg langer worden getest. “Waarschijnlijk waren we in de top-vijf geëindigd als we alles hadden uitgereden”, vertelt teammanager Dennis de Niel. “De endurance telt nu eenmaal enorm zwaar mee en daar hebben we heel veel punten op verloren.”

Hoewel de URE13 niet heel veel zal veranderen, moeten er toch goede resultaten mogelijk zijn door te optimaliseren, vertelt De Niel. “Ons doel zal hetzelfde blijven in de reguliere Formula Student. Er zullen geen grote game changers te zien zijn op onze nieuwe wagen. Maar wij moeten dit concept en het constructieproces blijven optimaliseren, zodat de wagen eerder klaar is en we nog kunnen meer testen om ervoor te zorgen dat er niets mis kan gaan.”

Het team zal in 2018 echt willen oogsten na een aantal moeilijke seizoenen waarin veel moest worden veranderd - zowel organisatorisch als aan de auto.  “We hebben ons dit jaar vooral gefocust op de nieuwe teamstructuur”, licht De Niel de veranderingen toe. “In het verleden was een van de grootste knelpunten binnen ons team dat de personen die organisatorisch verantwoordelijk waren, ook technische taken moesten uitvoeren. Nu hebben we een grotere groep met specifiekere taken. Ook is het aantal fulltimers verdubbeld en werken we met drie groepen: het bestuur, de afdelingshoofden en de fulltime engineers. Daarnaast is er een talentteam van parttimers die zich minstens vijftien uur per week inzetten voor het team.”

Driverless als nieuw speerpunt

Eén afdeling binnen URE is compleet nieuw en zal zich focussen op het ombouwen van de URE11, zodat deze in de zomer van 2018 volledig autonoom kan rijden. Sinds 2017 wordt er op Formula Student Germany geracet in het Formula Student Driverless-kampioenschap (FSD). Met het oog op toekomstige deelname wil URE nu de eerste stap zetten met zijn eigen autonome racer. Het is niet de eerste keer dat het Eindhovense raceteam een gokje waagt. Enige tijd geleden bouwde URE ook de eerste elektrische racewagen ooit van de Benelux en gooide het hoge ogen tijdens de races.

Geheel onverwacht komt de stap voor ingewijden niet, daar de TU/e al eerder liet blijken meer te verwachten van het raceteam. Mia Jelsma, coördinator van de studententeams, licht toe: “URE is natuurlijk het oudste studententeam van de universiteit. Toen er andere teams kwamen die op bepaalde vlakken beter presteerden, kwam het raceteam een beetje in de verdrukking.”

De TU dreigde op een gegeven moment haar financiële steun in te trekken, maar zover kwam het uiteindelijk niet. “We hebben een aantal pittige gesprekken gevoerd, waarin over en weer de verwachtingen duidelijk werden gemaakt. Een van onze speerpunten was dat er meer geïnnoveerd moest worden en wij hoopten eigenlijk dat het team volledig op Driverless zou overgaan.”

Dat laatste gebeurde echter niet en daar draagt URE goede redenen voor aan, waarmee ook de universiteit vrede kan hebben. “Vooralsnog moet je aan FSD met een oude auto deelnemen die is omgebouwd. Wanneer je ervoor zou kiezen om geen nieuwe auto’s te bouwen, raken de oude auto’s op en wordt de auto zelf, los van het autonome deel, in ieder geval ook niet sneller”, zo licht De Niel de keuze toe.

Volgens Jelsma heeft het team, naast de introductie van een Driverless-afdeling, zich ook op andere vlakken een stuk verbeterd. Hiermee lijkt de toekomst van het team voorlopig te zijn veiliggesteld. “Ze hebben goed geluisterd naar de wensen van het College van Bestuur en zich daarop aangepast.”

Duidelijkere boodschap

Hoewel de resultaten dit jaar door een aantal pechgevallen “niet maximaal”  waren, is de universiteit volgens Jelsma zeer positief gestemd over de vooruitgang van het team. “Voor ons waren er eigenlijk drie belangrijke veranderingen nodig: er moest meer worden geïnnoveerd, de organisatie moest worden verbeterd, en de boodschap van URE moest, zowel binnen als buiten de TU/e, duidelijker zijn en de wisselwerking moest worden verbeterd. We merken al via verschillende kanalen dat er op al deze gebieden progressie is geboekt.”

Het team hoopt dit jaar aan vier evenementen te kunnen meedoen. Net als afgelopen seizoen zal het team in Nederland, Spanje en Oostenrijk aanwezig zijn en daarnaast hoopt het zich weer te kwalificeren voor Formula Student Germany, het officieuze wereldkampioenschap binnen de Formula Student.

Of URE ook direct zal kunnen deelnemen aan het Driverless-kampioenschap in 2018, betwijfelt De Niel: “Dat zal vooral afhangen van of we de juiste mensen kunnen aantrekken en voldoende mankracht hebben om de ontwikkeling kracht bij te zetten. Het zou een leuke bijkomstigheid zijn, maar het is dit jaar nog geen must.”

Wie interesse heeft in het Driverless-project van University Racing Eindhoven: het team is nog op zoek naar iemand die wil afstuderen op het onderwerp track recognition. Gegadigden mogen mailen.

Deel dit artikel