
- Student , De universiteit
- 15/06/2018
Inspectie eist betere voorlichting over selectie bij wo-masters
Steeds meer universitaire masters selecteren hun kandidaten en daar zouden ze betere voorlichting over moeten geven, stelt de Onderwijsinspectie. De TU/e past geen selectie toe op masteropleidingen omdat ze geen numerus fixus masteropleidingen heeft.
In principe mogen alle masteropleidingen instroomeisen stellen of kandidaten selecteren. En steeds meer masteropleidingen doen dat dan ook. De Onderwijsinspectie onderzoekt de gevolgen hiervan: brengt selectie aan de poort de toegankelijkheid van het masteronderwijs niet in gevaar?
Vooralsnog niet, concluderen de inspecteurs in het nieuwe rapportDe master van jóuw keuze?. Toch zijn er volgens de Inspectie wel “signalen die kunnen duiden op een verminderde toegankelijkheid”.
Zo nemen steeds meer bachelorstudenten een tussenjaar voordat ze aan hun master beginnen en een groeiend aantal bachelors ziet er uiteindelijk vanaf. De totale doorstroom is 84 procent, dus bijna één op de zes bachelors begint niet aan een master, landelijk gezien.
TU/e
Aan de TU/e worden is de interne doorstroom ongeveer 80 procent. “Bij Werktuigbouwkunde en Technische Natuurkunde is dat veel hoger, respectievelijk 88 en 85 procent ”, stelt Dean Graduate School Paul Koenraads. Ook Industrial Designstudent Elzelinde van Doleweerd gaat door, maar ze heeft wel even getwijfeld.
“De reden dat ik twijfelde is omdat ik me binnen design wil specialiseren in de richting van voeding. Zo'n specialisatie wordt niet vaak gedaan, en daarnaast kan ik dan beter bij masters in het buitenland terecht die wel deze specialisatie hebben. Aan de andere kant is het veel duurder om zo'n master in het buitenland te volgen, en kan ik tijdens het tweede jaar van mijn master Industrial Design eventueel ook naar het buitenland gaan”, zegt Van Doleweerd.
Contact met TU/e innovation Space hielp haar beslissen: “Omdat het 3D food printen op dit moment volop in ontwikkeling is, en ze vanuit InnoSpace een project richting Agro-Food gaan opzetten komend jaar, ben ik toch van plan mijn master hier te gaan starten.”
TU/e-student Eline Pasch (Technische Wiskunde) twijfelt nog steeds. “De voornaamste reden dat ik niet meteen doorstroom naar een wiskundemaster, is dat ik weet dat ik in die richting geen werk wil krijgen. Toch twijfel ik of ik er geen spijt van ga krijgen als ik geen master ga doen. Maar welke? Moet ik eerst tijd nemen om dat te bepalen of nu een baan zoeken met mijn bachelor?” Het valt haar op dat wanneer ze haar twijfel bespreekt met TU/e’ers, deze verbaasd opkijken. ‘Oh? Dat je daar over nadenkt, het is toch vanzelfsprekend dat je doorgaat?’, hoort ze dan.
Selectie?
Volgens de Inspectie hanteert, afhankelijk van de precieze definitie, tien à veertig procent van de universitaire masteropleidingen een selectieprocedure. Deze masters stellen dus aanvullende eisen, met name aan studenten uit het buitenland en aan hbo’ers. Ze vragen bijvoorbeeld een motivatiebrief of hoge tentamencijfers in de bachelor.
Dean Koenraad: “De TU/e past geen selectie toe op masteropleidingen omdat we geen numerus fixus masteropleidingen hebben. We hebben wel toelatingseisen en die worden ‘getest’. We bepalen of de vooropleiding passend is en of het niveau van Engels okay is. Volgens de benadering van OCW zijn dat geen selectiecriteria. Voldoet een student aan de toelatingseis dan zal hij aan de TU/e altijd toegang krijgen tot de master.”
Selectie lijkt sommige groepen studenten harder te treffen dan andere. Al is hun achterstand kleiner dan vorig jaar, het aandeel studenten van niet-westerse afkomst is nog altijd iets lager zodra er aanvullende eisen worden gesteld. Dit komt volgens de Inspectie door zelfselectie: “De studenten vrezen dat de selectieprocedure te intensief of te competitief zal zijn, of dat ze niet worden toegelaten”, staat in het rapport.
ISO
Studentenorganisaties zijn kritisch op selectie aan de poort. In 2016 dreigden studenten alle plannen voor selectie te blokkeren in de medezeggenschapsraden. “We zijn misschien vroeg, maar we willen het probleem voor zijn”, zei de toenmalige voorzitter van het Interstedelijk Studenten Overleg.
D66, de partij van minister Ingrid van Engelshoven, kijkt ook met enig wantrouwen naar selectie in het hoger onderwijs. In de Tweede Kamer leverde Van Engelshoven kritiek op de Universiteit Utrecht, waar zo’n negentig procent van alle masteropleidingen studenten selecteert: “Daar moet je dan wel vraagtekens bij zetten: nou ja, moet dat nou zo?”
Discussie