Onlife. Afbeelding | Shutterstock

Voor altijd online

Het onderscheid tussen online en offline is aan het vervagen. Sterker nog: het is de vraag of een ‘offline’ leven nog wel mogelijk is, nu onze thermostaat, auto en pacemaker aan het internet hangen, en iedereen elk moment een foto of video van je op Facebook kan plaatsen. In haar SG-lezing ‘Forever Online’ benadrukte filosofe Katleen Gabriels woensdagmiddag in de Blauwe Zaal dat die ontwikkeling morele consequenties heeft, waar ook ingenieurs wat vaker bij mogen stilstaan.

door
foto Shutterstock

De huidige generatie studenten heeft het echte ‘offline’ leven al niet meer bewust meegemaakt, getuige de verbaasde reactie van de zaal op het voor de iets oudere toehoorders overbekende - en uiterst onaangename - lawaai van een modem die contact maakt met het internet. De opmerking van Katleen Gabriels dat dit geluid binnen gezinnen tot spanningen leidde omdat de internetverbinding de telefoonlijn bezet hield, leidde tot enigszins ongelovig gegniffel.

Het tekent de snelheid waarmee het - draadloze - internet is doorgedrongen tot in alle hoeken van de maatschappij. Nog in 1999 vonden veel mensen een mobiele telefoon maar onzin, zo werd door Gabriels treffend geïllustreerd met een filmpje van Frans Bromet. En de eerste iPhone dateert van 2007. Elf jaar later kunnen veel mensen zich geen leven meer voorstellen zonder smartphone.

Geen uitknop

En dat is niet zonder gevolgen gebleven, betoogde Gabriels. De Vlaamse universitair docent Filosofie en Ethiek van de TU/e, die in 2016 het boek Onlife publiceerde over deze ontwikkeling, benadrukte met enig gevoel voor pathos dat de laatste (en eerste!) generatie die nog een onderscheid kan maken tussen online en offline nu leeft, en onherroepelijk zal uitsterven. Dat er geen uitknop zit aan het Internet of Things, dat straks vrijwel alle apparaten continu met elkaar zal verbinden, heeft volgens haar grote consequenties - niet alleen voor onze privacy, maar als we niet oppassen ook voor de begrippen autonomie, waardigheid en sociale rechtvaardigheid.

Om dat te illustreren noemde de spreker een hele reeks voorbeelden; van barbies met WiFi en de half miljoen pacemakers die onlangs zijn teruggeroepen omdat ze te makkelijk te hacken zouden zijn, tot het feit dat veel jongeren na het sporten in badkleding douchen uit angst voor naaktfoto’s die ongewenst op sociale media worden geplaatst, en de geheime militaire bases die dankzij hardloopapp Strava aan het licht kwamen.

Ethische keuzes

Technologische vooruitgang zou hand in hand moeten gaan met morele vooruitgang, betoogde Gabriels. En dat is nog geenszins een vanzelfsprekende ontwikkeling gezien bijvoorbeeld de manier waarop de Big Five van grote internetbedrijven (Apple, Google, Amazon, Microsoft en Facebook) omgaan met onze privacy. Ingenieurs zouden zich daarvan bewust moeten zijn, vindt ze - zeker omdat ze nu onbewust ethische keuzes maken bij het ontwerpen van nieuwe technologie.

Dat besef leeft volgens haar nu ook bij diverse grondleggers van die technologie. Tony Fadell, bijvoorbeeld, die naam maakte bij Apple en de fabrikant van slimme thermostaten Nest: “Fadell heeft zelfs gepleit voor een soort eed van Hippocrates voor ingenieurs, net als voor artsen.”

Deel dit artikel