Docent Ad Kleingeld krijgt uitleg over Canvas. Foto | Bart van Overbeeke

Boost aan Canvasgebruik moet duidelijkheid scheppen

De ene docent zet zijn lesstof op plek A in Canvas, terwijl de ander dat op plek B doet. Verwarrend voor studenten, die hun informatie vaak moeilijk kunnen vinden. De TU/e heeft nu twee onderwijsconsultants ingezet die via inspiratiesessies en persoonlijke trainingen de docenten helpen bij de inrichting van Canvas en hen de mogelijkheden die het online onderwijssysteem biedt, beter laten benutten. Het eerste Canvascafé, waar docenten kunnen binnenlopen met vragen, start volgende week.

“Heel tof dat studenten dit hebben aangegeven en dat er naar hen wordt geluisterd”, stelt onderwijsconsultant Nienke Stumpel. Met Chantal Westerveld, haar collega bij het software- en consultancybedrijf Drieam, geeft ze het gebruik van Canvas de komende drie maanden een boost. Westerveld: “De meeste docenten hebben de basiskennis wel, maar weten niet altijd hoe ze Canvas didactisch beter kunnen inzetten. Daarbij kun je denken aan mogelijkheden als peer review en discussions. Bovendien weten docenten niet altijd waar ze bepaalde informatie het beste kunnen plaatsen.”

Verbeterpunten

De signalen over de verschillen in aanpak hadden ze al eerder opgevangen bij Education & Student Affairs (ESA), vertelt Wilma Groenendaal, onderwijskundig adviseur aan de TU/e. “De afgelopen tijd hebben we gericht vragen gesteld aan de studieverenigingen en hen gevraagd wat ze goede en minder goede voorbeelden vinden. Daaruit bleek dat ze vergelijkbare verbeterpunten hebben. Een voorbeeld is dat ze de inrichting van de homepage graag hetzelfde zien bij docenten.”

De twee trainers zijn niet van plan om een bepaalde structuur op te leggen of een bepaalde aanpak te verplichten. Westerveld: “We gaan het stimuleren en willen docenten laten zien wat mogelijk is. We gaan actief met ze meedenken, wat moet er op de templates staan? Wat zijn logische plekken om bepaalde informatie te plaatsen? Een bachelor-eindproject vraagt om een andere inrichting dan groepswerk. Verschil zal er dus blijven, ook tussen verschillende opleidingen, en dat mag. Maar die verschillen kunnen wel zo klein mogelijk worden gemaakt door globale richtlijnen te geven en templates te maken.”

Stumpel en Westerveld willen hun doelen op verschillende manieren bereiken. Zo kunnen docenten vanaf maandag 29 oktober wekelijks op maandag en dinsdag terecht in de zogeheten Canvascafés. Dat houdt concreet in dat ze die dagen een kwartier ingepland hebben om vragen van docenten te beantwoorden. Ook wordt dan een lunch verzorgd.

Lees verder onder het kader.

De inloopsessies zijn elke maandag in het IPO-gebouw en op dinsdag in het MetaForum, beide dagen van 13.00 tot 13.15 uur. Het café is open van 12.45 tot 13.30 uur. In IPO is het elke keer in de Lounge (2.12) en in MF meestal in het Energy Forum (1.092). Zie onderstaand schema (klik voor een vergroting).

Aan vijf faculteiten gaan de trainers of docentondersteuners bij verschillende docenten langs om hen persoonlijk advies te geven. Westerveld: “Dat zijn de faculteiten met voldoende docentondersteuners: Biomedische Technologie, Scheikundige Technologie, Industrial Engineering & Innovation Sciences, Wiskunde & Informatica en Bouwkunde. Het idee is dat de aanpak zich zo als een olievlek verspreidt via de docentondersteuners. En dat het niet stopt als wij weg zijn.” Alle docenten krijgen bovendien na enkele weken verschillende templates die ze kunnen gebruiken.

"Canvas is complexer, maar biedt wel veel mogelijkheden"

Ad Kleingeld is universitair docent bij de Human Performance Management-groep van de faculteit IE&IS. Chantal Westerveld heeft hem nu twee keer geholpen bij de inrichting van Canvas. Vorig jaar deed hij al kennis op over de mogelijkheden van het systeem.

“Het is heel praktisch om aan je bureau uitleg te krijgen. Ik heb zelf geen tijd om alle handleidingen door te nemen. Het is niet zo dat ik kritiek van studenten kreeg op de inrichting, maar ik zag wel bij sommige andere vakken dat het studentvriendelijker was. Chantal heeft me geholpen bij het creëren van modules, waarin ik de vakinformatie kan plaatsen. Ook hebben we de homepage aangepakt, zodat studenten onder meer meteen zien waar de hoogtepunten uit de studeerwijzer staan."

'Het is geen Apple'

Volgens Kleingeld was voor het voor hem niet meteen gemakkelijk en logisch wat je met Canvas kunt. "Het is geen Apple. We hebben bij de invoering wel wat uitleg gehad, maar die was niet zo uitvoerig dat alle mogelijkheden aan bod kwamen. Ik gebruikte het in het begin dan ook vooral om mijn documenten in te plaatsen. Canvas is complexer dan het vorige systeem, maar je kunt er wel meer mee.

Vorig jaar heb ik ook hulp gekregen, vanwege een project binnen de faculteit rondom onderwijsinnovatie. Toen heb ik geleerd hoe je in de zogeheten Speedgrader-applicatie met online rubrics kunt werken bij het beoordelen van en online feedback geven op verslagen. Dat deed ik daarvoor nog op papier. Het is toch de toekomst om papierloos te werken en met blended learning aan de slag te gaan. Dan kun je er beter maar op tijd mee beginnen."

Deel dit artikel