Verdeeldheid over spreekkoren: “Mensen zijn zo snel beledigd”

De TU/e is verdeeld over de "homofobe" spreekkoren tijdens de Intro, aangestipt door een eerstejaars Bouwkunde die zich hierdoor naar eigen zeggen “best geïntimideerd” had gevoeld. Twee derde van de 376 respondenten op Cursors Facebook-poll acht de gezangen onschuldig en vindt dat ze moeten kunnen. De overige een derde heeft er genoeg van - ongeacht of er wel of geen kwade bedoelingen achter schuilen.

door
foto Max Langerak

Het nummer ‘Seven Nation Army’ van The White Stripes bleek tijdens de Intro meermaals de aanleiding voor spreekkoren, met variaties op het ‘alle Duitsers zijn homo’ zoals bijvoorbeeld voetbalsupporters nog wel eens scanderen. Dit tot ongemak en ongenoegen van introganger Maarten Trietsch, eerstejaars Bouwkunde en homo: “Ik snap dat je als artiest je publiek wilt meekrijgen en opzwepen. Maar daar is ook genoeg ándere leuke muziek voor, zonder dat het ten koste gaat van een specifieke groep”.

Jeroen Jansen, TU/e-student Werktuigbouwkunde en homo, deelt de kijk en ervaring van Trietsch totaal niet. Jansen heeft er meer moeite mee dat in de media vooral “de klagende homo’s” aan het woord komen die zich onheus bejegend voelen. Terwijl hij zelf, zeker na een half jaar in het buitenland, liever wijst op hoe homovriendelijk Nederland eigenlijk is: “Al is er altijd ruimte voor verbetering”.

Uitdelen en incasseren

Grootste probleem, zo vindt de student, is “dat mensen in 2018 zo snel beledigd zijn. Er worden mensen ontslagen om tweets van tien jaar geleden, waarvoor ze destijds hun excuus al hebben gemaakt”. Hij wijst op zijn eigen vriendenkring, waarbinnen ook ruimte is voor wat grovere humor met een gerichte belediging op zijn tijd. “Je leert uitdelen, maar ook incasseren. Vooral dat laatste lijkt in onze maatschappij een beetje verloren te zijn gegaan.”

Dat het publiek spontaan homo’s bezingt als ergens ‘Seven Nation Army’ wordt ingezet, ervaart Jansen eerder als verbroedering dan als haat. Lachend: “Ik voel me juist altijd een beetje in het zonnetje gezet. Net als tijdens carnaval, als ‘Joost is anders geaard’ wordt gedraaid en mijn maten krampachtig proberen mijn naam met twee lettergrepen ervoor in de plaats te zingen. Mensen hebben er geen kwade bedoelingen mee.”

Ook Jansens bijna-naamgenoot en scheikundestudent Jeroen Janse ziet het probleem niet zo. Zo komt volgens hem bij uiteenlopende gelegenheden nog wel eens ‘alle Japies zijn homo’ voorbij (doelend op studievereniging Japie van zijn faculteit). “Daar is vanuit Nijmegen ook wel eens over geklaagd, maar vanuit de vereniging zelf gek genoeg niet. Zelf zingen we, in het kader van zelfspot, het hardst mee”, beschrijft hij in reactie op Cursors Facebook-poll. Bovendien, zo zegt hij: “Het ijs is na een coming-out ook oneindig snel gebroken. Het is geen issue”.

Ontmoediging

Maar eerstejaars Trietsch, die het wél een issue noemt, krijgt ook steun. Bijvoorbeeld van universitair docent Wouter Ellenbroek (faculteit Technische Natuurkunde), die stelt: je kunt als TU/e de mond nog zo vol hebben van mooie intenties, ze slaan dood als je als universiteitsbestuur geen stelling neemt tegen spreekkoren als die tijdens de Intro. Want, zo zegt hij: “Het is gewoon een feit dat een significant deel van de homoseksuele nieuwkomers op onze campus zich er minder welkom door voelt. Aan een nieuwe opleiding beginnen is al uitdagend genoeg zónder dit soort ontmoediging van buitenaf”.

Ellenbroek benadrukt: “Het College van Bestuur heeft het er in het stuk van Cursor over of een dj of band een bepaald liedje maar beter niet meer kan spelen. Maar dat vind ik de verkeerde discussie. Het gaat erom dat je studenten vertelt dat dergelijke spreekkoren in onze gemeenschap niet geaccepteerd worden”. Collega-ud'er Björn Baumeier (Wiskunde & Informatica) valt hem op Facebook bij: “De dj verbieden een bepaald nummer niet te spelen, is niet meer dan het plakken van een pleister. Het échte probleem is de wijdverspreide overtuiging dat dit acceptabel gedrag is.”

Deel dit artikel