Onderwijs en impact wegen straks zwaarder mee

Voor een carrière in de wetenschap hoef je straks niet meer al je pijlen te richten op onderzoek. Goed les kunnen geven en zinvol onderzoek doen zijn ook belangrijk, vinden kennisinstellingen en wetenschapsfinanciers. Ze publiceerden er vandaag een position paper over, waaraan TU/e-rector Frank Baaijens samen met zijn Maastrichtse collega Rianne Letschert vanuit de VSNU hebben meegewerkt.

door
foto Shutterstock

Wetenschappers kunnen goed zijn in tal van zaken, maar bij subsidieaanvragen en promotietrajecten telt maar één ding: hun onderzoeksprestaties. Sterker nog, te veel tijd besteden aan onderwijs kan een academische carrière in de weg staan. 

Deze manier van erkennen en waarderen moet op de schop, besloten kennisinstellingen en wetenschapsfinanciers een jaar geleden al. Grote vraag natuurlijk: hoe dan? Na gesprekken met wetenschappers, vakbonden en andere betrokkenen komen ze vandaag met een aantal voorstellen.

Afvinklijstjes

De dominantie van onderzoeksprestaties begint 'steeds meer te schuren', aldus de universiteiten, de umc’s, wetenschapsgenootschap KNAW en wetenschapsfinanciers NWO en ZonMw in een gezamenlijke verklaring. De afvinklijstjes met aantallen publicaties, citaties en dergelijke moeten overboord, omdat die een hoge werkdruk in de hand werken en de balans tussen wetenschapsgebieden verstoren.

Ook andere talenten moeten worden meegenomen in de beoordeling. Denk aan onderwijs, impact van onderzoek, leiderschap en (voor medici) patiëntenzorg. 'Het is echter niet realistisch, en bovendien onnodig, dat iedere wetenschapper in elk van de kerndomeinen excelleert', schrijven de organisaties in hun position paper.

Onderzoekers kunnen zich profileren in een of meerdere van deze specialisaties. Gedurende hun loopbaan kunnen ze daar nog in switchen. Wel blijven onderwijs en onderzoek de paradepaardjes. 'Wetenschappers moeten altijd voldoende competenties hebben in ten minste deze twee domeinen.'

Over de grenzen heen

Vervolgens kan iedereen vanuit zijn of haar eigen expertise een bijdrage leveren aan het team, de vakgroep of het consortium van onderzoekers. Want ‘teamscience’ moet de samenwerking tussen verschillende disciplines bevorderen. 'Dit betekent niet dat er geen plek meer is voor monodisciplinaire studies en carrières. Integendeel: een sterke disciplinaire basis is de voorwaarde voor zinvolle vertaling over de grenzen heen'.

Volgens TU/e-rector Frank Baaijens gaat aan de TU/e aan elke faculteit iemand onderzoeken hoe dat binnen die faculteit het beste vorm kan krijgen. "Want elke faculteit zal daar een eigen aanpak voor moeten ontwikkelen. Ook de andere universiteiten gaan het op deze manier doen", aldus Baaijens. Uiteindelijk worden volgens hem per universiteit alle deelplannen samengevoegd tot een geheel en vervolgens zullen al die plannen in 2020 een landelijk raamwerk gaan opleveren. 

Bij de beoordeling van onderzoeksvoorstellen door wetenschapsfinanciers komt er meer nadruk te liggen op kwaliteit, inhoud, creativiteit en de bijdrage aan de maatschappij. Open science is volgens de organisaties onlosmakelijk verbonden met het nieuwe erkennen en waarderen.

Baaijens: "Wat dan ook niet meer moet kunnen, is dat een hoogleraar die vier jaar opleidingsdirecteur is geweest, na die periode door een adviescommissie bij het toekennen van een subsidie wordt 'afgestraft' omdat hij of zij in die vier jaar nauwelijks output had op onderzoeksgebied. Je ziet dat het mensen nu vaak huiverig maakt om voor de positie van opleidingsdirecteur te kiezen."

Cultuurverandering

Mooie plannen, maar hoe breng je ze in de praktijk? De VSNU komt volgend jaar dus met een landelijk raamwerk voor het nieuwe erkennen en waarderen en dat vindt in 2021 zijn weg naar de cao en het functiehuis. Een 'herijkt universitair functieordeningssysteem' moet dan van kracht zijn. Ook willen de kennisinstellingen het nieuwe erkennen en waarderen meer onder de aandacht brengen met nieuwe commissies, programma’s en leergangen. 

De wetenschapsfinanciers gaan op hun beurt werken aan een 'palet aan financieringsinstrumenten, die duidelijk onderscheidende criteria bevatten om een diversere groep van onderzoekers te bedienen'. Ze gaan met wetenschappers in gesprek over wat ‘talent’ en ‘goed onderzoek’ precies is. Commissies die beursaanvragen beoordelen krijgen trainingen en instructies om de 'gewenste cultuurverandering' te versnellen. Ook zetten ze meer in op het belonen van teamscience.

Vrijdag 15 november vindt er bij de VSNU een conferentie plaats voor de European University Association, waar Baaijens ook over dit onderwerp zal spreken. Volgens hem loopt Nederland met dit nieuwe belonings- en waarderingssysteem redelijk voorop binnen Europa, "maar we moeten andere landen wel zien mee te krijgen, want anders zijn we straks het braafste jongetje van de klas en zouden we ons er zo mee in de voet kunnen schieten".

Deel dit artikel