Groei Computer Science & Engineering baart zorgen

Het ophogen van de instroomlimiet voor de bachelor Computer Science & Engineering, die een numerus fixus heeft, stemt opleidingsdirecteur Erik de Vink niet echt blij. Voor 15 januari moesten studiekiezers zich vooraanmelden voor deze bachelor. De limiet voor komend collegejaar ligt op 325 eerstejaars, vorige week waren 1.044 vooraanmeldingen binnen. Op basis hiervan verwacht De Vink in september zo’n driehonderd eerstejaars te moeten verwelkomen en hij vreest daarmee voor veel problemen.

door
foto Han Konings

Bij Bouwkunde en Industrial Design, twee van de drie opleidingen aan de TU/e met een numerus fixus, is er in vergelijking met vorig jaar nagenoeg geen verschil in het aantal vooraanmeldingen. Maar voor de bachelor Computer Science & Engineering steeg volgens de laatste cijfers van het Business Intelligence Cluster het aantal vooraanmeldingen van 801 vorig jaar naar 1.044 nu. In december verhoogde het College van Bestuur de instroomlimiet voor deze opleiding nog van 275 naar 325 eerstejaars.

Op basis daarvan verwacht opleidingsdirecteur Erik de Vink, die zelf een cijfer van iets meer dan elfhonderd vooraanmeldingen heeft doorgekregen, dat komend collegejaar zo’n driehonderd studenten zich daadwerkelijk gaan melden voor deelname aan de bachelor. “En dat aantal gaat ons problemen opleveren qua begeleiding en huisvesting”, aldus De Vink. Voor het nu lopende collegejaar was de instroomlimiet vastgesteld op 275 eerstejaars, wat uiteindelijk resulteerde in de komst van zo’n 260 studenten.

Nakijkdruk

Wat De Vink betreft had de ophoging van de limiet achterwege mogen blijven. Hij vraagt zich hardop af wat rector Frank Baaijens "zich precies voorstelt bij challenge-based learning, en dan met name als het gaat om de docent-student-ratio”. Volgens De Vink zal de extra groei van het aantal eerstejaars de nakijkdruk van docenten, die volgens hem nu al zeer hoog is, nog verder doen toenemen. De Vink: “Deels komt dit omdat we nog min of meer dezelfde aanpak - college, instructie, huiswerkopgaven of -opdrachten - aanhouden als in de tijd toen er minder studenten waren. Aan de andere kant is er eenvoudig te weinig tijd om verbeterslagen of onderwijsinnovaties door te voeren.”

De bachelor kent daarnaast een groepsproject, het zogeheten Software Engineering Project (SEP), vertelt De Vink. “Dit is een project waarin een groep van ongeveer tien studenten aan de hand van een ontwikkelmethode een groot stuk software plus bijbehorende documentatie moet leveren. Belangrijk hierbij is dat studenten als team opereren en gezamelijk voortgang boeken. Zo zijn er iedere ochtend stand up-meetings waarin de taken van de dag besproken en verdeeld worden. Belangrijk hiervoor is dat die groepjes studenten een eigen werkruimte hebben en het lukt ons steeds minder goed die kleine zaaltjes te vinden.” Het is een activiteit die vooral draait in het vierde kwartiel, maar volgens De Vink ook al, maar dan in mindere mate, in het eerste en derde kwartiel.

Biomedische Technologie

De bacheloropleidingen bij Biomedische Technologie, Technische Bedrijfskunde en Werktuigbouwkunde werden voor komend collegejaar verlost van een studentenstop. Dat betekent dat studiekiezers zich voor deze opleidingen kunnen vooraanmelden tot 1 mei en dat ze geen decentrale toets hoeven te maken.

Bij Biomedische Technologie staat de teller nu op 171 vooraanmeldingen, bij Technische Bedrijfskunde zijn het er 162 en Werktuigbouwkunde komt uit op 423. Vooral bij de eerste twee opleidingen zal men de komende drie maanden gespannen in de gaten houden of die aantallen nog gaan groeien. In september 2018 schrok het bestuur van Biomedische Technologie stevig toen de instroom sterk terugliep. Voor het eerst kreeg de opleiding te maken met het schrikeffect van het instellen van een numerus fixus. De instroomlimiet werd toen bepaald op 225 eerstejaars, maar slechts 155 studenten begonnen in dat jaar aan de bachelor. Dat waren er aanzienlijk minder dan in de jaren daarvoor, toen de instroom zo rond de 240 eerstejaars lag. Dit collegejaar startten er 185 eerstejaars.

Ook Technische Bedrijfskunde had in 2018 te kampen met een terugloop. Daar lag de limiet op 250 eerstejaars en kwamen er 166. De numerus fixus voor de bachelor Werktuigbouwkunde werd alweer na een jaar overboord gegooid. Die was wel van kracht voor dit collegejaar, omdat men bang was dat met het Engelstalig worden van de bachelor er een grote toestroom van internationals op gang zou komen. Dat effect heeft zich niet voorgedaan. Decaan Philip de Goey liet in september 2018 weten dat de faculteit Werktuigbouwkunde maximaal 330 eerstejaars zou kunnen accommoderen. Dit jaar gingen aan zijn faculteit 235 eerstejaars van start, daarvan waren er 41 afkomstig uit het buitenland.

Deel dit artikel