Vast in Saoedi-Arabië: “Ik had maar voor een week aan kleren bij me”

We hebben allemaal wel eens een dagje, vrijwillig of noodgedwongen, thuisgewerkt. Maar hoe geef je vorm aan je werk of studie nu we collectief voor langere tijd op huis zijn aangewezen? Hoe blijf je gefocust, hoe houd je je team bijeen, wat zijn de tips, tricks en valkuilen? Cursor belt elke dag met een ‘lotgenoot’. Vandaag: Data Science-student Alexander Pirvu, die Saoedi-Arabië niet uit kan.

door
foto privécollectie Alex Pirvu

Het is dezer dagen een betrekkelijk levendige bedoeling in de woestijn, waar de bewoners van de compound van staatsoliemaatschappij Saudi Aramco aan het einde van een warme dag hun ontspanning zoeken. Keurig op de aanbevolen afstand van elkaar overigens, vertelt Alexander Pirvu (rechts op bovenstaande foto), wiens vader bij Saudi Aramco werkt.

Even een weekje bij zijn familie in Dhahran: dat was het plan toen Pirvu aan het begin van de carnavalsvakantie in het vliegtuig stapte. “De vluchten waren bovendien goedkoop en het weer hier was goed.” Inmiddels is hij drie weken verder, is zijn visum (voor negentig dagen) uit voorzorg alvast met honderdtachtig dagen verlengd, en maakt hij met plezier tijd voor een Skype-sessie met Cursor. Lachend: “Het is niet dat ik heel veel ánders te doen heb. Op een gegeven moment heb je ook wel genoeg geleerd en gelezen op een dag.”

Het is vandaag de zevende dag waarop nagenoeg alles in Saoedi-Arabië gesloten is, zoals scholen, winkelcentra, sportlocaties en horeca. “Alleen de supermarkten zijn open. Daarvan zijn er alleen hier op de compound al drie, geloof ik”, vertelt Pirvu, die werd geboren in New York, maar sindsdien op verschillende continenten heeft gewoond. Maar: “Home is where the wifi connects automatically.”

Zijn familie en hij gaan zo nu en dan wel eens van de compound af, vertelt Pirvu, maar noodzakelijk is het niet. Het pakweg 58 vierkante kilometer grote terrein is “een stad op zich”, met supermarkten, restaurants (momenteel alleen open voor het afhalen van bestellingen) en een eigen ziekenhuis, waar op dit moment zeven mensen met het coronavirus liggen.

Koffie met de kat

Het gros van zijn dagen brengt hij echter door in en rondom eigen huis. “Ik sta ’s ochtends op, drink koffie in de achtertuin samen met de kat, daarna studeer ik een beetje buiten; in de ochtend is het nog lekker koel. Ik lunch samen met mijn moeder en zus, die ook allebei thuis zijn, daarna ga ik weer aan de studie of kijk ik wat tv. ’s Avonds, als mijn vader thuis is, gaan we vaak nog even naar buiten, wandelen in de woestijn.”

Het studeren op afstand gaat vooralsnog prima. “Mijn belangrijkste spullen had ik gelukkig allemaal bij me: mijn camera, mijn laptop en een microfoon, omdat ik in die week toch nog aan een groepsproject moest werken. Ik kan op afstand dus prima vooruit.” Hij lacht: “Ik had alleen wel maar voor een week aan kleren bij me, dus die moet ik regelmatig wassen.”

Voor één vak is hij momenteel bezig met zijn eindrapport, een ander vak staat vooral in het teken van het al genoemde groepswerk. En dat gebeurde ook voor de corona-uitbraak al overwegend online, vertelt Pirvu - al was het maar om te besparen op Eindhoven en Tilburg, waartussen veel Data Science-studenten heen en weer pendelen. Verder is er volgens Pirvu ruim voldoende communicatie vanuit de TU/e “en ik lees, zoals altijd, de berichten in Canvas”.

Niet te streng

Pirvu heeft naar eigen zeggen een fijne eigen plek in huis om te werken, waar hij zich enigszins kan terugtrekken. En waar hij zich, met zijn telefoon op ‘stil’ en zijn smartwatch af, afsluit voor bijvoorbeeld social media, zo tipt hij: “Dan word je niet zo snel afgeleid.” Een andere belangrijke do volgens de student is regelmatig pauzeren, “even afstand nemen. En niet al te streng zijn voor jezelf. Op sommige dagen heb je gewoon wat minder zin of focus; dan beperk ik mezelf bijvoorbeeld tot wat basic planning en organisatie.

Het is gek om nu weer zo lang terug te zijn op de plek waar hij al sinds 2014 niet meer woont, zegt Pirvu. En hoewel hij het qua omstandigheden absoluut beroerder had kunnen treffen: “Nederland is nu mijn thuis, mijn basis. En de plek waar ik mijn leven wil gaan opbouwen. Dus ik baal wel dat ik niet terug kan, én dat ik mijn vrienden en collega’s in Nederland niet kan zien”.

Klein geluk is dat een vriend met wie hij in Saoedi-Arabië op middle school zat, die eveneens een korte spring break dacht te houden, óók vast zit in Dhahran. “We spreken elkaar soms online, maar stappen ’s avonds ook wel eens in de auto om samen wat rond te rijden. Onderweg bellen we dan met vrienden in de VS en Nederland."

Niet ‘crazy concerned’

Het coronavirus is een prominent gespreksonderwerp, vertelt hij. “Eén vriend is echt geobsedeerd door elk stukje statistiek rond het virus dat hij kan vinden. Ik probeer het zelf wat meer te relativeren: ik ben bezorgd, maar niet crazy concerned. Maar ik volg wel de adviezen vanuit de autoriteiten hier en neem mijn maatregelen, en draag bijvoorbeeld uit voorzorg een masker en handschoenen als ik naar de supermarkt ga. Ik hoop dat anderen overal in de wereld dat óók doen, dat ze de van bovenaf opgelegde richtlijnen en maatregelen in acht nemen.”

Bezorgd is hij vooral vanwege de voorlopig aanhoudende onzekerheid rond het virus. “Er zijn schattingen dat het nog twee jaar gaat duren voordat we dit te boven zijn; andere bronnen hebben het over een paar maanden. Niemand weet hoelang dit nog gaat duren.” Zijn vliegticket is vooralsnog omgeboekt naar 5 april, “maar het is maar de vraag of ik dan al het land uit mag. En of ik Nederland ín mag”.

Maar misschien, zo denkt hij hardop, “is het ook wel beter om nog even hier te blijven, bij mijn familie. Want dat is in tijden van crisis eigenlijk toch wel het fijnst”.

Deel dit artikel