Nederlands blijft belangrijk bij Biomedische Technologie

Terwijl de verengelsing van het hoger onderwijs in Nederland doorgaat – zo concludeert de Taalunie – en de voertaal op de TU/e al bijna twee jaar Engels is, blijft de bachelor van Biomedische Technologie voor een belangrijk deel Nederlandstalig. Dit onder andere omdat veel afgestudeerden terechtkomen in gezondheidsinstellingen in ons land, aldus decaan Maarten Merkx: “Zij moeten in het Nederlands op niveau over biomedische zaken kunnen communiceren.”

door
foto Vincent van den Hoogen

Het Engels is wat het Latijn in het verleden was: de taal van de wetenschap, waarin academici wereldwijd onderzoeksresultaten uitwisselen. Toch laait de discussie over de verengelsing van het hoger onderwijs met regelmaat weer op, want waarom krijgen studenten aan een Nederlandse instelling college in het Engels? Vorige week was een onderzoek van de Taalunie de aanleiding.

De TU/e besloot niet te schipperen en hakte de knoop rigoureus door: sinds 1 januari 2020 is de voertaal er Engels. De richtlijn is: Engels als het moet, Nederlands als het kan. Bijna alle opleidingen zijn intussen Engelstalig en de studentenpopulatie kent een groot aantal internationals.

Het Gallië van de universiteitscampus kent echter één spreekwoordelijk dorpje van Asterix: de faculteit Biomedische Technologie (BMT). Beide BMT-bachelors (Biomedische Technologie (BMT) en Medische Wetenschappen en Technologie (MWT)) vermelden Nederlands als voertaal op de TU/e-site. Daar zijn ze uniek in op de TU/e.

Ook op andere instellingen wint het Engels overigens terrein, stelde de Taalunie vast: slechts 28,1 procent van de Nederlandse studenten volgt nog een puur Nederlandstalige opleiding. Bijna de helft (48,5 procent) krijgt onderwijs in het Nederlands én Engels. En 14,3 procent doet een volledig Engelstalige studie.

Tweetalig

Decaan Maarten Merkx noemt de BMT-bachelors liever tweetalig dan Nederlandstalig: “We verwachten dat onze studenten zowel in het Nederlands als in het Engels kunnen communiceren over hun vakgebied. Veel van hen komen terecht in Nederlandse ziekenhuizen en andere gezondheidsinstellingen, waar de voertaal Nederlands is. Tegelijkertijd is in de wetenschap Engels natuurlijk de voertaal, dus ze moeten ook leren op een goed niveau in Engels te communiceren.”

Hoe ziet die tweetaligheid er in praktijk uit? Dat hangt deels van de docenten af, aldus Merkx. Die geven les in de taal waarin zij dat het effectiefst kunnen doen, en soms is dat (nog) het Engels. Daarnaast zijn tekstboeken en ander onderwijsmateriaal vaak Engelstalig.

“Bij tachtig tot negentig procent van de majorvakken worden de colleges in het Nederlands gegeven”, is niettemin de inschatting van Merkx. “Tijdens de bachelor zullen studenten geleidelijk steeds vaker les krijgen in het Engels en ook vaker verslagen schrijven of presentaties geven in die taal.”

Zo vindt de overgang naar de master geleidelijk plaats. De masters van BMT zijn namelijk wél volledig Engelstalig. “Niet per se om buitenlandse studenten te trekken, maar omdat we het belangrijk vinden dat onze studenten goed in het Engels kunnen communiceren. In de master gaan zij onderdeel uitmaken van onderzoeksgroepen, waar bijna alle wetenschappelijke communicatie in het Engels verloopt. Bovendien gaat 80 procent van de masterstudenten voor stage naar het buitenland.”

Diepgang

De colleges in het Nederlands maken de BMT-bachelors lastig toegankelijk voor internationals. De bacheloropleidingen BMT en MWT kennen dan ook vrijwel uitsluitend Nederlandstalige studenten, beaamt Merkx. De instroom is echter in vier jaar – sinds de invoering van het Bachelor College en daarmee van beide bachelors in de huidige vorm – gestegen van 120 naar circa 240 studenten per jaar, geeft hij aan. “Een prima aantal voor onze opleiding, waarmee er dus ook geen noodzaak is om studenten uit het buitenland aan te trekken.”

De decaan vindt het een voordeel dat de taal voor beginnende studenten geen barrière vormt om de stof tot zich te nemen:  “In de bachelor willen we studenten in de eerste plaats voldoende diepgang bijbrengen op een breed scala van de natuurwetenschappen. Dat gaat het beste in de taal die student en docent het beste beheersen.”

Geen druk

Voelt BMT niet de druk om ook Engelstalig(er) te worden? “Vooralsnog zien we daar geen reden toe. Het is een afweging die elke faculteit zelf maakt – en ik denk dat dat ook goed is, omdat niet elke faculteit hetzelfde is. We zijn in Eindhoven de enige, maar bij andere universiteiten is het vaker zo dat de bachelor Nederlands is en de master Engels. En onze biomedische ingenieurs worden zowel in het nationale als het internationale werkveld zeer gewaardeerd.”

En hoe oordelen de studenten en medewerkers over de taalkeuze? “De staf is in meerderheid voorstander van de huidige tweetalige bachelor. En wat de studenten betreft: we hebben dit niet met een enquête getoetst, maar als ik met studenten praat, is er een groep die het niet zoveel uitmaakt, maar ook een groep die het heel prettig vindt dat de bachelor voornamelijk in het Nederlands is. Voor sommigen is het een reden om voor onze opleiding te kiezen.”

Deel dit artikel