Sluitstuk | Licht op het werk

Met het vooruitzetten van de klok naar zomertijd hadden we afgelopen weekend een uur minder slaap, en is het ineens ’s ochtends weer wat donkerder. Onze biologische klok is door deze lichtverandering enkele dagen van slag. Maar hoe werkt dat met veranderingen in kunstlicht? TU/e-onderzoeker Maaike Kompier bestudeerde de effecten van dynamisch licht op onze gemoedstoestand en ons gedrag, maar adviseert vooral een werkplek bij het raam en een lunchwandeling. Dinsdag 5 april verdedigt ze haar proefschrift aan de Faculteit IE&IS.

Daglicht heeft een grote invloed op je biologische klok. Dat is het interne mechanisme dat ervoor zorgt dat allerlei lichamelijke processen in een bepaald ritme plaatsvinden. Denk aan je lichaamstemperatuur, hartslag, orgaanfuncties, hormoonspiegels en slaap-waakgedrag. Kortom: wanneer we willen eten, slapen en hoe blij en actief we zijn. Het kleurenspectrum en de intensiteit van daglicht verandert gedurende de dag en dat heeft invloed op deze processen. Vooral de grote dynamiek met veel licht vanaf vroeg in de ochtend tot laat in de middag, en heel weinig tot geen licht ’s avonds en ’s nachts, zorgt ervoor dat we op het juiste moment melatonine aanmaken waardoor we slaperig worden.

Ook met elektrisch licht wordt vaak geprobeerd het natuurlijke lichtpatroon na te bootsen, vertelt PhD-student Maaike Kompier. De afgelopen vier jaar bekeek zij binnen het DYNKA project hoe dynamisch, elektrisch licht onze gemoedstoestand beïnvloedt. “Technologisch is er steeds meer mogelijk. Lichtkleur en lichtsterkte kun je met het verloop van de tijd aanpassen, zodat het steeds meer op daglicht gaat lijken. Maar werkt dat net zo effectief? Worden we echt alerter als op kantoor het licht wat blauwer is, en slapen we beter als de binnenlampen variëren in lichtsterkte gedurende de dag? Er zijn al best wat dynamische lichtsystemen op de markt, maar over het waarom en de werkzaamheid bestaat nog veel onduidelijkheid.”

Verschillende lichtscenario’s

Tijd dus om daar eens licht op te werpen. Voordat Kompier zelf proefpersonen in het licht en donker zette, nam ze de al eerder uitgevoerde dynamische lichtstudies onder de loep. Ze vond erg uiteenlopende resultaten. “Allereerst vind je veel verschillende settings, van ziekenhuis tot school. En ook nog eens tal van verschillende lichtscenario’s. Dat maakt het lastig om resultaten onderling te vergelijken. Daarnaast worden de effecten van licht vaak onderverdeeld in visuele effecten - hoeveel we zien en hoe goed we kunnen lezen - en non-visuele effecten: een hele brede groep van effecten op bijvoorbeeld slaap, alertheid en prestatie. We vinden tegenstrijdige resultaten, maar de belangrijkste conclusie is misschien wel dat deze onderverdeling niet de meest geschikte is. Wanneer je in meer detail de effecten van licht op gedrag wilt bestuderen, is ook een meer gedetailleerde onderverdeling nodig. Pas dan krijg je meer inzicht in of en hoe dynamische lichtpatronen exact werken, en welke dynamiek en timing het meest effectief zouden zijn.”

Veel parameters om aan te draaien, en daarom begon Kompier juist met een eenvoudige studie. Proefpersonen werden in een klimaatkamer gezet en moesten een computertaak uitvoeren. Kompier veranderde ondertussen een keer de lichtinstelling, in sterkte en kleur. De responsen die volgden op het simpele lichtpatroon liepen veel verder uiteen dan gedacht, zegt Kompier. “We zagen dat sommige effecten, zoals die op het comfort en de stemming, vrij snel verdwenen na de lichtverandering. Andere effecten, op bijvoorbeeld alertheid en vitaliteit, ebden veel langzamer weg.”

Licht happen

De lichtscenario’s werden steeds complexer, tot het uiteindelijke grote experiment in Atlas. Kompier ontwikkelde daarvoor twee dynamische lichtschema’s en testte deze bij een groep TU/e-medewerkers. Gedurende anderhalve maand werden dagelijks hun slaappatroon, alertheid, taakprestaties en visuele ervaring bijgehouden. Wat bleek? Kompier vond in haar studie geen aanwijzingen dat dynamisch licht invloed heeft op alertheid en taakprestaties.

Hangen de hightech dynamische lichtsystemen die in steeds meer kantoorpanden te vinden zijn er dan voor niets? Nee, benadrukt Kompier direct. “We laten zien dat je bij een fijnere dynamiek moet oppassen; de alertheid en productiviteitsverhogende effecten zijn nog erg onzeker, terwijl je aan lichtcomfort mogelijk veel inlevert bij snelle of grote wisselingen. Meer onderzoek is zeker nodig, en het liefst ook bij meer subgroepen. Dynamisch licht heeft zeker wel een positief effect op andere aspecten, zoals slaap.”

“Ook uit ons onderzoek blijkt dat veel lichtverschillen en voldoende licht belangrijk zijn voor een goede nachtrust. In de winterperiode kan aangepast kunstlicht daar mogelijk aan bijdragen. Maar minstens zo belangrijk: ga op tijd even ‘licht happen’ door bijvoorbeeld een lunchwandeling te maken. En een bureau naast het raam is ook aan te bevelen.”

Extra licht kan volgens Kompier ook helpen om de ‘jetlag’ na het omzetten van de klok te verzachten. Een tip voor volgend jaar: wil je na het ingaan van de zomertijd fris op kantoor verschijnen, dan kan je het beste al van tevoren je gedrag wat aanpassen. “De week ervoor al wat eerder naar bed ’s avonds en ’s ochtends juist op tijd opstaan. En in de ochtend meteen voldoende lichtblootstelling: direct een felle lamp aan of naar buiten.”

Deel dit artikel