Sluitstuk | ‘Bad guy’ in de groep is niet altijd fout

We vinden het heel normaal dat iedereen zich ‘goed’ gedraagt en leren kleine kinderen al vroeg welk gedrag goed en slecht is. Maar volgens TU/e-filosofe Mandi Astola is dat niet altijd zo zwart-wit. Zij stelt dat slechte mensen juist een positieve invloed op groepsgedrag kunnen hebben. Met haar nieuwe Mandevillian morality-theorie wil ze laten zien dat we bad-guy-gedrag in een groep ook kunnen waarderen. Dinsdag 26 april verdedigt ze haar onderzoek aan de faculteit IE&IS.

Ze komt nog te vaak mensen tegen die niet eens weten dat de TU/e een vakgroep Filosofie heeft en heeft haar bestaansrecht meer dan eens moeten verdedigen. Toch voelt PhD-studente Mandi Astola zich geen vreemde eend in de bijt, en legt ze graag keer op keer uit wat zij als filosoof bijdraagt aan de maatschappij en wat zij te zoeken heeft op de TU/e-campus. Met liefde, want “Filosofie is mijn passie.” De afgelopen vier jaar dook de geboren Finse in het thema moraliteit en ontwikkelde ze een nieuwe visie over de beoordeling van goed en kwaad.

Synthesizer

Astola maakt graag de vergelijking met muziek wanneer ze het over moraliteit heeft. Dat komt niet helemaal uit de lucht vallen. Ze is gek van electronic dance, zit in haar vrije tijd graag achter haar synthesizer om stoom af te blazen - ze geeft schoorvoetend toe dat ze af en toe zelf ook nummers opneemt - en organiseert “toffe feesten” met het Utrechtse collectief The Funky Cat. “De oude Grieken beschouwden muziekonderwijs als een onderdeel van de morele opvoeding. Kinderen konden door imitatie en oefening leren hoe je harmonieus kon zijn. Deugdzaamheid leer je, net als muziek, ook door imitatie en oefening.”

Maar, gaat Astola verder: “De Oude Grieken kenden geen synthesizers. Het mooie van dit instrument is dat het ons leert de schoonheid van vervorming te zien. Muzikanten pakken als basis de perfecte sinusgolf en vervormen deze vervolgens om hem karakter te geven. Imperfectie kan muziek interessant maken. En het is niet zo dat vervorming niet harmonieus is, het geeft juist een karakteristieker, rijker geluid. Zelfs dissonantie, een stel wringende samenklanken, wordt niet per definitie als niet-harmonieus gezien en vormt zelfs een belangrijk onderdeel van jazz en hedendaagse muziek. Muziek evolueert als we nieuwe vormen van harmonie leren waarderen. We moeten daarvoor naar het grotere geheel - de hele compositie - luisteren en niet alleen naar het vervormde of dissonante geluid.”

Als onderdeel van een groot internationaal project woonde Astola vele groepsgesprekken bij om observaties en data te verzamelen. Het viel haar op dat er in elke groep wel een egoïstisch, vervelend persoon zat. Maar juist daardoor werd er uiteindelijk wel een bepaalde doorbraak bereikt, of ging de groep kritische vragen stellen. En dit kun je breder trekken, zegt Astola. “Denk aan een veeleisende, blafferige CEO die zijn bedrijf succesvol maakt, of een oom met vervelende opmerkingen die er wel voor zorgt dat bepaalde zaken binnen een familie worden uitgepraat. Kan individueel wangedrag juist iets van waarde voor een groep voortbrengen? Waarom moeten we ernaar streven perfect goed te zijn? Is het juist niet de imperfectie die ons als groep verder brengt?”

Mandeville

Net zoals we nieuwe muziekvormen leren waarderen door naar het grotere geheel te luisteren, kunnen we ook naar de deugdzaamheid van een groep kijken en die leren waarderen, vindt Astola. Omdat de huidige morele theorieën voornamelijk individuen en hun acties beoordelen, moest ze eerst een nieuwe theorie ontwikkelen, Mandevillian morality, die juist wel het groepsgedrag omvat. De zeventiende-eeuwse econoom, filosoof en satiricus Bernard Mandeville, naar wie ze haar theorie vernoemde, had als voornaamste stelling: de ondeugd is de eigenlijke bron van algemeen welzijn. “Mandeville schreef ooit een fabel over het leven van de bij. Doordat ze hun eigen egoïsme volgen, kan de bijenzwerm volgens hem als geheel functioneren. Heel veel dingen die we doen, doen we als groep. Het is daarom heel waardevol dat we nu met een aangepaste theorie moraliteit ook op groepsniveau kunnen beoordelen. Dan kan een persoon wangedrag laten zien, maar wel waarde hebben voor de groep als geheel.”

Helaas krijgen groepen maar zeer zelden de waardering die ze verdienen, besluit Astola. ”Kijk bijvoorbeeld naar creatieve mensen. Veel creativiteit komt tot stand in groepsverband, waar individuen gezamenlijk het geheel naar een hoger niveau tillen. Laten we niet telkens op zoek blijven gaan naar het individuele genie, maar ook eens een dikke duim geven aan de groep.”

Sauna

Astola pleit daarom voor een bredere waardering van het collectief, en beschouwt zichzelf ondertussen ook als collectivist. Een heel verschil met het begin van haar studie, vertelt ze openlijk. “Ik ben filosofie gaan studeren, omdat ik dacht dat dat het enige vak was dat je helemaal alleen kan doen. Dat zag ik als ideaal: individualisme. Maar gaandeweg kwam ik tot het besef dat je filosofie juist met andere mensen moet doen, en hoe fijn het is om deel te zijn van iets wat groter dan jezelf is. Misschien maakte mijn Finse achtergrond - ik kwam op mijn negende naar Nederland - de zoektocht naar mijn ‘groep’ wat lastiger. Ik voelde me vaak Fin tussen de Nederlanders, en Nederlander tussen de Finnen. Toch heb ik mijn groepsmaatjes gevonden en ervaar ik het nu als een compliment wanneer iemand mij een echte Brabander vindt. Maar wel eentje met een voorliefde voor de sauna.”

Deel dit artikel