Hulpbehoevende studenten weten steun niet te vinden

Extra tijd voor tentamens of financiële steun bij studievertraging? Vaak weten studenten niet dat ze daar recht op hebben, meldt expertisecentrum ECIO. Sommige instellingen hebben de voorlichting beter op orde dan andere. De TU/e merkte eerder al op dat de informatie de studenten die het betreft onvoldoende bereikt, en ondernam actie.

door
foto Bart van Overbeeke

Er zijn allerlei redenen waarom studenten extra ondersteuning kunnen gebruiken. Ze hebben bijvoorbeeld ADHD, ze zijn chronisch ziek of ze hebben een fysieke beperking. Het kan ook zijn dat een familielid mantelzorg nodig heeft. Of de student doet aan topsport en komt in de knel met de studie.

Maar deze studenten weten niet altijd dat ze steun kunnen krijgen, blijkt uit de Nationale Studenten Enquête. Daarin gaven dit jaar 286 duizend studenten hun mening over de kwaliteit van hun onderwijs. Expertisecentrum Inclusief Onderwijs (ECOI) heeft de uitkomsten nader bekeken. De TU/e zette naar aanleiding van eerder eigen onderzoek al stappen om de informatievoorziening te verbeteren, zoals extra communicatie naar eerstejaars en een online platform.

Van die respondenten bleken er 35.000 een ‘ondersteuningsbehoefte’ te hebben. Ongeveer 35 procent van hen weet niets van speciale toetsvoorzieningen (zoals extra tijd, soepeler deadlines of medische hulpmiddelen).

Flinke bedragen

Dat ze geld kunnen krijgen uit het ‘profileringsfonds’ van hun universiteit of hogeschool is bij een overgrote meerderheid van 75 procent niet bekend, zoals ze ook niets weten van de mogelijkheden bij studiefinancier DUO. Het kan om flinke bedragen gaan. DUO scheldt in bepaalde gevallen 1.300 euro aan studieschuld kwijt.

Minder dan de helft van deze studenten is op de hoogte van bijzondere onderwijsvoorzieningen die de instellingen aanbieden, zoals vervoer, speciale software, tolken of het terugkijken colleges.

Hun kennis verschilt per ‘behoefte’. Een topsporter heeft andere dingen nodig dan iemand met een beperking. Bijna alle studenten met dyslexie en dyscalculie weten dat ze bij toetsen zo nodig meer tijd kunnen krijgen, terwijl degenen met een psychische aandoening daar veel minder bekend mee zijn.

ADHD

De meest voorkomende belemmeringen zijn ADHD, dyslexie of dyscalculie en psychische aandoeningen. Niet iedereen wordt er werkelijk door gehinderd, maar veruit de meesten wel. Volgens het onderzoek ervaart 85 procent ‘een beetje’ tot ‘heel veel’ belemmeringen.

Er zijn soms flinke verschillen tussen de instellingen, blijkt uit de studentenenquête. Zo zijn hbo-studenten van de grote hogescholen bij Windesheim het meest tevreden en bij de Hogeschool van Amsterdam het minst. Het gaat om oordelen over bijvoorbeeld het begrip vanuit de instelling, toetsvoorzieningen, financiële steun en de informatievoorziening.

In het wetenschappelijk onderwijs krijgen de universiteiten van Wageningen en Nijmegen de meeste complimenten, samen met de Universiteit voor Humanistiek. Kritischer zijn studenten bij de Open Universiteit en de Universiteit van Amsterdam.

Deel dit artikel