Inclusief ontwerpen nog niet de standaard

Inclusiviteit heeft het afgelopen jaar duidelijk meer aandacht gekregen in design, maar het staat nog in de kinderschoenen. Nu wordt het nog duidelijk onderstreept als een designer er aan gedacht heeft, of zelfs speciaal zo ontworpen heeft om mensen met een beperking te helpen. Maar moet het niet de standaard zijn dat architecten en productdesigners inclusief ontwerpen, zodat drempels om mee te doen in de maatschappij worden weggenomen? Cursor maakte tijdens de DDW een rondje om te kijken welke designers in ieder geval oog hebben voor inclusiviteit.

De TU/e-deelname aan de DDW, ‘Drivers of Change’ is dit jaar op het Ketelhuisplein op Strijp-S te vinden. Cursor zag er enkele interessante voorbeelden van inclusiviteit in design, al gaat het daar ook vooral nog om het ontwerpen om specifieke doelgroepen te helpen.

Bachelorstudent Industrial Design Sem Jordaan maakte voor zijn afstudeerproject ‘Own it’ een bodywarmer die een kind met autisme kan begeleiden op momenten dat hij of zij overprikkeld is. Op zo’n moment kan het kind op de bodywarmer op een knopje drukken waarna het kledingstuk in een haptisch ritme gaat vibreren van beneden naar boven en van boven naar beneden om de ademhaling na te bootsen. Jordaan: “Ik wil graag dat de kinderen zelf de controle weer krijgen in zo’n situatie. Terug gaan naar de ademhaling is daarvoor ideaal: dat hebben ze altijd bij zich. Maar als ze zo overprikkeld zijn, is het soms moeilijk die stap helemaal zelf te maken. De bodywarmer begeleidt hen daarbij.”

Lees verder onder de foto.

Jordaan werd gevraagd iets te bedenken om stress bij kinderen met autisme te verminderen. Die stress blijkt te komen van overprikkeling. Maar als de kinderen al zo overprikkeld zijn, waarom gaat het vest dan niet vanzelf beginnen met ‘ademen’? “Ik wil dat de kinderen controle houden daarover. Ze hebben al genoeg zaken waar ze geen controle over hebben (de prikkels, red.) en dan is het fijn als ze dit zelf kunnen beslissen. Daarbij stelt het hen hopelijk ook in staat om de bodywarmer later niet meer nodig te hebben omdat ze er van leren hoe ze door hun ademhaling weer rustig kunnen worden en weer mee kunnen doen.” De ID-student geeft wel aan dat het een uitdaging is om na het oplossen van dit probleem voor een kleine specifieke groep, te kijken naar de toepasbaarheid van zijn idee voor een bredere groep.

Gecontroleerd doseren

Verpakkingen die niet open gaan: het is al een ergernis voor mensen zonder beperking. Maar als je met reuma, slecht zicht of motorische stoornissen te dealen hebt, is het nog veel lastiger. Dan kan het zijn dat het je gewoon niet lukt om dat potje met groente open te krijgen, of dat je per ongeluk twee keer zoveel wasmiddel in de wasmachine gooit als nodig is. Ronald Lewerissa van Open2All heeft een verpakkingslijn bedacht die bestaat uit een basisfles waar speciale tools aan gekoppeld kunnen worden, zoals een hendel voor mensen met reuma. Die specifieke tools koop je zelf en kun je op alle flessen gebruiken.

Elke standaardfles is voorzien van braille en heeft een nfc-chip die je met je telefoon kan scannen en die voorleest wat er op de fles staat.

“Er zijn honderden beperkingen in de maatschappij", vertelt Lewerissa. "We kunnen niet voor iedere beperking een eigen fles of pot bedenken, maar we kunnen wel een basisversie maken en verschillende tools waarbij je zelf kiest wat je erbij nodig hebt om vooruit te kunnen. Zo kan iedereen z'n eigen producten zoals shampoo, wasmiddel en groenten in een glazen pot gebruiken.” Lewerissa hoopt de flessen aan alle grote producenten te kunnen slijten, want alleen dan is het idee succesvol en is met het hulphendeltje bijvoorbeeld zowel de shampoo van Garnier als de douchegel van Dove te gebruiken. Je vindt de verpakkingen van Open2All in de Yksi Expo op Strijp-S.

Andere verwachtingen

De tentoonstelling ‘Embassy of Inclusive Society’ in het Van Abbemuseum doet vermoeden dat er veel te zien zal zijn omtrent inclusief design, maar dat blijkt toch net wat anders te zitten. Ondanks de hoofdvraag voor die ‘ambassade’: ‘Hoe kunnen we samen werken aan een inclusieve maatschappij?’ is er vooral veel te zien over het koloniale verleden en de invloed daarvan op de collectie van het museum, evenals culturele gebruiken van over de hele wereld.

Tijden veranderen

Waar het vooral jonge mensen zijn die hun vindingen en ideeën presenteren, blijkt de oudere medemens ook niet vergeten te zijn. Designer Jip van de Beek staat op het Trudotoren-plein met Expeditie 55+ waarbij ze onderzocht heeft hoe de ruimtes in een seniorencomplex in Rotterdam beter kunnen dienen als een fijn en sociaal verblijf. Fun fact: één van de bezoekers vroeg wat de saaiste ruimte was voor de ouderen: dat bleek onder andere de gebedsruimte/stilteruimte te zijn. Tijden veranderen.

Meedoen zonder tussenpersoon

De gezondheidshoek is populair bij het thema inclusief design. Op het Ketelhuisplein treffen we een biosensor voor mensen met diabetes. Biosensoren, onderzoeksterrein van universitair hoofddocent Peter Zijlstra en hoogleraar Menno Prins, zijn een stuk bekender geworden door corona: de coronatesten zijn een voorbeeld van zulke sensoren en kunnen je snel voorzien van een uitslag. Daarvoor was echter nog vocht uit de neus en eventueel keel nodig in plaats van een directe meting. De glucosesensor (ook een vorm van een biosensor) wordt op de huid gedragen en meet de bloedsuikerspiegel in het onderhuidse weefselvocht in je arm.  Met deze sensor hoeven diabetici veel minder vaak hun bloed te (laten) prikken en kunnen ze weer een meer ‘gewoon’ leven leiden en meedoen in de maatschappij. Steeds meer patiënten met suikerziekte maken dan ook gebruik van de sensor. 

Studententeam HART staat ook op de Dutch Design Week met de mouw ‘Not lost in translation’. Die mouw is kan taal omzetten in vibraties om dove en slechthorende mensen toch mee te laten doen zonder tussenkomst van een tolk. Masterstudent Human Technology Interaction Julie van der Hijde demonstreert de mouw aan Cursor. Deze versie werkt met een representatie van een vierkantje op een scherm dat ronddraait en dat wordt vertaald als een soort cirkel om je arm waarbij je het ‘blokje’ rond je arm voelt gaan. In de toekomst zou dit dus met taal kunnen, waarbij letters een bepaald patroon vormen. “We zijn nu bezig om een experiment op te zetten waarbij we kijken hoe makkelijk mensen deze ‘taal’ (de vibratievertalingen, red.) kunnen leren”, zegt Van der Hijde.

De Dutch Design Week duurt nog tot en met 30 oktober en vindt plaats door heel Eindhoven. De uitvindingen van de TU/e-gemeenschap vind je op Strijp-S. 

Hou jij je als TU/e-student of -medewerker nu ook bezig met dit onderwerp, laat het ons weten. Vooral als je diversiteit in je workflow of onderwijs opneemt, je (UX-)design inclusief ontwerpt of de uitvindingen voor een brede doelgroep (financieel, functioneel, geografisch, et cetera) toegankelijk maakt, zouden we graag eens met je spreken.

Deel dit artikel