Dijkgraaf heeft “grote zorgen” om lage opkomst bij verkiezingen medezeggenschap

Ga stemmen voor de medezeggenschapsraden van universiteiten en hogescholen. Die oproep doet minister Dijkgraaf samen met studenten, medezeggenschappers en bestuurders.

door
foto Bart van Overbeeke

Waar gaat het geld naartoe, en wat willen we bereiken? Komen er stilteruimtes aan de universiteit of hogeschool? Gaat de instelling gratis menstruatieproducten aanbieden? En welke steun is er voor studenten met problemen?

Aan alle universiteiten en hogescholen praten studenten en medewerkers in raden en commissies mee over de koers. Daarvoor zijn er verkiezingen – tenminste, als er genoeg kandidaten te vinden zijn. Maar wie gaat er nog stemmen? De opkomst wordt steeds lager. Bij de TU/e is er ook een afname te zien, in december kwam het opkomstcijfer bij de verkiezingen voor de leden van de universiteitsraad voor het eerst sinds lange tijd uit onder de dertig procent.

Onder het motto ‘Kies voor beter onderwijs’ roept minister Dijkgraaf medewerkers en – vooral – studenten op om hun stem uit te brengen. Dat doet hij samen met de landelijke organisaties van de medezeggenschap, studentenorganisaties ISO en LSVb en de koepels van universiteiten en hogescholen .

Waarom is de opkomst zo laag, denkt u?

“Laat ik beginnen te zeggen dat de lage opkomst bij de medezeggenschapsverkiezingen mij grote zorgen baart. Een goed functionerende medezeggenschap is cruciaal voor goed functionerende mbo-instellingen, hogescholen en universiteiten. Daar hoort een zo hoog mogelijke opkomst bij, en een groot aantal studenten en medewerkers dat zich aanmeldt als kandidaat.”

Maar die opkomst kan dus hoger.

“Uit onderzoek komt naar voren dat er te weinig bewustzijn is over wat de medezeggenschap doet, vooral onder studenten.”

Aandacht

Dijkgraaf noemt een paar manieren om dat te veranderen. Verkiezingen helpen om meer aandacht te geven aan de medezeggenschap binnen de onderwijsinstelling, meent hij. Het werk van de medezeggenschap moet bovendien goed zichtbaar zijn, dus moeten de leden hun achterban op de hoogte houden. Het helpt volgens hem ook als instellingen tijdig starten met het werven van mogelijke kandidaten.

“We moeten nóg beter over het voetlicht krijgen dat je als student of medewerker actief invloed kunt uitoefenen op het beleid van je instelling”, stelt Dijkgraaf. “Daarom komen we vandaag ook met de indringende oproep om toch vooral te gaan stemmen.”

Wat doet u zelf om de medezeggenschap te versterken?

“Ik heb 11,5 miljoen euro extra ter beschikking gesteld voor scholing, ondersteuning, communicatie en vergoeding. Want adequate ondersteuning is cruciaal voor een goed werkende medezeggenschap. Het maakt het raadswerk ook aantrekkelijker.”

Maar de ene instelling biedt meer ondersteuning dan de andere.

“De wet is helder over de aanspraken van medezeggenschap op ondersteuning, maar de concrete uitwerking verschilt inderdaad sterk per instelling. De vraag is wat er wordt verstaan onder scholing, ondersteuning en communicatie. Daarom werk ik momenteel, samen met andere partijen, aan een overzicht daarvan. Maar er wordt goed werk gedaan bij het opleiden van leden. Vorig jaar was ik te gast bij een trainingsweekend van hbo-medezeggenschap, dat vond ik erg inspirerend.”

Er zijn landelijke richtlijnen aangekondigd voor de vergoedingen van de medezeggenschap. Hoe staat het daarmee?

“Daar wordt aan gewerkt. Op korte termijn hoop ik de Kamer hierover te informeren.”

Zouden studenten en medewerkers meer inspraak moeten hebben?

“De medezeggenschap heeft, denk ik, al heel veel te zeggen op onze instellingen. Juist daarom is een sterke medezeggenschap zo belangrijk voor de kwaliteit van het onderwijs. Gelukkig is die er over het algemeen.”

Waarom denkt u dat?

“Het stelsel van medezeggenschapsrechten en -plichten in het hoger onderwijs is heel robuust. In de monitor medezeggenschap geeft 80 procent van de respondenten aan dat de bestuurders en managers zich meestal of altijd open en constructief opstellen. En bij 82 procent houden ze zich meestal of altijd aan gemaakte afspraken.”

De oproep is vooral op studenten gericht. Waarom zouden zij moeten deelnemen aan de medezeggenschap?

“Met name voor studenten kan het mooie dingen opleveren. Denk maar aan de kwaliteit van het onderwijs dat ze volgen, of aan het netwerk dat ze opbouwen. Ze doen bestuurservaring en organisatiekennis op.”

D66 is van oudsher de partij van democratisering. Is medezeggenschap voor u als D66-minister extra belangrijk?

“Een goed functionerende medezeggenschap in het mbo, hbo en wo is voor elke minister van Onderwijs belangrijk, ongeacht partijkleur.”


De oproep is van medezeggenschapsorganisaties VMH, LOVUM, LOF en Hbo Medezeggenschap, studentenorganisaties ISO en LSVb, koepelorganisaties Universiteiten van Nederland en Vereniging Hogescholen, en het ministerie van Onderwijs.

Deel dit artikel