Burgerpiloten gevraagd om drones te testen

Drones zijn potentieel in staat om op een duurzame manier veel taken van mensen over te nemen en die ook sneller uit te voeren. Denk aan het rondbrengen van pakketjes, het doen van gebouwinspecties of het vervoeren van een AED. Maar niet overal kan zomaar gevlogen worden en mensen zijn bezorgd over hun veiligheid en privacy. Bij de Innovatiehub Digitale Transformatie op de High Tech Campus wordt al wel getest met een urban air mobility hub, maar voor toekomstig gebruik worden Eindhovenaren er op een unieke manier nauw bij betrokken.

door
foto Aero Team Eindhoven

“Het is belangrijk dat de stem van de burger aan de ontwerptafel wordt gehoord bij de ontwikkeling van nieuwe technologie”, zegt Bart Wernaart, lector Moral Design Strategie bij Fontys. In dat kader heeft hij samen met de TU/e en ROC Tilburg een project ontwikkeld waarbij burgers zelf ervaren hoe het is als drones bepaalde diensten gaan uitvoeren in hun woonomgeving. Ze krijgen een VR-bril op en kunnen zelf ‘aan de knoppen draaien’ om te spelen met de hoeveelheid, de hoogte, snelheid en grootte van de drones. Ook kunnen ze zelf aanpassen hoe ze een pakketje willen ontvangen. Wil je dat de drone het afgooit, of wil je het uit het voertuig kunnen pakken? Steeds als je een wijziging aanbrengt zie je de veranderingen live.

Aero Team Eindhoven, het studententeam dat er vanuit de TU/e bij betrokken is, werkt niet alleen mee aan de vr-omgeving maar ook aan de droneontwikkeling zelf. Voor wie het gemist heeft: Aero Team Eindhoven is de nieuwe naam die is voortgekomen uit de samenvoeging van de voormalige teams Syfly en BlueJay. Isa Dantuma, masterstudent Human Technology interaction en teamlead van het VR-experience-team: “Naast dat we deze VR-omgeving gebouwd hebben, werken we ook hard aan het battery-swap mechanisme. Ons doel is dat over vier jaar drones in de lucht een batterijwissel kunnen doen. Dat is nog nooit eerder gedaan.”

Bedrijven zijn zeer geïnteresseerd in de schijnbaar eindeloze toepassingsmogelijkheden van drones. Dantuma: “Pakketbezorgdienst GLS is onze hoofdsponsor. Voor hen is het natuurlijk heel interessant om pakketjes door drones te laten bezorgen. Dat gaat sneller en is duurzamer.”

Presentie voor Dijkgraaf

Gisteren hebben de studenten van Aero Team Eindhoven hun project gepresenteerd aan onderwijsminister Robbert Dijkgraaf. Tijdens zijn bezoek deze dag aan de TU/e-campus kreeg hij een demonstratie van de drone van Aero. Dantuma: “Bart Wernaart was er ook bij en heeft de minister wat verteld over Moral Design. Nadien heb ik hem de vr-bril laten zien die hij ook op heeft gehad (zie foto, red.). De minister maakte ook gebruik van de optie om de dronesituatie bij de te stellen en koos voor minder en kleinere drones. Hij vond het wel gaaf en zei 'jongens, dit is de toekomst'."

Dijkgraaf was tijdens zijn bezoek ook in de innovation Space waar hij uitleg kreeg van wetenschappelijk directeur Isabelle Reymen en drie studententeams over deze manier van leren. Reymen gaf daar ook aan de samenwerking met Fontys en Summa studenten in deze teams graag verder te willen formaliseren. De minister vond het concept van de studententeams in ieder geval "super" en stelde allerlei vragen, waarbij hij onder andere benieuwd was wat de studenten met 'radically employable' bedoelden. Dat bleek "zowel book-smart als praktijk-smart" te zijn. 

Afrika

Aero-collega Bram Schut, teammanager en masterstudent Data Science en Artificial Intelligence: “We hebben ondertussen ook al mooie usecases. Bijvoorbeeld vluchten naar ziekenhuizen voor speciale medicijnen en AED's, die bij een melding richting de HTC vertrekken.” Dantuma ziet op dat gebied veel uitbreidingsmogelijkheden. “Voor veel afgelegen gebieden zou zoiets echt van toegevoegde waarde zijn.”

De snelste ontwikkelingen zie je overigens in Afrika, weet Schut. Misschien zou je dat als leek niet verwachten, maar er is een goede reden voor. “Hier in het dichtbevolkte Europa bestaan er veel no-fly zones. Daardoor is testen en doorontwikkelen moeilijk. In Afrika zijn veel minder regels en bestaan er meer uitgestrekte gebieden: het is daar één grote proeftuin. Een bedrijf genaamd Zipline is daar al heel succesvol. Die voeren al duizenden vluchten per jaar uit om medicijnen naar moeilijk bereikbare gebieden te brengen. Het zou mooi zijn als we dat hier ook met de drones kunnen gaan doen.” Dantuma denkt dat daarom de VR-bril ook een goede manier is om te onderzoeken wat de Eindhovenaren van de ontwikkelingen vinden: “Juist om dat hier veel regels zijn die testvluchten bemoeilijken, kun je het zo toch goed onderzoeken.”

Privacy grootste zorg

Fontys-lector Wernaart: “Er is een innovatiehub op de High Tech Campus waar studenten en onderzoekers samenkomen en werken aan vraagstukken uit het ecosysteem. Daar zien ze het graag gebeuren: dronediensten op die hub. Want in de gemiddelde woonwijk denken mensen daar toch wat anders over.” Dat bleek ook uit een rapport van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, de ‘Perceptie van drones’.

92 procent van de Nederlanders is bekend met het concept ‘drones’. Het ministerie stelt verder dat slechts zes procent (in een gestelde zes maanden) zelf met een drone heeft gevlogen. 37 procent zegt zelf nooit in aanraking te zijn geweest met drones - niet gezien of iets over gelezen. Maar uit het onderzoek blijkt wel dat Nederlanders zich voornamelijk zorgen maken over de privacy als er drones vliegen. Ze hebben in het algemeen het gevoel dat er inbreuk wordt gemaakt op hun privacy als drones rond het huis vliegen (71 procent) en maken zich ook zorgen om de beelden die een drone maakt. Je weet namelijk niet wie er nog meer naar deze beelden kijkt (76 procent).

Wernaart: “Je ziet dat techneuten heel enthousiast zijn, maar gewoner burgers wat gereserveerder. Er zit ook een kennisgat tussen de bevolking en zij die er onderzoek naar doen. Mensen zijn op zich best enthousiast om hun pakketje duurzamer te ontvangen, maar als je dan zegt dat die drone misschien wel boven tuinen van de buren vliegt, vinden mensen het toch wat spannend. Vanuit mijn lectoraat heb ik de Moral Data City Hub-methode ontwikkeld waarmee we op een structurele manier morele onderbuikgevoelens van mensen in kaart kunnen brengen. Daar hebben we zelfs de Melanie Peters-prijs mee gewonnen. De methode gaat als volgt: we bouwen moral labs - fysieke installaties of online omgevingen - waarin het individu mag rondlopen en kijken hoe hun toekomst eruit kan zien.”

“Dat zien ze in virtual reality, waardoor ze compleet in de situatie ondergedompeld worden”, vult Isa Dantuma van Aero hem aan. “Ze kunnen zelf aan de knoppen draaien om die toekomst te beïnvloeden. Vooral bij moeilijke onderwerpen kan het zo plots heel dichtbij komen en concreet worden. Wil je meer of minder drones zien en horen? Moeten ze hoger of lager vliegen? Hoe wil je dat ze een pakket bezorgen? Wat voelt prettig voor jou?” Cursor heeft het getest en kan bevestigen: het voelt zo echt dat de redacteur een stapje naar achter deed toen de drone zijn landing inzette.

Ethische vraagstukken

Toch zijn er meer aspecten dan alleen maar de hoogte of hoeveelheid drones waren burgers een mening over hebben. “Als zo’n drone overvliegt en camerabeelden maakt – nodig om veilig te vliegen - ziet hij misschien toevallig een misdrijf”, zegt Wernaart. “Mogen die beelden dan ook gedeeld worden met de politie? En waar mogen de drones vliegen volgens burgers om de privacy nog te respecteren? Burgers zijn meestal wel voor duurzaamheid, maar ook voor privacy en autonomie. Zeker in een drukke stad is dat een relevant snijvlak. Met onze methode kunnen we precies vastleggen wat mensen nog acceptabel vinden.”

Maar dan ben je er nog niet. Je weet dan wel wat mensen prettig vinden, maar niet waarom. Daarom gaan er ook communicatiestudenten van Fontys de burgers interviews op het moment dat ze de vr-omgeving gebruiken (een operator kan meekijken wat de burger ziet in zijn bril). Fontys-docent en begeleider van de communicatiestudenten Melchior van Velzen laat weten blij te zijn met het onderzoek de motieven van deelnemers te achterhalen en zo te kunnen duiden waarom zij bepaalde settings van de vr-omgeving aanpassen. Iets dat bij enkel het uitlezen van de computerdata van de vr-omgeving nog niet duidelijk is. 

Een eerdere Moral Data City Hunt onder leiding van Bart Wernaart

Samenwerking tussen wo, hbo en mbo

Het project betrekt met de verschillende aspecten alle type hoger onderwijs die zo met hun eigen expertise kunnen bijdragen. Erdinc Sacan, docent en practor bij ROC Tilburg en begeleidt de studenten van dit mbo: “Het practoraat interactieve technologie bij ROC Tilburg is gericht op de ontwikkeling van technologieën die menselijke waarden en normen integreren en reflecteren. Deelname aan het Virtual Moral Lab van Wernaart sluit hier perfect op aan. Bovendien is de ontwikkeling van verantwoorde drone-technologieën van groot belang voor de samenleving, aangezien drones steeds vaker worden ingezet in verschillende toepassingsgebieden zoals de levering van goederen, inspectie, surveillance en hulpverlening bij rampen. Het is daarom belangrijk dom te zorgen dat deze technologieën op een verantwoorde en ethische manier worden ontwikkeld en ingezet.”

Subsidie toegekend

Niet alleen de onderwijsinstellingen in de regio zijn enthousiast, ook de gemeente Eindhoven is blij met dit project: samen met het Stadslab Eindhoven wordt er 15.000 euro geïnvesteerd in het onderzoek. “De ethische aspecten rondom de inzet van nieuwe technologie vinden we belangrijk”, zegt René Paré, directeur van het Stadslab Eindhoven. “We willen goed in beeld brengen hoe drones het stedelijk leven kunnen beïnvloeden. Met VR-brillen kunnen bewoners straks zelf in het Stadslab ervaren wat hen mogelijk te wachten staat.”

Tegelijk is Eindhoven ook een moeilijk gebied voor drones: het vliegveld van Eindhoven zorgt ervoor dat een groot deel van de stad een no-fly zone is. Toch ziet Wernaart de toekomst hoopvol in: “Sinds 1 januari 2023 is het beter geregeld met de regulatie omtrent wetgeving voor drones. Op Europees niveau is de basis geregeld met daarin een stelsel van vliegzones waarin overheden kunnen beslissen door wie en met welke intensiteit gevlogen mag worden. Het is vooralsnog onduidelijk wat de precieze rol van de gemeente daarbij is, maar dat er een rol zal zijn, lijkt evident. Om die reden wil de gemeente Eindhoven graag weten wat er leeft onder de bevolking als de stad in de toekomst droneverkeer zou krijgen.”

Aan ambitie geen gebrek

Aero Team Eindhoven bouwt ondertussen hard door aan het eerste dronemodel voor het project. Schut: “We proberen voor de zomervakantie de eerste versie in de lucht te hebben. In de lucht is nog nooit eerder een batterijswap gedaan. Dat hopen wij in 2024/2025 voor het eerst te realiseren. En dan in 2026 op een langeafstandsvlucht.” Wernaart: “Ook bij Fontys liggen nog projecten in het verschiet, waarbij dit een opmaat is naar veel grootschaliger onderzoek rondom technologie, drones en ethiek.”

Deel dit artikel