Open brief: 'Verwelkomen wij kritiek?'

Onderstaand document is geschreven door een aantal mensen 'dat zich wil inzetten om van de TU/e de vrije academische omgeving te maken die zij zou moeten zijn.' De ondertekenaars van de open brief vind je onderaan. 'Het is een reflectie op hoe onze cultuur momenteel door sommigen wordt ervaren en een oproep tot actie aan het bestuur om de manier te veranderen waarop de universiteit omgaat met kritische feedback uit de gemeenschap', zo geven zij aan.

door
foto Erhui1979 / iStock

'Zodra je als jonge promovendus voorzichtig je eerste artikel naar een tijdschrift, workshop of conferentie stuurt, krijg je er mee te maken. Snoeiharde kritiek op inhoud van (vaak anonieme) collega’s in de vorm van peer-reviews. Iedere wetenschapper herinnert zich zijn of haar eerste “reject”. Soms is de kritiek opbouwend, soms neerbuigend en een enkele keer slaan de reviewers de plank volledig mis. Om jezelf dan te herpakken, het stuk aan te passen en opnieuw in te sturen is niet eenvoudig, hoewel het over de jaren eenvoudiger wordt.

Onderzoekers zijn gewend aan het ontvangen van kritiek. En omdat ze allemaal ook zelf reviewer zijn, zijn ze ook gewend aan het geven van kritiek. Kritiek is in de wetenschappelijke discussie essentieel. Kritiek wordt niet uit rancune of verveling geleverd, maar zorgt voor betere wetenschappelijke kwaliteit en scherpere discussies. Gezamenlijk dienen de wetenschappers een hoger doel: dat van de wetenschap zelf.

Vroeger werd kritiek geleverd in artikelen en brieven die in het openbaar, over en weer door wetenschappers aan elkaar geschreven werden. Tegenwoordig zijn reviews anoniem (de auteurs weten vrijwel nooit van wie de kritiek komt en soms weten de reviewers ook niet wie het werk geschreven heeft). Die anonimiteit is nog niet zo heel lang geleden geïntroduceerd om potentiële machtsverhoudingen uit de discussie te halen.

Hoe anders gaat het eraan toe in bestuurskamers. Achter die deuren gelden andere regels. Kritiek is daar zelden anoniem en er is altijd sprake van machtsverhoudingen. Een bestuur wordt hooguit geadviseerd door raden van toezicht, aandeelhouders of medezeggenschap. Af en toe is er een klokkenluider die verdwaalt in het oerwoud van integriteitscommissies en uiteindelijk vaak genegeerd wordt, om dan uit pure frustratie de pers maar op te zoeken, waarna hij of zij op zoek kan naar een nieuwe baan wegens verstoorde verhoudingen. Een glas, een plas en alles blijft zoals het was.

Een universiteit is echter geen bedrijf. Puur financieel gezien, zijn universiteiten misschien grote bedrijven, maar maatschappelijk spelen ze een andere rol. Ze dienen de maatschappij. Zij hebben als hoofddoel het opleiden van een nieuwe generatie en het doen van onderzoek. Een universiteit moet dan ook niet geleid worden als een bedrijf, maar vanuit de waardes van die gemeenschap, zoals die in 2021 opgeschreven zijn. 

Helaas is hier op de TU/e al lange tijd geen sprake meer van. Veel TU/e-ers voelen een sterk hiërarchische druk om zich vooral te conformeren aan wat “men” besloten heeft. Een inhoudelijke onderbouwing op besluiten volgt zelden, laat staan dat er ruimte is om, op feiten gebaseerd of wetenschappelijk onderbouwd, de discussie aan te gaan. Er is altijd iemand wiens ego gekrenkt wordt als kritiek geleverd wordt en meer dan eens wordt dat als reden gebruikt om de inhoudelijke discussie dan maar uit de weg te gaan.

En als iemand dan toch publiekelijk inhoudelijke kritiek durft te leveren, wordt dat dus niet altijd even prettig ontvangen. Te veel kritiek en je wordt weggezet als ‘zeurkous’ of erger, je carrière wordt geblokkeerd. Zo is bijvoorbeeld het “vertegenwoordigen van de TU/e” onderdeel van hogere academische functies. Bevorderingen worden soms dan ook geblokkeerd op basis van het argument dat je te veel, al dan niet publiekelijk, kritiek uit.

Bij grotere onderwerpen die wel publiekelijk besproken worden speelt Cursor een belangrijke rol. Als journalistiek medium zijn zij onafhankelijk, zorgen zij dat er aan hoor en wederhoor gedaan wordt en kunnen zij publiceren zonder angst voor hun eigen positie. Daarbij hebben ze een hoge mate van verantwoordelijkheid om hun feiten te controleren en hun bronnen te beschermen. Die verantwoordelijkheid voelt de voltallige redactie.

Natuurlijk lees je in ieder stuk de mening van de journalist. Feiten kun je op meerdere manieren opschrijven en de dingen die je niet opschrijft, maar tussen de regels door gelezen moeten worden, kunnen verkeerde gevolgen hebben. Daar is de redactieraad voor bedoeld. Deze waarborgt aan de ene kant de journalistieke kwaliteit van de kritiek en beschermt aan de andere kant de redactie tegen de ontvanger van de kritiek, ook als dit de direct leidinggevende is. Helaas lijkt deze raad aan de TU/e niet te functioneren zoals deze bedoeld is.

De recente discussie rondom het functioneren van Cursor legt een fundamenteel probleem aan de TU/e bloot. Voor de duidelijkheid: deze discussie gaat niet om de positie van de rector, zij heeft immers bij haar sollicitatie netjes melding gemaakt van de beschreven zaken en wij gaan ervan uit dat er toen afspraken gemaakt zijn om herhaling te voorkomen. Deze discussie gaat ook niet over het wel of niet uit de functie zetten van een hoofdredacteur om welke redenen dan ook (om privacy-redenen zijn die nooit publiekelijk beschreven). Deze discussie gaat over de vraag of er binnen de bestuurscultuur van de TU/e plaats is voor inhoudelijke kritiek en of de juiste mechanismes aanwezig zijn om die kritiek vanuit de gemeenschap op te halen?

En blijkens de vele, vaak niet publieke, reacties die wij en collega’s binnen en buiten Cursor hebben ontvangen, is het antwoord op die vraag: “Nee, op dit moment niet.”

Om vanuit de kernwaarden van de TU/e een cultuur in stand te houden die op een gezonde manier mensen in staat stelt om op inhoud kritiek te blijven leveren, heb je heel bijzondere leiderschapskwaliteiten nodig. Leiderschap aan een universiteit is echt value-based leiderschap. De mening van een bestuurder doet er niet toe, maar als bestuurder binnen een universiteit krijg je bij aanstelling het vertrouwen van de medewerkers om hen vanuit de kernwaarden te vertegenwoordigen. En dat vertrouwen komt te voet en gaat te paard.

Dit alles brengt ons tot de vraag: hoe nu verder? Kan de bestuurscultuur van de TU/e echt veranderen en zo ja, op welke termijn dan en wat is daarvoor nodig? Zijn dit eigenlijk wel de kernwaarden van de TU/e gemeenschap? Gedragen we ons allemaal naar die waarden? Is een redactieraad wel onafhankelijk als daar wel een decaan in zetelt, maar geen journalist? Wat is nu het mandaat van de ombudsman? Welke rol spelen onze medezeggenschap en onze raad van toezicht eigenlijk? Is het bijvoorbeeld niet heel bijzonder, dat de secretaris van het bestuur en de secretaris van de raad van toezicht dezelfde persoon is? Of dat de voorzitter van de raad van toezicht ook een van de grootste werkgevers van onze afgestudeerden is? Of dat de TU/e, bij het naderen van de maximale termijn van die voorzitter, de regels verandert om nog een termijn mogelijk te maken? En wie controleert eigenlijk de raad van toezicht? Zouden dat niet de gezamenlijke wetenschappers moeten zijn, of ook alle studenten? En hoe zit dat met de relatie tussen decanen en de ‘deans’*, waarbij de laatsten de wettelijke taken van de eersten grotendeels op zich genomen hebben?

Het doel van dit stuk is niet om deze vragen te beantwoorden, maar om ze te stellen. Om de TU/e gemeenschap aan het denken te zetten over de kernwaarden van de universiteit en om het bestuur op alle niveaus uit te dagen de dialoog aan te gaan met de TU/e community, zodat we een lerende universiteit worden. Kortom, om kritiek te verwelkomen en er vervolgens ook iets mee te doen, helemaal als kritiek journalistiek, of wetenschappelijk, onderbouwd is.'

Boudewijn van Dongen
Diego Quan
Tim de Jong
Remco Tuinier
Pim van der Hoorn
Bettina Speckmann
Laurens Bliek

'PS Hoewel onze namen onder dit stuk staan, is dit tot stand gekomen met hulp van meerdere collega’s en studenten. Wij willen hen van harte bedanken voor hun hulp en feedback op eerdere versies. Hun inhoudelijke kritiek heeft dit stuk aanzienlijk sterker gemaakt. Tegelijkertijd ontvingen wij van verschillende kanten ook kritische reacties op het concept-stuk. Van mensen die zich helemaal niet konden vinden in de inhoud, tot mensen die zich er wel in konden vinden, maar dit liever niet publiekelijk wilden zeggen.  Het laat maar zien hoe noodzakelijk een open cultuur is.

*Decaan: Hoofd van een faculteit, volgens de wet verantwoordelijk voor onderwijs van de faculteit. Dean: Hoofd van Bachelor College of Graduate School aan TU/e.'

 

Redactionele noot

Bij Cursor is op dit moment grote onduidelijkheid over haar journalistieke vrijheid. In samenwerking met de vakbonden hebben de redactieleden een voorstellenbrief ten aanzien van persvrijheid neergelegd bij het College van Bestuur en is er een eerste gesprek gevoerd. Dit artikel is gepubliceerd in afwachting van de uitkomst van het onderhandelingsproces.

Deel dit artikel