Mijlpaal: zo goed als 30 procent van de hoogleraren is vrouw

Drie op de tien hoogleraren aan de Nederlandse universiteiten zijn vrouw, blijkt uit de nieuwste tellingen. In de colleges van bestuur vormen vrouwen inmiddels de meerderheid. Aan de TU/e ligt het percentage vrouwelijke hoogleraren lager: iets boven de 25 procent.

door
foto iStock / skynesher

De cijfers staan in de nieuwe Monitor Vrouwelijke Hoogleraren, die vandaag verschijnt. Daarin zet het Landelijk Netwerk Vrouwelijke Hoogleraren elk jaar de verschillen tussen mannen en vrouwen in de Nederlandse wetenschap op een rijtje.

30 procent is een symbolische grens, schrijven de auteurs. Vrouwen zijn geen uitzondering meer aan de top van de wetenschap en vormen samen een critical mass voor verandering. 

Bijna

Maar eigenlijk is die mijlpaal nog niet helemaal bereikt. In de laatste tellingen (peildatum 31 december 2024) was 29,9 procent van alle hoogleraren vrouw. Dat is bovendien omgerekend naar voltijdbanen (fte). In personen is het een paar tienden minder.

“We kiezen ervoor dit te markeren als het behalen van de 30 procentgrens”, schrijven de auteurs desalniettemin. 

Per universiteit

Aan alle universiteiten nam het aandeel vrouwelijke hoogleraren toe, behalve aan de TU Delft. Daar daalde het van 18,9 naar 18,6 procent. Delft is ook de enige universiteit met minder dan 20 procent vrouwelijke hoogleraren.

In totaal blijven zes universiteiten onder de 30 procent. Behalve Delft zijn dat de Vrije Universiteit Amsterdam, Wageningen Universiteit, de Erasmus Universiteit Rotterdam en de technische universiteiten van Eindhoven en Twente. Aan de TU/e blijft het percentage vrouwelijke hoogleraren steken net boven de 25 procent (zie figuur).

De rest zit er dus boven, met eenzaam aan de top de Open Universiteit. Aan deze kleine Limburgse instelling, gespecialiseerd in afstandsonderwijs, is 42,8 procent van de hoogleraren vrouw.

Op andere hoge posities aan de universiteiten zijn vaak meer vrouwen te vinden. Van de 41 leden in de colleges van bestuur zijn er 21 vrouw. Dat is dus meer dan de helft. 

Van de decanen, die leidinggeven aan een faculteit, is 36 procent vrouw en datzelfde geldt voor de directeuren van een onderzoeksinstituut. Bij de onderwijsinstituten komen vrouwen tot 47 procent.

Andere landen

Vergeleken met andere landen loopt Nederland bepaald niet voorop. Er zijn landen waar de situatie voor vrouwen nog schever is, zoals Duitsland en België: daar lag het percentage vrouwelijke hoogleraren in 2022 onder de 25 procent. Maar er zijn ook landen waar vrouwen vaker de top van de wetenschap bereiken. In Roemenië is meer dan de helft van de hoogleraren vrouw.

Vrouwelijke hoogleraren in EU-landen (2022)
KNAW en NWO

In deze monitor kijkt de LNVH ook naar de man-vrouwverhoudingen bij de instituten van wetenschapsgenootschap KNAW en onderzoeksfinancier NWO. Alleen heten onderzoekers daar geen ‘hoogleraar’. 

In de vergelijkbare hoge salarisschalen is bij NWO 23,8 procent vrouw. Deze NWO-instituten richten zich vooral op natuur en techniek, staat in de monitor, en dan is dit percentage iets hoger dan gemiddeld in die sector. De instituten van de KNAW komen tot 28 procent vrouwen in die salarisschaal.

Gaat het de goede kant op met vrouwen in de wetenschap? Het LNVH waarschuwt voor zelfgenoegzaamheid: “Groei is nog steeds bescheiden en ongelijk verdeeld over instellingen en vakgebieden”, staat in de monitor. Het kan zomaar twintig jaar duren voordat er evenveel vrouwen als mannen hoogleraar zijn.

Deel dit artikel